Toen hij mij eens – ik denk gekscherend – vroeg of politiek niet iets voor mij zou zijn, was mijn antwoord direct helder: ‘Nee, geen haar op mijn hoofd…’ Na het lezen van zijn boek Macht en onmacht kan ik mijn primaire reactie alleen maar beamen. Want als er iets is wat ik leerde van het lezen van Gert-Jan Segers’ terugblik op meer dan tien Haagse jaren, is het wel dat het leven van een politicus niet te benijden is. Niet alleen werk je je een slag in de rondte, ook doe je het – in de ogen van velen – nooit goed. Anderen (zoals pipo’s als ik) weten het altijd beter. Ga er maar aan staan.
Twee lekke luchtbedden
Ik volgde de verrichtingen van Segers als politicus met bovengemiddelde interesse. Ook kleurde ik diverse keren het rondje achter zijn naam op het stembiljet in met mijn rode potlood. En ja, dit kwam mede omdat ik hem persoonlijk had leren kennen – en waarderen. Sterker nog: ik bracht een nacht samen met hem door op mijn werkkamer van International Justice Mission (IJM). Op twee lekke luchtbedden die in twee hoeken van mijn kantoor lagen. Ik had Segers gevraagd deel te nemen aan een actie waarbij 12 auteurs de uitdaging zouden aangaan om in 24 uur tijd een boek over de strijd van IJM tegen moderne slavernij te schrijven. Hij reageerde direct positief op dit wat vreemde verzoek, ook nu dit betekende dat hij de nacht in een kantoorruimte moest doorbrengen. Het zei veel over zijn passie om mee te strijden tegen moderne slavernij en mensenhandel.
Popeye-moment
Ook in Macht en onmacht beschrijft Segers zijn strijdlust om een eind te maken aan mensenhandel. Of, zoals hij het in navolging van een Amerikaans spreker op het gebied van leiderschap beschrijft, hij gaf gehoor aan zijn zogenoemde ‘Popeye-moment’. Het tekenfilmpersonage Popeye voelde een woede opkomen wanneer zijn Olijfje gevaar liep, schreeuwde het uit (‘This is all I can stand, I can stand it no more’) en kwam in actie. Alle mensen die verschil maken in de wereld – bekend en onbekend – doen dit vanuit een Popeye-moment. Ze zien iets waar ze zich over opwinden en willen hier een eind aan maken. Voor Segers was dit niet zomaar een woede, maar een ‘heilige woede’. (‘Bezielde politiek begint met woede en eindigt met een wet.’) Woede over wat mensenhandelaren kwetsbare vrouwen aandoen. Hier moest hij iets tegen doen! En zo ging hij als Kamerlid de strijd aan tegen een misdaad die z’n gang kon gaan in een land waarvan de hoofdstad trots toeristenrondleidingen organiseert in de rosse buurt, waar – ook volgens oud-burgemeester Van der Laan – dagelijks honderden vrouwen worden verkracht omdat zij tegen hun wil achter de ramen staan.
Dienen
Onder Segers’ leiding nam de ChristenUnie plaats in het kabinet. Segers zelf bleef als fractievoorzitter in de Kamer. Segers wilde – zo geloof ik ook echt – het land dienen: ‘Overal waar ego’s groter zijn dan idealen, gaat het vroeg of laat mis’. Zijn rol als politicus ervoer hij als een goddelijke roeping. Vreemde taal misschien voor iedereen die het geloof in een God als gekkigheid ziet, maar een bekend begrip voor iedereen die wel in een goddelijke macht gelooft. Segers beschrijft eerlijk hoe hij zich door God geroepen voelde zijn rol als politicus op te pakken. Dit zorgde er ook voor dat hij soms besluiten nam, waar zijn mondige achterban vragen bij stelde – of zelfs tegen in opstand kwam.
Rutte
Spannender dan ooit werd het in april 2021. Kabinet Rutte III was eerder dat jaar gevallen. Gesprekken over de vorming van een nieuw kabinet verliepen op zijn zachts gezegd nogal moeizaam. CDA’er Omtzigt werd een functie elders toegewenst en Rutte kletste zich overal doorheen. Leugens bestonden niet meer, maar werden verheven tot een zich ‘iets niet meer kunnen herinneren’. Onze premier leed volgens columnisten aan een bijzondere vorm van dementie.
En Segers? Hij gaf in een interview met het Nederlands Dagblad aan niet mee te willen werken aan een vierde kabinet onder leiding van Mark Rutte. ‘Zijn politieke handigheid en zijn eindeloze inhoudelijke lenigheid begonnen afbreuk te doen aan de geloofwaardigheid van ons allemaal.’ Een storm aan kritiek – vooral vanuit de VVD-hoek – was het gevolg. Segers werd in het paasweekend vergeleken met de Bijbelse persoon Judas. Een nogal bijzonder vergelijking, hetgeen Rutte namelijk een Jezusfiguur maakte. Zelf appte ik Segers juist dat hij een wijze stap had gezet en moreel leiderschap had getoond. En eerlijk is eerlijk: ik was teleurgesteld dat de ChristenUnie uiteindelijk toch besloot deel uit te maken van het vierde Kabinet Rutte. In Macht en onmacht legt Segers uit dat hij graag had gezien dat andere partijen er waren uitgekomen, maar dat onder andere GroenLinks wegdook voor de verantwoordelijkheid en de ChristenUnie bijna niets anders meer kon dan meeregeren. ‘Ik wist dat deelname ons in deze omstandigheden niet veel politieke vreugde zou opleveren en niet in het belang was onze partij. Dit moesten we dus doen voor het land. Voor een dienstbare overheid.’ Rutte zette de ChristenUnie vervolgens een hak en blies zijn eigen kabinet op. Hij was te lang doorgegaan als premier, gaf hij onlangs toe. Tja…
Het stokje
Segers had toen al aangegeven het stokje te willen overdragen. Zijn opdracht zat erop. In Den Haag dan. Want ook nu reageerde hij direct positief op mijn vraag of hij openstond voor een gesprek met IJM om te onderzoeken of we niet samen konden optrekken. Zijn strijd tegen mensenhandel zet Segers nu onverminderd voort. Nu niet meer op een matrasje op het kantoor van IJM, maar met een eigen bureau, in de rol van Adviseur bestrijding mensenhandel. Een nieuwe collega dus, die ik voorgaande jaren langs de zijlijn zowel heb aangemoedigd als bekritiseerd, maar voor wie ik – na het lezen van Macht en onmacht – nog meer respect hebt gekregen.
Over Henk Jan Kamsteeg
Henk Jan Kamsteeg is eigenaar van het trainingsbureau Proistamenos. Hij geeft trainingen en keynotes op het gebied van o.a. dienend leiderschap, inclusief leiderschap en storytelling. Daarnaast is hij auteur van diverse boeken zoals Dienend leiderschap, De kracht van het compliment en Spreken met passie; de kracht van storytelling, Inclusief leiderschap en Op weg naar een vitale organisatie