Schaepkens schreef 10 miljoen jaar leiderschap. Met de samenvatting en opdracht per hoofdstuk en technieken en tips uit de bijlage legt de auteur de rode loper voor de lezer uit om zelf praktisch met de inzichten aan de slag te gaan.
Vernislaag
10 miljoen jaar leiderschap - Hoe succesvolle leiders voorzien in onze zes oeroude psychologische basisbehoeften heet dit boek voluit. Leon Schaepkens betoogt dat leiderschap niet primair gaat over bedrijfskunde en principes uit de ‘vernislaag’ van de managementtheorie die in de 20e eeuw gangbaar werden. Hij bepleit een investering in het menselijk psychologische DNA als bijdrage aan sterke teams, werkgeluk en organisatiesucces.
Die 10 miljoen jaar klinkt natuurlijk lekker dramatisch en lijkt wat aan ruime kant. Speciaal voor deze recensie heb ik ’t toch even opgezocht: de neanderthaler liep naar schatting 130.000 jaar geleden over onze planeet. Maar inderdaad: de wetenschap gaat uit van 7 miljoen jaar menselijke evolutie, waarbij via 15 soorten mensachtigen homo sapiens als enige menssoort overbleef. Okay, bijna 10 miljoen dus.
Savannebrein
Schaepkens trapt in zijn boek af met een uiteenzetting over het menselijke savannebrein. Dit oerinstinct leeft voort in de huidige professional en leider. En dit maakt dat niet zozeer de ratio maar de emotie de sleutel tot beïnvloeding, sturing en leiderschap is. Niet zozeer de schema’s en stroomdiagrammen uit de bedrijfskunde maken het verschil volgens de auteur, maar de psychologie. En: succesvol leiderschap gaat uit van een positief mensbeeld, en van het voorzien in de belangrijkste menselijke drijfveren. Helaas heeft de managementleer vaak een pessimistische kijk op de mens ontwikkeld. Denk aan Taylor die een op wantrouwen gebaseerd model lanceerde: verdeel en heers.
Heersende opvattingen
De rest van het boek bestaat uit 2 delen. Deel 1 zet de heersende opvattingen van managementgoeroes lijnrecht tegenover de zes menselijke basisbehoeften. Deel 2 geeft de lezer een toolbox in handen met diverse, bondige handvatten voor beter leiderschap. De checklist die het boek afrondt is daarvan de meest praktische. Die geeft de kans om te komen tot een nulmeting: hoe staan we ervoor als het gaat om het beantwoorden aan de meest basale, menselijke behoeften op de werkvloer?
Koketteren
Waar grote denkers over leiderschap primair uitgaan van maakbaarheid en controle, ontbreekt het denken vanuit psychologie vrijwel helemaal in hun werk. Schaepkens lijkt tot de inner circle van de grote namen uit de managementleer te behoren. Hij schetst hoe hij ondermeer Kets de Vries belde, Kotler consulteerde en ook Jim Collins contacteerde. De schrijver beschikt over een indrukwekkend netwerk wellicht, en lijkt daarmee bewust of onbewust ook te koketteren.
De rest van deel 1 gaat dieper in op elk van de meest fundamentele menselijke behoeften. Deze behoeften en de opdracht voor succesvolle leiders zijn respectievelijk:
1. Veiligheid: weg met de angstcultuur
2. Verbondenheid: bouw een echte tribune voor de medewerkers
3. Zelfwaardering: complimenten werken niet altijd
4. Met grenzen leren omgaan: regels, autoriteit en verbondenheid
5. Autonomie: verantwoordelijkheid naar draagkracht
6. Zelfexpressie: de beste mag het zeggen
Wie Maslow kent zal niet gek opkijken als de eerste drie aspecten daarbij het fundament vormen waarbij de andere drie factoren ruimte kunnen krijgen. Elk van de zes factoren wordt levendig geïllustreerd met zowel foutsignalen die als rode vlag moeten dienen, voorbeelden als eisen die aan de leider worden gesteld. De samenvatting die elk hoofdstuk in deel 1 afsluit zorgt daarbij voor een even leesbare als duidelijke checklist.
Zo pleit de auteur voor ‘beperkt ouderschap’ voor leiders die zich echt over hun mensen ontfermen en voor gewoon fysiek aanwezig zijn op de werkvloer als mogelijkheden om veiligheid te bieden. Wees geen undercover boss maar praktiseer ‘management by walking around’.
