Ontluisterend? Ja, na nieuwsgierigheid en boosheid kwam er ook de nodige schaamte opzetten. De mens heeft immers iets meer macht en vrijheid om zich te onttrekken aan zo’n bestaan van gedwongen eten, moddervet worden en te vroeg doodgaan dan zo’n kip? Waarom gebruiken we die macht niet? Waarom laten we ons als plofkip behandelen? Van de Keuken zet in zijn betoog de redenen ervoor zeer goed uiteen, en is helder over de gevaren van doorgaan op dit pad. Hier moeten we, collectief, echt wat mee.
De verslaafde plofkip
De mens is een plofkip raakte me vanaf het allereerste begin. Aggossie, die kip op haar dunne pootjes, verslaafd gemaakt aan eten. Doorlopend eten, en doorlopend zwaarder worden, elke gram die erin gaat, wordt omgezet in gewicht. Tenminste, de eerste 6 weken. Daarna is de ‘input’ groter dan de ‘output’ en wordt het rendement van het voer te laag. De kip wordt geslacht, en haar ‘technische delen’ verkocht. Zo wordt er winst gemaakt op de plofkip. Wij worden niet geslacht, het voer hoeft niet te worden omgezet in gewicht, de winst zit op het voer zelf. Hoe meer voer we eten, en hoe langer we dat doen, hoe meer winst er wordt gemaakt. Maar het proces is verder vergelijkbaar: verslaafd maken aan eten en zoveel mogelijk voer naar binnen laten proppen. En van de resulterende welvaartsziekten gaan we eerder dood.
Homo manducans
Na deze vergelijking schotelt Van de Keuken ons de evolutie van onze eetgewoonten voor. In de zestiger jaren bewees een huisvrouw haar waarde door uren in de keuken te zwoegen, alles zelf te maken vanaf scratch. En de resulterende maaltijden waren behoorlijk uitgebreid. Maar steeds meer vrouwen gingen buitenshuis werken, en het gemaksvoedsel kwam op: op veel plekken te koop, snel klaar, bijna zonder te kauwen door te slikken.
En de kinderen werden óók gemakkelijker: ze klaagden minder over het eten, omdat het lekker zoet, zout of vet was, of alle drie tegelijk, zoals hagelslag en pindakaas. De kinderen aten makkelijker hun bordje leeg. Ja, vind je het gek, het verzadigde veel minder, al dat witbrood in plaats van volkoren boterhammen. Behalve dan die groenten, die gingen niet zo snel naar binnen. Maar stel een zoet toetje in het vooruitzicht en de vieze spinazie wordt toch opgegeten. In het kinderbrein is het dan al duidelijk: gezond is moeten en vies, zoet is beloning en lekker. En zo werden we homo manducans: de vretende mens.
De gevolgen
En de gevolgen van dat vreten zijn niet mals: overgewicht, wat volgens onderzoek de Nederlandse samenleving 79 miljard (!) per jaar kost, door allerlei gezondheidsproblemen: diabetes 2, rugklachten, zenuwschade, oogproblemen, hart- en vaatziekten, kanker, nierklachten, stress. Stress? Jawel, hoe meer suiker en vet je eet, hoe heviger je lichaam reageert op stresshormonen. Maar: als je eenmaal aan overgewicht lijdt, is het ontzettend moeilijk ervan af te komen. Je moet het dus voorkómen, bij kinderen. Maar we laten ons zo makkelijk verleiden, vinden ongezond eten gewoon lekkerder, door die suiker, vet en zout. Ons primitieve brein houdt ervan, dat calorierijke voedsel, dat we ooit nodig hadden om te overleven bij voedselonzekerheid, en om die zware arbeid te kunnen doen. Een bekend fenomeen.
Dit hoofdstuk over de oorzaken van onze verslaving is erg informatief en gaat diep in op ultrabewerkt voedsel en de jacht op winst van de fabrikanten van dat ultiem lekkere eten. Dat eten dat bijna niets meer met écht eten te maken heeft. Het stukje over het inspuiten van water in ham (goedkoop vocht maakt het vlees zwaarder), en dat dit bij ‘gemarineerd’ vlees zonder maximum mag is bepaald cynisch. Van de Keuken stelt terecht de vraag: hoeveel natuurlijk vlees zit er nog in dergelijke producten vol smaakstoffen en suiker, zou je het ook helemaal zónder vlees kunnen maken, zodat je er geen dieren voor hoeft te doden?
