Victor Frankenstein is een jonge student in het Zuid-Duitse Ingolstadt, die zich volledig onderdompelt in de natuurwetenschap. Hij behaalt geen onverdienstelijke resultaten en dat zet hem alleen maar aan tot verdere studie, dieper de krochten in van de natuurkunde, de scheikunde, ja zelfs van de geheimen van leven en dood. Tot zijn eigen verbazing moet hij op zeker moment de conclusie trekken: Na dagen en nachten van ongelooflijke inspanning en vermoeidheid was ik erin geslaagd de oorzaak van ontstaan en leven te ontdekken; nee, meer, ik was nu zelf in staat levenloze stof tot leven te wekken. En vervolgens voegt hij de daad bij het woord...
Maar tot zijn afgrijzen kan hij zijn eigen schepping slechts met walging aanschouwen, zo lelijk en afstotelijk is het schepsel, zo geel zijn huid, zo angstaanjagend zijn blik. En hij vlucht zijn laboratorium uit, waarin hij zich maandenlang had opgesloten om zijn doel te bereiken.
Zo begint een jarenlange periode van vluchten voor, dan weer op zoek zijn naar het monsterlijke wezen, dat blijkt te beschikken over onbeschrijflijke krachten en onuitsprekelijke wreedheid. De eenzaamheid waartoe Frankenstein zijn schepping heeft veroordeeld, maakt het monster tot een duivel. Met alle bloedige gevolgen en slachtoffers van dien.
Een letterlijk waanzinnig verhaal.
Met griezelige parallellen in de 21ste eeuw…
Over Marjan Maandag
Marjan Maandag is redacteur bij Managementboek.