Met 'Veranderjazz' willen de auteurs vooral inspireren. Hun doel is de lezer en zijn of haar organisatie zodanig aan het denken te zetten dat de energie gevoeld wordt om in beweging te komen. Zij hebben daarbij niet de bedoeling een definitief antwoord te geven op hoe ondernemingen hét moeten doen. Vanuit eigen ervaring hebben zij ondervonden dat dit geen heilzame weg is. Wat ze wel bieden zijn 'verrassende aanvliegroutes voor organisatieontwikkeling', door verbanden te leggen met voorbeelden uit de wereld van muziek, toneel en film. Dit bleek ook een succesvolle benaderingswijze voor Rob van Es, die daarmee zijn boek 'Veranderdiagnose' bekroond zag worden tot Managementboek van het Jaar. Nogmaals, ik vind 'Veranderjazz' een briljante titel, omdat het pakkend weergeeft waar veranderen in organisaties om draait. Improviseren, inspelen op wat zich aandient, doorpakken. In grote lijnen laat de aanpak die het boek voorstaat zich als volgt beschrijven: Ontwikkeling begint bij wat medewerkers en klanten anders willen, als gevolg van het vastlopen van processen of door druk van buitenaf. 'Een belangrijk aspect hierin is leren. Medewerkers leren van de klanten, van de obstakels die ze tegenkomen bij het diensten verlenen aan de klanten en door het uitwisselen van vragen en oplossingen.' En een verandering is (slechts) een interventie die de ontwikkeling verder moet helpen, een korte-termijnstap, ingegeven door dat tijdelijk vastlopen of die druk van buiten. Als creatief proces bezien kent de organisatieontwikkeling volgens Mol, Pronk en Kooistra een drietal fasen. De eerste is het herkennen van het 'iets', de noodzaak tot ontwikkelen en veranderen. Dit gaat over draagvlak en beweging. Dit wordt gevolgd door het vinden van de onderbewuste emoties, hetgeen gericht is op het organiseren van opwinding. De laatste fase is die van het realiseren van iets nieuws, wat begint met uit ideeën, emoties en invloeden dat te kiezen wat goed voelt en uiteindelijk ook goed is. Het vakmanschap van de leider, de dirigent, de regisseur is te voelen wat er moet en dat concreet kunnen maken. Zeer verhelderend zijn de paragrafen 'Wat opvalt...', waarmee ieder hoofdstuk wordt afgesloten. Al bladerend door het hele boek, wordt zo op puntige wijze een aantal belangrijke principes van het succesvol ontwikkelen en veranderen samengevat. Twee van de fraaiste daarvan vind ik: 'Van creatieve ontwikkeling kunnen we leren dat het bij creëren vooral gaat om het regisseren van de spanning tussen angsten en verlangens' en 'Om medewerkers in beweging te krijgen is het nodig dat ze hun zekerheden los durven laten. Valkuil is om zoveel nieuwe zekerheden in te bouwen, dat van echte beweging geen sprake kan zijn'. Zweverige taal, zullen sommigen zeggen. Wanneer je deze beweringen goed tot je laat doordringen, zien de auteurs wel degelijk kans de lezer - mij in ieder geval - in beweging te brengen op een manier die zij zich voor ogen gesteld hadden ... Als afsluiter, de 'Slotakkoorden', krijgt de lezer nog een keur aan literatuur, verhalen en bronnen uit andere media mee, waaruit inspiratie verkregen kan worden. De toelichting die daarbij gegeven wordt is zodanig, dat dit laatste hoofdstuk de gebruikelijke literatuurlijst ver ontstijgt.
Over Perry Oostrum
Per Oostrum begon met schrijven op de middelbare school. Wie niet? Serieus werd het toen hij over zijn grote passie, popmuziek, begon te publiceren in verschillende tijdschriften. 'Mannenleed, een crisisroman' is zijn eerste fictieve werk. Hij werkt als zelfstandig adviseur op het vlak van het onderkennen en beheersbaar maken van risico's en het realiseren van organisatieveranderingen. Per is getrouwd, heeft twee zonen en woont in Wassenaar.