Op werkdagen voor 23:00 besteld, morgen in huis Gratis verzending vanaf €20

Recensie

Merkwaardige moraal

In '

| 17 mei 1999

Merkwaardige moraal' van René ten Bos staat de vraag centraal hoe mensen in organisaties met moraliteit omgaan. Het boek intrigeert en inspireert. Vaak voelde ik mij genoodzaakt het boek even neer te leggen en na te denken over de gedreven analyses. Ten Bos dwingt je keer op keer je eigen opvattingen te bevragen en naïviteit wordt de lezer niet gegund. De helderheid van zijn betoog maakt het vervolgens niet gemakkelijk om aan te geven waarom je het met hem oneens zou kunnen zijn. Alle tien hoofdstukken draaien om het thema autonomie. Autonome mensen hebben lef. Ze hebben het zelfvertrouwen 'om hun morele twijfel bij bepaalde activiteiten tot uitdrukking te brengen. Ze durven tegen de stroom in te gaan, ze durven het ergens mee oneens te zijn, ze durven afwijkende meningen naar voren te brengen, ze durven relaties aan te gaan buiten de geijkte institutionele verplichtingen'. Autonomie van medewerkers In de eerste zeven hoofdstukken van 'Merkwaardige moraal' wordt een aantal begrippen gefileerd die in het hedendaagse management en de managementliteratuur populair zijn. Deze onderwerpen zijn vertrouwen, lerende organisaties, cultuurveranderingen, empowerment, Business Process Redesign, leiderschap en professionalisme. Ten Bos wil laten zien dat de autonomie van medewerkers en managers op vele manieren met voeten wordt getreden. Mensen met lef zijn immers vanuit het perspectief van de organisatie onbetrouwbaar en gevaarlijk. De morele emoties van de medewerkers moeten daarom onder controle worden gebracht. Dit gebeurt vaak heimelijk, de retoriek van veel managementbegrippen en -concepten suggereert juist het tegenovergestelde. Ten Bos maakt duidelijk dat veel auteurs geen moreel neutrale adviseurs zijn, maar echte moralisten. Frontale aanval op bedrijfsethiek De laatste drie hoofdstukken van het boek staan in het teken van een frontale aanval op de bedrijfsethiek. Vooral dit gedeelte van het boek roept bij mij ambivalente gevoelens op. Bedrijfsethici zijn volgens de analyse van Ten Bos de grootste wolven in schaapskleren. Juist van hen zou je immers mogen verwachten dat ze de autonomie van medewerkers en managers een warm hart toedragen. Ze zijn echter vooral een welkome gast in organisaties omdat zij zich, volgens Ten Bos, opwerpen als degenen die weten hoe morele emoties tot bedaren moeten worden gebracht. Zo leveren ze een belangrijke bijdrage aan de beheersingsproblemen van de organisatie. Daarnaast verstaan zij de kunst het ietwat getroebleerde individuele geweten van managers weg te poetsen. De conclusie van Ten Bos is hard: de bedrijfsethiek is immoreel! Daar heb ik moeite mee. Hoe komt hij tot een dergelijke conclusie? Zijn analyse is fascinerend en belangrijk, maar hij maakt van de bedrijfsethiek een karikatuur. Dat is jammer, want daarmee dreigt Ten Bos zichzelf buitenspel te zetten. Ten Bos wijst terecht op het belang van morele emoties voor de moraliteit van mensen. Ze zijn onmisbaar om de wereld op een morele wijze te kunnen zien en te kunnen begrijpen. In 'Merkwaardige moraal' worden verschillende strategieën beschreven waarmee organisaties morele emoties in slaap proberen te sussen. Ook geeft Ten Bos aan hoe volgens hem moraliteit in de bureaucratie op fundamentele wijze verandert: 'zij heeft niet langer te maken met zelfrespect, integriteit, empathie, autonomie, geweten of individuele verantwoordelijkheid, maar meer met zelfopoffering, gehoorzaamheid, onderworpenheid, plichtsgevoel en disciplines. Moreel zijn is hetzelfde als gehoorzaamheid aan de regels'. Bijdrage van bedrijfsethici Wat is nu het probleem met de bedrijfsethiek? Juist de bedrijfsethici zouden zich geheel en alleen richten op regels en codes, geen ruimte laten voor morele emoties en meer in het algemeen geen aandacht hebben voor sociale processen in organisaties. Ze stellen zich op als experts die het morele denkwerk van mensen in het bedrijfsleven overnemen. Ze zijn de handlangers die een regelethiek propageren waardoor leden van een organisatie vervreemd raken van hun eigen morele aard. De bedrijfsethiek ontzegt de medewerker het recht op een moreel oordeel en daarmee het recht op moraliteit. Medewerkers hebben de morele plicht om bedrijfsethici te negeren! Ergens geeft Ten Bos aan dat hij misschien een te eenzijdige kijk heeft op de bedrijfsethiek en dat het beeld dat hij schetst misschien niet klopt met de werkelijkheid. Een relativering die ondersneeuwt in de geuite woede. Hij geeft aan dat hij zijn kritiek baseert op wat hij leest in teksten van bedrijfsethici. Ik herken het beeld dat Ten Bos schetst in de praktijk slechts ten dele en denk dat de bedrijfsethiek meer biedt, en ook moet bieden, dan regels en codes. Ik zie bijvoorbeeld dat veel bedrijfsethici juist een bijdrage leveren aan het versterken van de morele competenties van medewerkers en managers, waarbij alle ruimte wordt gegeven aan morele emoties. Ik kan daarom zijn eindoordeel niet delen: Ten Bos moet voor stevige conclusies zich niet slechts willen baseren op een klein aantal boeken. Tegelijkertijd zie ik dat steeds meer adviseurs zich begeven op het gebied van de bedrijfsethiek. Onder druk van de concurrentie kan de verleiding om gemakkelijke antwoorden en oplossingen te zoeken steeds groter worden. De grote verdienste van dit boek van René ten Bos is dat hij laat zien dat die er niet zijn.

Deel dit artikel

Wat vond u van dit artikel?

0
0

Boek bij dit artikel

Populaire producten

    Personen

      Trefwoorden