Het handboek bestaat uit drie delen. Het eerste deel gaat over (het belang van) persoonlijke ontwikkeling van de coachend leidinggevende. Centraal in dit eerste deel zijn de vijf rollen waaruit een leidinggevende kan kiezen: leider, manager, deskundige, coach en collega. 1.Leider: visie en overtuigingskracht laat medewerkers achter de roerganger aanlopen. 2. Manager: ordening en het hanteerbaar maken van processen zorgt voor stabiliteit en rust. 3. Deskundige: de leraar is gericht op het overdragen van kennis en vakbekwaamheid. 4. Coach: empathisch luisteren en doorvragen zorgt voor zelfbewustzijn en innerlijke groei. 5. Collega: onvoorwaardelijke steun en gelijkwaardigheid creëert verbondenheid. Elke rol kent zijn beperkingen en valkuilen. Vandamme adviseert de lezer om zich bewust te zijn van deze rollen. Je kunt kiezen om een bepaalde rol te gaan innemen en te leren switchen tussen de rollen. Dit kan de effectiviteit van de leidinggevende sterk vergroten. Het tweede deel van het handboek laat zien hoe je coaching kunt integreren in je leiderschapstaken, bijvoorbeeld bij het verstrekken van opdrachten of bij een evaluatie. Ook is er aandacht voor het verschil tussen coachbaarheid en leidbaarheid van medewerkers. Deel drie gaat in op het nieuwe gedachtegoed waarvan coaching een concretisering is: een stroming in onze cultuur die is gericht op innerlijke groei en verbetering van de menselijke verhoudingen, terwijl er tegelijkertijd volop aandacht is voor klantgerichtheid en bedrijfsgroei. Het boek sluit af met een definitie van coachend leiderschap: 'Medewerkers helpen zoeken hoe ze binnen de gegeven kaders, hun passie in hun werk kunnen leggen.' Wat mij betreft gaat het om de kernboodschap van Vandamme: Eerst leiderschap, dan coaching! Als je stijl van leidinggeven te slap is, als je medewerkers niet durft bij te sturen en geen kaders kunt uitzetten, dan is de overschakeling naar coachend gedrag niet geloofwaardig. Verzorg eerst je management, daarna kun je coaching toevoegen. Mooi met beide benen op de grond. Toch lukt het Vandamme niet om in het hele boek de benen op de grond te houden. Een paar voorbeelden: 'mensen laten ontwaken wordt de methode bij uitstek om het tij (?) te laten keren; mensen gaan uit de liefde, ze gaan uit het Zijn.' Er zijn diverse cartoons opgenomen om de tekst te verluchtigen. Hierin zie je een leerling die vragen stelt aan 'de Meester'. Soms begrijp ik ze gewoon niet. Wat te denken van: 'Leerling: Meester, geef toe, je bent niet coachbaar. Meester: Klopt, ik heb het meer voor mensen die mij leiden.' Daar wordt de tekst niet luchtiger en ik niet vrolijker van. Vandamme pretendeert zeker niet dat leidinggevenden alleen door het lezen van dit boek een goede coach zullen worden. Integendeel, hij is van mening dat managers veel zelfreflectie en oefening nodig hebben. Ook geeft hij terecht aan dat voor sommige werkproblemen beter een gespecialiseerde (externe) coach kan worden ingezet, omdat er expertise nodig is die aanleunt bij therapie. De auteur verwijst op meerdere plaatsen in zijn boek naar andere boeken van zijn hand, maar hij verzuimt een noot op te nemen van het boek van Ofman over kernkwaliteiten. Dit terwijl het zonder verdere uitleg wemelt van de verwijzingen naar het kernkwadrant. Mijn conclusie: het handboek Coachend Leiderschap is bij vlagen boeiend en leerzaam, maar 'plezant' vind ik het niet. Hoewel ik de volgende cartoon leuk vind. 'Leerling: Meester kun je mij niet op een situationele manier aanpakken? Meester: Jazeker. Hou nu eens je bek en doe wat je moet doen!'
Over Gérard Hendriks
Gérard Hendriks (1956) is mede-oprichter van Het Laar, centrum voor werk en persoonlijke ontwikkeling. Naast het verzorgen van intervisie en individuele coaching van (startende) leidinggevenden heeft hij zich de laatste jaren bezig gehouden met het ontwikkelen van competenties in alle lagen van de organisatie. Hendriks gaat in zijn werk altijd op zoek naar de intrinsieke motivatie en kansen voor ontwikkeling bij klanten.