Ons intuïtieve brein werkt snel, automatisch, moeiteloos, impliciet en emotioneel. De meeste beslissingen nemen we via dit snelle brein. Binnen de hectiek van de dagelijkse managementrealiteit is het logisch dat managers vooral dit brein gebruiken. Dat maakt hen helaas ook gevoeliger voor vertekeningen die hun waarneming beperken. Belangrijke informatie opmerken in een context waarin deze veel mensen ontgaat, is meestal een proces van ons trage, bewuste brein. We moeten daarvoor afstand nemen en de situatie analyseren, een of meer stappen vooruit denken en ons indenken hoe anderen zullen reageren op onze beslissingen. Via het trage brein nemen we meer informatie waar uit de omgeving. In de waan van de dag gebruiken we dit reflectieve brein echter veel te weinig. We beperken onze analyse vaak tot gemakkelijk beschikbare gegevens zonder te vragen welke gegevens we echt nodig hebben om de vraag zo goed mogelijk te beantwoorden. Een veel gemaakte fout is dat we meestal genoegen nemen met de informatie die voor ons ligt. We moeten echter begrijpen wat er aan de hand is als we iets over het hoofd zien. Alleen dan kunnen we leren aandacht te besteden aan wat we niet zien. Het is verbijsterend hoeveel informatie mensen over het hoofd zien doordat ze zich concentreren op iets anders. Focus is belangrijk, maar soms is waarnemen belangrijker, zeker wanneer we cruciale beslissingen nemen, volgens Bazerman. Een eersteklas waarnemer heeft een grote opmerkingsgave voor menselijk gedrag en is zeer oplettend. Hij herkent talent en ziet kansen die anderen niet opmerken. Hij staat open voor wat de gegevens zeggen, zonder zich te laten verblinden door wat hij wil van die gegevens. Hij kan meerdere stappen vooruit denken en daardoor vaststellen wanneer verandering nodig is, om die verandering vervolgens door te voeren. Hij kan beter dan anderen de vinger leggen op manco’s in zijn organisatie en in de rest van de wereld. Hij signaleert misleiding snel, evenals patronen van indirecte gevolgen. Hij mijdt het hellend vlak en voorspelbare verrassingen. Hij wordt argwanend als iets te mooi is om waar te zijn en heeft een goed oor voor honden die niet blaffen. ‘Zien wat anderen niet zien’ biedt een breed scala aan voorbeelden die duidelijk maken dat mensen in het dagelijkse leven veel zaken over het hoofd zien. Het is echter jammer dat Max Bazerman niet veel concreter wordt dan in de vorige alinea is samengevat. De belemmeringen worden getoond en in abstracte termen beschreven. Hoe we onze waarneming stapsgewijs kunnen verbeteren, blijft net zo vaag als het omslag van zijn boek. Een gemiste kans.
Over Nico Jong
Nico Jong is senior adviseur bij het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.