In november 2007 deden zo'n zeshonderd rechercheurs en dertig officieren van justitie invallen op ruim vijftig adressen in ons land. Hiermee wilden ze hun reeds lang gevolgde zaak omtrent malversaties in de wereld van het Nederlandse vastgoed goed kunnen onderbouwen. Nog niet zo lang geleden zijn de eerste uitspraken door de rechter gedaan over de betrokkenheid van een tweetal figuranten in deze zaak. Dit leidde tot het opleggen van onverwacht strenge straffen. Daarmee lijkt de toon gezet.
'De vastgoedfraude' beschrijft voor het eerst de duistere kant van de Nederlandse vastgoedwereld, met zijn ons-kent-ons cultuur, het gunnen van het grote geld en slapende toezichthouders. Een duistere kant, die overigens door lang niet iedereen als zodanig ervaren wordt, zoals af te lezen is aan wat één van de hoofdverdachten in deze zaak tegen opsporingsambtenaren zegt: 'Wij zijn fatsoenlijke mensen. Maar voor de wet waarschijnlijk niet.' Terecht merken Vasco van der Boom en Gerben van der Marel op dat de titel van het boek suggereert dat al vaststaat dat er sprake is geweest van fraude. Dat is uiteraard niet zo, omdat iedereen onschuldig is tot het tegendeel is bewezen.
Zij geven aan dat het boek slechts een deel van de werkelijkheid weergeeft. Dat dit een deel van de werkelijkheid is dat velen aanspreekt, blijkt uit de verkoopcijfers van de eerste weken na verschijning. Bovendien zijn de filmrechten inmiddels aangekocht door niemand minder dan Reinout Oerlemans, die niet onsuccesvol is gebleken met zijn bewerking van de roman 'Komt een vrouw bij de dokter' van Kluun. Bij mijn weten is dat in Nederland nog niet eerder gebeurd met een managementboek.
Heel eerlijk; het boek leest ook als een trein, als een zakelijke thriller in de traditie van bijvoorbeeld Joseph Finder. Met een goed gevoel voor opbouw, spanningsbogen en het gebruik van heuse klifhangers aan het eind van een hoofdstuk wordt een beeld geschetst van hoe het toegaat in deze branche. 'De vastgoedfraude' is een boek over een bovenwereld van vastgoedmannen, nette heren die door een enorme honger naar geldelijk gewin en aandacht afglijden naar onderwereldpraktijken. Vertrouwelijke documenten, afgeluisterde gesprekken, verhoren van verdachten, gesprekken met betrokkenen en reconstructies van gebeurtenissen geven een gedetailleerd beeld van hoe verdachten en hun 'slachtoffers' te werk gingen. De verdachte projectontwikkelaars, directeuren van pensioenfondsen en vastgoedhandelaren konden jarenlang, met hulp van accountants, bankiers en notarissen ongestoord tientallen miljoenen bij hun bedrijven wegsluizen, zo is de verdenking.
'Het voormalige Bouwfonds en Philips Pensioenfonds claimen een kwart miljard euro schade te lijden.' Na het daverende, en soms zelfs hilarische, relaas van wat zich in de afgelopen jaren lijkt te hebben voltrokken, nemen Vasco van der Boom en Gerben van der Marel gas terug en blikken vooruit op het verloop van het proces dat in november 2009 van start ging: 'Dit wordt een langdurige strafzaak van monsterachtige proporties. De belangen van het OM zijn groot. Het onderzoek past in de politieke wens om uitwassen in de vastgoedwereld de kop in te drukken. De zaak dient een hoger doel dan de succesvolle vervolging van de verdachten alleen. Justitie poogt een cultuur te doorbreken, maar hiervoor is een lange adem vereist.'
Mochten er strafrechtelijke veroordelingen uit komen - en de eerste uitspraken wijzen daarop - dan volgt het uitzitten van de straffen pas als veroordelingen onherroepelijk zijn. De zaak zal naar verwachtingen uitgevochten worden tot de Hoge Raad. En dan te bedenken dat het OM geen goede staat van dienst heeft als het gaat om de aanpak van fraude... De hele juridische afwikkeling kan dan zomaar tien jaar gaan duren. Een best onthutsende - en toch ook weer niet verrassende - bewering in 'De vastgoedfraude' is dat deze zaak geen geïsoleerd geval is.
De zaak blijkt een voorbeeld van een hardnekkige voor-wat-hoort-wat-cultuur, een cultuur waar privé- en zakelijke belangen ongeoorloofd vermengd zijn. Er zou een groot grijs gebied bestaan waarin betrokkenen denken dat binnen de marges van de wet en de gedragsregels van bedrijven veel mogelijk is. 'De beloningen voor oneerlijk gedrag vallen in de deals van tientallen miljoenen euro's nauwelijks op. De illegale opbrengsten zijn zo groot dat het ook geen bezwaar is om handlangers te laten meesnoepen.'
Treffend roept het boek ook de vraag op hoe ingrijpend deze zaak is voor het bredere bedrijfsleven. Vertrouwen staat immers centraal in het economisch verkeer en dat vertrouwen is geschonden. Mensen met bevoorrechte posities als directeuren, registeraccountants, fiscalisten en een notaris hebben het imago van hun beroepsgroep geschaad. 'Wie bijverdiensten zonder duidelijke inspanning tolereert, creëert een graaicultuur waar het eigen belang voorrang krijgt boven het bedrijfsbelang.' Deze geluiden hebben wij eerder vernomen... Van der Boom en Van der Marel kunnen geen eenduidig antwoord op de vraag geven, maar het stellen ervan is al een goede zet. Het wordt tijd hier eens goed over na te denken.
Over Perry Oostrum
Per Oostrum begon met schrijven op de middelbare school. Wie niet? Serieus werd het toen hij over zijn grote passie, popmuziek, begon te publiceren in verschillende tijdschriften. 'Mannenleed, een crisisroman' is zijn eerste fictieve werk. Hij werkt als zelfstandig adviseur op het vlak van het onderkennen en beheersbaar maken van risico's en het realiseren van organisatieveranderingen. Per is getrouwd, heeft twee zonen en woont in Wassenaar.