Ergens als een berg tegenop zien, jezelf steeds laten afleiden, afhaken of uitstellen, stampvoeten, klagen, korte lontjes: het zijn verschillende gezichten van LFT die te maken hebben met verzet plegen, zelfoverschatting of juist zelfonderschatting. LFT komt voort uit stress of uit een verwende maatschappij waarin mensen gewend zijn aan snelle behoeftebevrediging. Als het niet snel genoeg gebeurt, worden mensen ontevreden. LFT heeft altijd te maken met verwachtingen: dat je leven lekker doorgaat, hoe anderen zich horen te gedragen. Alleen: je hebt het niet altijd voor het zeggen. Dat is ook niet erg, tenzij het je in je dagelijks functioneren gaat blokkeren. Belemmerende gedachten hebben te maken met een samenspel van aangeboren eigenschappen, veiligheidsstrategieën en aangeleerd gedrag vanuit je omgeving en je opvoeding. De laatste factor, het aangeleerde denken en gedrag, is het beste te veranderen. Het vraagt wel wat om LFT aan te pakken en vooral om door te zetten, terwijl dat precies is wat je moet doen om die frustratiegrens omhoog te krijgen. Wie bij de eerste tegenslag afhaakt, zal er nooit achter komen hoeveel voldoening het nieuwe resultaat geeft. Van Dijk laat aan de hand van oefeningen, die dicht bij jezelf blijven, zien hoe dat gaat en hoe stimulerend het werkt als je tevreden bent over het resultaat. Het belangrijkste is: verander je denken, zodat je je anders gaat gedragen. Goede voornemens om te veranderen hebben geen zin als je je niet eerst bewust bent van je belemmerende gedachten om van daaruit nieuwe denkscenario's te creëren. De Rationeel Emotieve Therapie ('RET') is bij uitstek de methode om de relatie tussen denken en doen te beïnvloeden. Kenmerkend voor 'automatische' (irrationele) gedachten is dat ze zo ingeworteld zijn, dat mensen zich er niet meer van bewust zijn en vanuit hun onderbewuste meteen tot conclusies komen. Van Dijk leidt de lezer door alle stappen van de RET en zet de lezer stevig aan het werk: analyseren van de situatie, gedachten, voelen en handelen dat voortvloeit uit die gedachten, het uitdagen van die gedachten en tot nieuw, constructief denken en handelen eigen maken met behulp van een werkplan. Zo wordt een tegenvaller alleen nog een hobbel die genomen moet worden in plaats van een blokkade, wat het leven een stuk aangenamer maakt. Ik ben op dit vierde boek ingegaan omdat ik als coach LFT regelmatig tegenkom. Het maakte me wel nieuwsgierig naar de overige vier delen en daarom wil ik hier ook mijn indruk van de complete reeks 'De mythe van…' delen met de lezer. Boek 1 gaat over de perfectionist, die zichzelf wijsmaakt dat wat iemand zelf of een ander doet, nooit goed genoeg is. Zo kan hij zelden iets afronden, of hij begint er niet eens aan, of hij is nooit tevreden over de prestatie van anderen. Het boek laat zien hoe je kunt leren tevreden te zijn met het beste van jezelf of een ander en niet méér dan dat te eisen. Boek 2 gaat over de moraalridder, de fatsoensrakker, de schoolmeester, de betweter die DE WAARHEID in pacht heeft en vindt dat alles op zijn manier moet gebeuren, wat, ongeacht de intentie, weerstand oproept. Dit deel laat zien hoe je die moraalridders kunt temmen. Boek 3 gaat over liefdesverslaving, dat wil zeggen dat je je eigenwaarde laat afhangen van de waardering door anderen. Het boek biedt handvatten om voor jezelf op te komen en van jezelf te leren houden. Boek 5 bespreekt de rampenfantast, die wordt beheerst door de angst voor de angst. Je gedachten gaan met je aan de haal en laten je vanuit je overtuigingen de vreselijkste rampen fantaseren. Dit deel helpt op verschillende manieren om alles wat er aan vreselijks zou kunnen gebeuren terug te brengen tot hanteerbare, reële proporties. Elk deel behandelt in nog geen 100 pagina's de veelheid aan verschijningsvormen van elke automatische gedachte, de oorsprong en hoe je ze kunt 'temmen'. Het vijfde deel vormt de integratie. Van Dijk laat zien hoe de automatische gedachten met elkaar samenhangen en stuk voor stuk gebaseerd zijn op angst en onzekerheid. Angst voor fouten, angst om controle/zekerheid te verliezen, angst om los te laten, angst om niet gewaardeerd te worden. Niet in elk deel benoemt hij de RET zo expliciet, maar elk deel ademt wel de principes van deze methode. Ook het model van Leary, dat laat zien hoe het ene gedrag het andere oproept, is impliciet een steeds terugkerend thema. Als geen ander is Bert van Dijk in staat om een complex en diepgaand model als de RET helder en speels over het voetlicht te brengen. Hij weet op een prettige, humoristische manier de lezer te stimuleren om tot actie over te gaan. De actiestrategieën zijn afwisselende en frisse varianten op de uitdaagtechnieken in de RET. De voorbeelden van elke automatische gedachte zijn zo alledaags, dat iedereen zich er wel in herkent. Ook ik zie mijzelf in die spiegel en Van Dijk spaart zichzelf evenmin. Wie heeft hier baat bij? Allereerst is elk deel apart waardevol voor wie tegen zo'n automatische gedachte aanloopt. Van Dijk laat zien hoe elke automatische gedachte in rationeel denken en handelen kan worden getransformeerd, al lijkt dat soms makkelijker dan het is. De kracht van elk deel is dat iemand ziet hoe gemakkelijk automatische gedachten belemmerend werken en vooral dat daar heel goed iets aan gedaan kan worden. De vijf delen samen laten de verwevenheid van de vijf automatische gedachten zien. Dat maakt de reeks vooral waardevol voor coaches, HR-managers, leidinggevenden en adviseurs, kortom iedereen die anderen begeleidt. Het laat goed zien hoe je vanuit die rol de ander kunt aanzetten tot nadenken en veranderen van het denken, voelen en handelen. Wie de vijf delen leest krijgt een goed overzicht van de vele en alledaagse verschijningsvormen van die automatische gedachten; gedachten die lang niet altijd een zwaarwichtig of psychotherapeutisch karakter hebben. Ik heb de reeks met plezier en waardering gelezen en zal de deeltjes zeker gebruiken als een hulpmiddel om een cliënt tot inzicht, onderzoek en actie aan te zetten.
Over Hilde Veraart-Maas
Hilde Veraart-Maas (1954-2019) was organisatiesocioloog. Na 22 jaar Human Resources Management vestigde zij zich als HRM-adviseur, trainer en (team)coach. Zij heeft door de jaren heen het socratisch coachen verder ontwikkeld. Zij werkt vanuit het principe: 'je weet zelf het beste wat goed voor je is!' De kracht van gedachten staat in haar aanpak centraal en de methode bewijst vooral goede diensten als iemand niet geholpen wil worden. Zij schreef diverse boeken over socratisch coachen, niet alleen als coachingsmethode (2006), maar ook over de vele toepassingsmogelijkheden. Zij was Master Practitioner NOBCO EMCC.