De belofte van Laagland is een maatschappelijke roman over een klein land dat verstikt raakt in hebzucht en regelzucht. Ofwel: Nederland. De auteur gaat op zoek naar oplossingen om die verstikkingen te doorbreken. Hij doet dat door twee conferenties parallel aan elkaar te laten plaatsvinden. Een vanuit de overheid waarbij de minister-president aanvoerder is. De tweede conferentie is er een van vrijgevochten denkers die een onderstroom in de maatschappij vertegenwoordigen. De ene confereert in Klein Laagland, de andere in Klein Dondergat. U mag kiezen welke van de Waddeneilanden het is.
Het is natuurlijk ‘not done’ om van een roman het einde te verklappen, maar er is hoop, zo blijkt. In dit boek gaat de auteur op zoek naar de oplossing van een persoonlijke frustratie. In de inleiding lezen we: ‘Laagland is een metafoor voor het land dat ik liefheb en waar ik mee worstel.’ En waar worstelt de auteur dan mee? ‘Laagland gedraagt zich als een drukke opgewonden, wispelturige, narcistische, adolescente, bureaucratische imperfectionst met ADHD-verschijnselen en een naïef romantische kijk op de maakbare samenleving.’ Zowel op Klein Dondergat als op Klein Laagland wordt gewerkt aan de oplossing. Uiteindelijk draait het om de ‘koploperstrategie’. Koplopers zijn mensen of teams die in de manier waarop zij werken tot voorbeeld kunnen dienen. Anderzijds draait het om ‘leiderschap van niet weten’. De auteur wil in ieder geval van een ego-systeem naar een eco-systeem. Hijzelf speelt een rol in de vorm van de verder onzichtbare gastheer, en misschien vind je ook delen terug in de schipper die een rol heeft in het verhaal.
Paul Bessems is in Elke dag als de zon opkomt eveneens bezorgd over het wel en wee van de wereld. Het boek begint bijvoorbeeld met een blik in het jaar 2040 waarin vliegen onbetaalbaar is geworden en mensen weer met een zeilboot de wereld over trekken. Maar in dit boek draait het veel meer om de vraag hoe we allemaal efficiënter kunnen werken en zo - door efficiency - de wereld kunnen redden. In het boek van Bessems vormt de ‘community economie’ de basis. Communities gaan de wereld domineren, zo is de vaste overtuiging van de auteur. In zekere zin doen ze dat nu al. Samenwerken wordt belangrijker dan concurrentie. IBM heeft bijvoorbeeld plannen om van de 400.000 medewerkers er 300.000 te ontslaan, om die vervolgens als ZZP’ers weer in te huren, met meer eigen verantwoordelijkheid en de ambitie om samen zaken op te pakken. Kapitalisme is uit, schrijft Bessems, en bedrijven zijn niet langer de ideale organisatievorm. En wat we daar voor nodig hebben is onder meer een Ministerie van Coördinatie. Crowdfunding gaat ook de concurrentie aan met banken.
Beide boeken hebben gemeen dat ze een belangrijke boodschap hebben. Het moet anders, en het kan ook anders. Al schijnen verkiezingen, kabinetsformaties, formateurs en informateurs dat nog niet helemaal begrepen te hebben. Maar het probleem is natuurlijk dat van een roman literaire capaciteiten worden verwacht. En dat is lastig, niet iedereen heet Harry Mulisch, schrijft als Hermans en weet constructief te provoceren als Reve. Soms zijn de verhaallijnen wat gekunsteld. Je moet daar maar een beetje omheen lezen. Verwacht geen prozaïsche regels of literaire stijlvondsten. Maar vermoedelijk lezen deze ‘romanagementboeken’ nog altijd een stuk beter dan menig saai managementboek.
Over Ronald Buitenhuis
Ronald Buitenhuis is freelance journalist.