Het boek begint met een antwoord op de vraag waarom hoge bonussen niet altijd werken. Bij een hoog verwachtingsniveau en hoge prestatiedruk blijkt dat 'angst' in stresserende situaties niet de beste raadgever is en juist averechts werkt. Lage en middelmatige bonussen of een andere wijze van belonen hebben dan weer wel effect. De vreugde en bereidheid om te werken hangt in hoge mate af van de hoeveelheid betekenis die we aan ons eigen werk (kunnen) toekennen. Dan gaat het boek over naar het IKEA-effect en waarom we onze eigen maaksels overschatten en waarom 'mijn' ideeën beter zijn dan de 'jouwe'.
De Not Invented Here Bias en de tandenborsteltheorie staan centraal. NIH wordt uitgelegd als een universele vorm van domheid in de zin van; 'alles wat jij kan, kan ik beter'. Ook hebben we allemaal een tandenborstel nodig. We zouden deze kunnen delen, maar doen dat liever niet. Vervolgens blijkt dat we plezier hebben in wraak nemen. In tijden van crisis willen we het liefst de bankiers met rotte tomaten bekogelen.
Gelukkig zijn we adaptief. Wennen we aan zaken. Maar ook weer niet aan alles en niet altijd. Dat het lastig is om nieuwe situaties voor te stellen en te voorspellen en dat we als mensen de gave hebben om ons aan vele situaties aan te passen. Dat we psychologische truuks met ons zelf uithalen om de realiteit acceptabel te maken. Aan de hand van '(speed)dating' wordt de sociaal wetenschappelijke theorie van 'assortative mating' verder uitgelicht. Als dan verder blijkt dat de markt faalt bij online dating blijkt dat we nogal veel tijd besteden aan de selectie van de 'ideale' partnerkeuze op internet.
Dat gaat goed tot het moment waarop het werkelijke contact plaatsvindt. De tijdsinvestering in uren tussen het zoeken en het werkelijke contact is als 6 : 1. Waarom zou je 6 uur in de auto zitten voor een afspraak met een relatief onbekend iemand om een strandwandeling mee te maken van een uurtje? Als dan aan de online dating het fysieke contact wordt toegevoegd volgt dan ook nog vaak de afknapper.
Het hoofdstuk over empathie en emotie stelt centraal waarom we reageren op één persoon die hulp nodig hebben, maar niet op een heleboel personen. Hiervan is het fijne nog niet bekend. Er zijn charitatieve doelen die gebruik maken van deze wetenschap. De dood van één persoon is vaak een tragedie en de dood van miljoenen een statistisch gegeven. Beertje Knut in een Duitse dierentuin gaat ons misschien meer aan het hart dan de genocide in Rwanda.
Ook de langetermijneffecten van emoties blijken van invloed: van het waarom dat we onze negatieve gevoelens niet in daden om moeten zetten. Emoties worden snel gevolgd door beslissingen die wij mensen nemen. Een kortetermijnbeslissing, met een grote B, gevolgd door een emotie kunnen onze langetermijnbesluiten daarna nogal danig lang beïnvloeden.
Met andere woorden; bezint eer ge begint. Het boek eindigt met wat onze irrationaliteit ons kan leren: waarom we alles moeten testen. Wij mensen zijn graag objectief, rationeel en logisch. Dat we beslissingen nemen op basis van redelijkheid. Soms is dat zo, maar is het ook een gegeven dat onze cognitieve vooroordelen ons vaak misleiden, vooral bij moeilijke en pijnlijke keuzes. 'Volmaakt onvoorspelbaar' weet interessante kanttekening te plaatsen bij rationele gangbare fenomenen die tot nadenken aanzetten.