Zonder dat ik er weet van had overkwam mij wat, volgens velen, een belangrijke katalysator van innovaties is; toeval. Ik geloof er niet in, maar als ik opsom welke 'toevalligheden' er op mijn pad zijn gekomen toen ik 'Innovatie 3.0' las, begin ik toch te twijfelen; - Bij Axis Media Ontwerpers, een bedrijf waar gesprekken zijn gevoerd voor het praktijk gedeelte van dit boek, heeft een goede vriend van mij gewerkt; - Ik ben, als junior bedrijfsadviseur, direct betrokken bij het, in het boek genoemde, vouchertraject om sociale innovatie in Nederland aan te wakkeren; - De determinanten van sociale innovatie, niet geheel toevallig, zijn belangrijke onderwerpen in een onderzoek naar sociale innovatie in het MKB dat ik met een team uitvoer. Het heeft direct raakvlakken met de theorie van Michael Beer, professor aan de Harvard Business University. Hij beschrijft de determinanten van High Commitment, High Performance Organisations; - In het boek wordt op een gegeven moment gesproken over machines die kunstgras weven. Op het moment dat ik dat las, was er net op Discovery's 'How do they do it' een episode over, je raadt het al, kunstgrasweefmachines. Henk Volberda en Menno Bosma, respectievelijk hoogleraar en journalist, hebben dit boek geschreven om iets meer rationaliteit te geven aan de toevalligheden waardoor innovaties kunnen ontstaan. In de hype van alle vernieuwende en hippe termen die met innovaties gepaard gaan, hebben zij daarom het label 3.0 in plaats van 2.0 (want dat is zo 2011...) op dit boek geplakt. 3.0 omdat het volgens hen meer is dan eenzijdige investeringen in research & development (1.0) en meer dan aandacht voor menselijk kapitaal (2.0). Het gaat om het verzilveren van kennis en het raken van alle aspecten van de bedrijfsvoering. Waarom? Omdat 1.0 en 2.0 niet meer voldoende zijn ten tijde van verslechterende economische omstandigheden mondiaal. Waar Nederland in 2000 nog op plaats 4 van de Global Competitiveness Index stond, zijn we langzaam aan het terugkrabbelen van een dertiende plaats in 2002 (je leest het goed, in twee jaar tijd negen plekken gezakt!) naar plaats 7 in 2011. Dit komt deels door eerder genoemde economische omstandigheden maar ook door wat de schrijvers de 'innovatieparadox' noemen; de kloof tussen de uitstekende voorwaarden die Nederland heeft om te kunnen innoveren (veel hoog opgeleide, betrokken en autonome werknemers) en de uiteindelijke uitkomsten (lees; succesvolle op de markt gezette innovaties). Reden twee dus om de legitimiteit van dit boek te bevestigen. Naast deze redenen voor het schrijven van dit boek en goed onderbouwde achtergrondinformatie over innoveren 3.0, biedt de kern van het boek een schat aan praktijkinformatie over hoe bedrijven (Movares, Incotec, TenCate, Albron, StorkAir, Strukton Civiel) succesvol sociaal innoveren en dus op het niveau van de leiding, organisatie en werknemers hiermee rekening houden. Zo valt het de schrijvers op dat innovatieve bedrijven een warme en gemoedelijke sfeer hebben en er veel immateriële beloningen zijn te noemen. Aangevuld met de visies van Agnes Jongerius (voorzitter FNV), Alexander Rinnooy Kan (voorzitter SER) en mensen van ministeries en universiteiten, geeft dit boek de lading die adviseurs, managers en geïnteresseerden in innoveren nodig hebben. Nodig om die plaats 1 in de Global Competitiveness Index te bereiken en, naast die belangrijke factor 'toeval', wat meer handen en voeten te geven aan de factoren die ideeën en uiteindelijke innovaties succesvol maken.
Recensie
Innovatie 3.0
Aangewakkerd door mijn interesse in innovatie en de totstandkoming ervan binnen het bedrijfsleven, heb ik het boek 'Innovatie 3.0' van Henk Volberda en Menno Bosma gelezen. Hoe komt innovatie tot stand? En hoe kan Nederland dus innovatiever worden?
Gijs Niezink
|
8 maart 2012