Verbondenheid
Verbondenheid krijgt betekenis niet zozeer door een te vaak al te wollige missie en visie. Een leider die verbondenheid wil vergroten is open, onpartijdig en bescheiden. Zo had Amazon opricher Jeff Bezos op zijn bureau een bordje staan met de tekst ‘zeg het mij nog openhartiger’. Het laten meekijken door medewerkers met het management kan spectaculair met een tribune (Schaepkens: ‘ik heb het zelf meegemaakt’) of door betrokken medewerkers uit te nodigen een agendapunt te bespreken. Ook in het publieke domein is participatie effectief gebleken. De zogenaamde burgerbegroting werkte net zo goed in het Braziliaanse Porto Allegre als in Antwerpen, Breda en Emmen.
Zelfwaardering
De derde basisfactor voor goed leiderschap is het stimuleren van zelfwaardering. De auteur pleit daarbij voor het oprichten van een opleidingsacademie gericht op de 6 menselijke basisbehoeften. Dat gaat verder dan het opleidingsplan of empowerment dat in de meeste organisaties al gangbaar is. Door een opleidingsaanbod breed en individueel toegespitst aan te bieden werkt een leider aan de echte randvoorwaarden voor succes. Zo kan een cursus ‘feedback geven’ logischerwijs alleen werken als er voldoende zelfkennis bij de medewerkers bestaat.
Siësta
Het voert te ver om ook hier de overige 3 succesfactoren te bespreken: met grenzen leren omgaan, autonomie en zelfexpressie. Hoewel ik de eerste twee aspecten daarvan niet wil bagatelliseren sprak vooral de laatste mij persoonlijk erg aan. In de westerse maatschappij lijken we met het ouder worden het spelen te vergeten. Schaepkens pleit terecht voor de ruimte tot zelfexpressie, creativiteit, experimenteren en dergelijke als basis voor vernieuwing en innovatie. Enkele aanbevelingen: de siësta is een prima hulpmiddel om je onbewuste aan het werk te zetten. Fouten maken moet. En: zorg voor de juiste attitude: innoveren is leuk!
Bregman
De belangrijkste inspiratiebron voor Schaepkens lijkt Rutger Bregman. In de inleiding en ook de literatuurlijst wordt Bregman keurig vermeld. Voor mij als lezer kwam dit boek af en toe over als de managementversie van Bregmans magnus opus De meeste mensen deugen. Een alternatieve titel voor Schaepkens’ boek was misschien geweest ‘de meeste managementdenkers deugen niet’. De auteur kent alle managementgoeroes weliswaar persoonlijk, maar lijkt meer op te hebben met psychologen en neurowetenschappers als Dick Swaab. Grote geesten als Cialdini en Ariely schitteren vreemd genoeg door afwezigheid in dit boek.
Voorbeelden uit de praktijk
10 miljoen jaar leiderschap leest vlot weg en is doorspekt met diverse, meestal anonieme voorbeelden uit Schaepkens’ praktijk. Omdat de inhoud vaak gaat over de persoonlijke rol en functioneren van leidinggevenden en opdrachtgevers van de auteur is dit enerzijds begrijpelijk en anderzijds jammer. De voorbeelden zouden aan kracht en geloofwaardigheid winnen door extra informatie. De lezer wordt gelukkig daarbij getrakteerd op diverse andere, concrete voorbeelden met naam en toenaam uit bedrijven waar Schaepkens niet als coach aan was verbonden.
Leiderschap is volgens Schaepkens ‘niet maakbaar’, maar volgens mij wel te ontwikkelen door zelfreflectie en het inspelen op de echte drijfveren van collega’s, klanten, prospects en andere belanghebbenden. 10 miljoen jaar leiderschap is een makkelijk te lezen, toegankelijk managementboek voor alle leidinggevenden op het werk en thuis, in het bedrijfsleven en in de publieke sector die beseffen dat succes afhankelijk is van het hele team en van dienend leiderschap.
Over Paul Hassels Mönning
Paul Hassels Mönning is auteur van Br@inbound Marketing en managing partner van dutchmarq, specialist in B2B marketing & sales. Als netwerkorganisatie stelt dutchmarq de beste kennisleiders in IT, Technologie, Services en Verduurzaming in staat het verschil te maken in hun B2B-markt.