In 'Focus op Fusie' schetst Jan Bultsma een denkkader waarmee de complexe wereld van de fusies, in met name de non-profit sector, kan worden geanalyseerd. Hij doet dit door allereerst een beschrijving te geven van de 7 fasen die bij een fusietraject worden doorlopen (van verkenningsfase tot integratiefase) waarna in het tweede deel van het boek wordt ingegaan op de wijze waarop het hele fusieproces kan worden gemanaged. In het eerste deel (Fusie in fasen) worden, in no-nonsense stijl, de hoofdlijnen in kaart gebracht van de verschillende stadia die worden doorlopen bij een fusietraject. De aandachtspunten worden waar nodig samengevat in overzichtelijk schema's. Een aantal belangrijke lessen die ik hier aantrof zijn: - Er is maar één goed fusiemotief en dat is dat de continuïteit van de gefuseerde organisaties in strategisch perspectief; - Stel van te voren goed vast welke meerwaarde met de fusie wordt beoogd en relateer dit aan de strategie; - Meerwaarde of synergie is geen besluit dat je neemt, maar de uitkomst van (hard) werken om veranderingen door te voeren; - Een fusie kost geld (initiële investering), ook al is doelmatigheidswinst de inzet van de fusie; - De interactie van bedrijfsculturen komt voort uit interactie op werkniveau, niet door beschouwingen over cultuurverschillen; - Fuseren is mensenwerk. Het tweede deel gaat over Fusiemanagement. Vijf kernelementen zijn hierbij leidend voor het sturen en bijsturen van het fusieproces. Hiermee wordt een veranderkundige aanpak beschreven die specifiek is gericht op fusietrajecten en aandacht schenkt aan inhoudelijke, politieke en sociale deelprocessen bij fusies. Hierbij komt tevens de samenhang tussen de verschillende deelprocessen aan bod die elke fusie niet alleen complex maar vooral ook uniek maakt. De aanpak die Bultsma ons aanreikt is dan ook niet prescriptief maar biedt de lezer voldoende handvatten om zijn/haar eigen fusieproces eens goed onder de loep te nemen en (bij) te sturen. De opsomming van alle aandachtspunten is soms wat overvloedig en de relatie met de paragrafen of de bijgevoegde schema is niet altijd even helder. Echter, de beschrijving is grondig en verliest zich niet in details. Daar waar de beschrijving soms wat saai of vaag wordt weet Bultsma net op tijd met aansprekende praktijkvoorbeelden te komen of met een relativerende opmerking de beperkingen van zijn denkkader duidelijk te maken. Voor geïnteresseerden die meer in detail over aangetipte onderwerpen willen weten is een aanbevolen literatuurlijst bijgevoegd. 'Focus op Fusie' slaagt er in om in het eerste deel de verschillende stadia van een fusietraject helder weer te geven en is daarmee voor iedereen (bestuur, managers maar ook medewerkers) die met fusies te maken krijgt een goede voorbereiding. De combinatie met de vijf kernelementen in deel twee, stelt bestuurders en managers daarbij in staat het fusieproces ook beter te beheersen. De beperkte omvang van het boekje (110 pagina's) en de handige aandachtspunten geven de lezer in korte tijd een goed beeld van de complexiteit bij fusietrajecten. Bultsma slaagt er zo in om het gevaar van onderschatting van het fusieproces te voorkomen en toch de overzichtelijkheid van het lastige traject te behouden. Kortom, een must voor iedereen die in een fusietraject zit of er binnenkort mee te maken krijgt. Tot slot, nog een handige tip van een bestuurder met veel fusie-ervaring (blz. 93): 'Luister', zo vat hij al zijn ervaringen samen, 'waar het omdraait zijn twee vragen: waar zit het geld en wie wordt de baas'.
Recensie
Focus op fusie in de non-profit sector
Meer dan de helft van alle fusies wordt als mislukt beschouwd en een derde van alle gefuseerde organisaties vindt dat de fusie uiteindelijk geen verschil heeft uitgemaakt. Uiteindelijk geldt dus slechts voor 1 op de 6 organisaties dat de fusie daadwerkelijk meerwaarde heeft opgeleverd. Een verkwisting van veel energie, zo lijkt het, en vooral een doembeeld voor managers en bestuurders die op het punt staan een fusieavontuur aan te gaan. Maar kan dit voorkomen worden?
Julian Breed
|
11 oktober 2004