Marketing
Is het betoog over de productie van ons eten al bepaald schokkend, zelfs als je dit allemaal al wist, zodra Van de Keuken over marketing begint vallen de schellen echt van je ogen. Er wordt meer geld, liefde en aandacht in marketing gestopt dan in het product zelf. Het gaat om de perceptie en de beleving van het product, niet het product zelf. In Nederland wordt 2 miljard aan marketing van voedsel uitgegeven, en 80% daarvan aan producten buiten de Schijf van Vijf. Wat zou er gebeuren als we dat geld zouden besteden aan marketing voor gezonde producten? Zouden we dan meer gezond kopen, meer gezond eten, eraan wennen, het de nieuwe norm van ‘lekker’ maken? Ook is 80% van de aanbiedingen in de supermarkt voor ongezond voedsel, en (mede) daardoor meestal goedkoper dan gezond voedsel. Wat zou er gebeuren …
Het wordt nog erger. Veel van de marketing en aanbiedingen is gericht op kinderen. Hoe sneller je die verslaafd maakt aan je product hoe beter, en kinderen snappen nog niet wat marketing eigenlijk is. Ze begrijpen niet dat ze verzonnen verhaaltjes voorgeschoteld krijgen met maar één doel: dat ze om iets gaan zeuren bij de ouders. En dan hebben we het nog niet eens over alle verkooppunten van snoep, bewust vlakbij scholen.
De consument wil het
Van de Keuken heeft zich als journalist lang en fel beziggehouden met ongezonde en onethische producten. Op elke vraag aan fabrikanten was het antwoord: De consument wil het. De fabrikanten verdedigen zich met 3 begrippen: eigen keuze, betutteling en hypocrisie. De consument heeft vrije keuze welke producten hij wel of niet koopt. Als de overheid dat gaat bepalen behandelt ze de consument als een klein kind, dat heet betutteling. En degenen die oproepen tot gezond eten, nemen nooit een handje chips? Tuurlijk wel, ze zijn hypocriet. En als ze niet hypocriet zijn, écht niks ongezonds en onethisch doen, dan zijn ze wereldvreemd. (Dit is dezelfde soort argumentatie die ook door tegenstanders van klimaatmaatregelen wordt gebruikt, hoe herkenbaar!).
Actie!
Individuele keuzevrijheid en marktwerking horen bij het neoliberalisme. Er is gewoon geen politieke wil om iets aan deze praktijken te veranderen. Geen wetgeving, en geen handhaving als er toevallig wel een wet is. Individuele acties om gezonder te gaan eten zullen iets helpen, maar voor het gros van de mensen niet genoeg of te moeilijk zijn. Er moet dus collectieve actie komen. De overheid heeft een zorgplicht, de plicht haar burgers gezond te houden. Ze moet de macht op de bedrijven terugpakken, regels stellen voor onze voeding. Dat zal even afkicken worden, maar daarna … genieten we van echt eten.
Relevant en nodig
Teun van de Keuken heeft een bijzonder relevant boek geschreven, dat volstrekt niet origineel is. Alles wat hij opschrijft, weten we allang. En toch doen we niets. Dit aantrekkelijke boek brengt daar misschien verandering in. Aantrekkelijk, want De mens is een plofkip is zeer compact, prettig geschreven, met cynische humor en veel feiten. De titel en de cover trekken de aandacht. Grappig om onszelf in product-specificaties terug te zien: 85 kg, water, vlees, zout, aroma, kleurstoffen, geurstoffen, smaakstoffen, conserveermiddelen. Kan sporen van pinda’s bevatten.
Het betoog is bijzonder helder, kort en krachtig, en onderbouwd met overtuigende statistieken en onderzoeksresultaten. De link tussen de machteloze plofkip en de even machteloze consument wordt heel goed gelegd, en zorgt voor schaamte. De link tussen diezelfde machteloze consument en de op winst beluste, onethische bedrijven is óók heel duidelijk, en zorgt voor boosheid. Dat dat allemaal mág! We worden ziek gemaakt, dóódziek gemaakt! Levert het genoeg boosheid op om ook collectieve actie af te dwingen, of te initiëren? Dat zou mooi zijn. Teun van de Keuken heeft er in ieder geval alles aan gedaan.
Over Elly Stroo Cloeck
Elly Stroo Cloeck is project- en interim-manager op het gebied van Finance, Internal Audit en Risk Management. Daarnaast schrijft ze recensies en samenvattingen van managementboeken.