Toen ik onlangs een leidinggevende zijn medewerkers hoorde beschrijven als “de wagonnetjes in mijn trein”, schoten de vlekken direct in mijn nek. Je zou deze kerel toch als je manager hebben! Dit soort leidinggevenden maakt dat het aantal professionals dat op zoek gaat naar een nieuwe baan vanwege hun direct leidinggevende de pan uit rijst. Dit is ook de reden waarom ik mij in mijn eigen boeken en lezingen focus op dienend leiderschap. Als een evangelist bijna die een blijde boodschap verkondigt dat het echt beter kan, nee, beter moet! Met Benedictijnse stuurmankunst heb ik een nieuwe bijbel in handen om dit betoog kracht bij te zetten.
Ministrans
In plaats van de leidinggevende als de locomotief te zien die zijn wagonnetjes vooruit trekt en de richting bepaalt, vergelijkt Derkse leiderschap met stuurmanskunst. De stuurman is lid van de bemanning, met een specifieke functie, net als alle andere bemanningsleden. ‘Ze zijn dienstbaar aan, voor en binnen de gemeenschap,” zegt Derkse. “Met een Latijnse uitdrukking: ze zijn ministrans, ze zijn dienend.’ Direct de eerste vraag die wat mij betreft bij een kabinetsformatie (en bij alle sollicitatiegesprekken voor een rol als leidinggevende) moet worden gesteld aan potentiele nieuwe ministers. Wie wil je werkelijk dienen? De gemeenschap of je eigen ego?
De enige ladder
Feit dat een rol als leidinggevende vaak wordt gezien als promotie, het hoogst haalbare, heeft tot gevolg dat het de verkeerde mensen aantrekt. Of misschien beter: goede mensen met verkeerde intenties. Status, salaris, macht. Derkse haalt een Benedictijnse broeder aan die stelt dat ‘de enige ladder in de Regel van Benedictus is die van de deemoed’. Hier gaat het om ‘de moed om te dienen’. Derkse: ‘Een ladder waaraan je ‘omlaag’ kunt gaan, door het afpellen en loslaten van het ego.’ Benieuwd hoeveel professionals nog een rol als manager ambiëren wanneer ze beseffen dat dit is wat van hen in een rol als leidinggevende echt verwacht wordt…
Houden van mensen
Ik hoorde veelschrijver Ken Blanchard eens aan een zaal met leidinggevenden de volgende vraag stellen: ‘Houden jullie van mensen?’ Toen het akelig stil in de ruimte werd, stelde hij dat als wij deze vraag niet bevestigd kunnen beantwoorden, we onszelf echt moeten afvragen of we wel leidinggevende zouden moeten willen zijn. ‘Ga iets anders doen. Iets waar je wel plezier aan beleeft en waar je goed in bent.’ Derkse zegt in feite hetzelfde: ‘Zonder genegenheid voor degenen die zich aan je hebben toevertrouwd en die je dat vertrouwen hebt geschonken, kun je geen goede abt zijn.’ En hij gaat verder door te waarschuwen dat jij als leidinggevende niet het obstakel wordt ‘dat de gezamenlijke weg hindert. […] Soms is je eigen gedrag als leidinggevende juist de aanleiding dat er meer gedoe, onvrede, gemopper en schade ontstaat.’
Zelfleiderschap en reflectie
Leiderschap begint dus bij zelfleiderschap: een eerlijke zelfreflectie op je ego, je drijfveren en jouw visie op leiderschap. Dit proces stopt nooit. ‘De menswording waartoe Benedictus ons uitnodigt, is een levenslang proces waar we zelf kunstenaar en kunstwerk kunnen worden en tegelijk worden bewerkt door andere levenskunstenaars binnen de gemeenschap.’ Met andere woorden: we hoeven het niet zelf te doen. Sterker nog: we zouden wel gek zijn het alleen te willen doen. ‘De broederlijke correctie wil ons allereerst de realiteit onder ogen laten zien, en ons uitnodigen om stapjes te zetten tegen de ‘morele zwaartekracht’ in.’
Gesteltenis van velen
Wat ik bij het schrijven van het boek Inclusief leiderschap (dat ik samen met Ugur Özcan schreef) steeds meer ontdekte, is dat inclusief leiderschap een logische uitwerking zou moeten zijn van dienend leiderschap. Het een kan niet zonder het ander. In Benedictijnse stuurmanskunst werd ik hierin bevestigd. Derkse: ‘De houding van de dienstbaarheid is essentieel en uit zich in een passende omgang met ‘de gesteltenis van velen’. Benedictus gaat uit van grote diversiteit in de gemeenschap en die diversiteit behoort niet te worden gladgestreken. Want die ‘velen’ zijn heel verschillende personen, die allemaal een eigen benadering van de kant van de abt vergen en verdienen.’
Gaven van buiten
En even later gaat Derkse verder: ‘Benedictijnse gastvrijheid is inclusief, en wel letterlijk: de gasten worden opgenomen; wat meer is dan ontvangen.’ Interessant hoe de gast (lees ook: een nieuwe medewerker) door Derkse gezien wordt: misschien heeft de Heer hem wel gestuurd. ‘Is de abt op inclusieve wijze gastvrij ten opzichte van de genadegaven vanuit de eigen gemeenschap? En ten opzichte van die van buiten de gemeenschap? Van de vreemde broeder? Het zou van zelfvoldaanheid getuigen wanneer de abt en de gemeenschap zouden menen dat ze deze gaven van buiten niet nodig hebben.’
Vele lessen
Via Wil Derkse heeft Benedictus leidinggevenden in zowel politiek, bedrijfsleven en non-profitorganisaties onvoorstelbaar veel te leren. Een korte bespreking als deze doet de vele geschonken lessen gewoonweg tekort. Wat mij betreft wordt dit boek dan ook niet alleen verplichte kost voor de nieuwe kabinetsleden, maar ook voor alle managementteams die ons land rijk is. Lees, bestudeer, reflecteer, bespreek – en trek je conclusies. Wil je dienen: blijf en groei. Wil je niet echt ministrans zijn, blijf dan asjeblieft van deze rol weg. Voor jezelf, maar zeker ook voor de gemeenschap voor wie jouw ego anders alleen maar een sta in de weg zal zijn.
Over Henk Jan Kamsteeg
Henk Jan Kamsteeg is eigenaar van het trainingsbureau Proistamenos. Hij geeft trainingen en keynotes op het gebied van o.a. dienend leiderschap, inclusief leiderschap en storytelling. Daarnaast is hij auteur van diverse boeken zoals Dienend leiderschap, De kracht van het compliment en Spreken met passie; de kracht van storytelling, Inclusief leiderschap en Op weg naar een vitale organisatie