Op werkdagen voor 23:00 besteld, morgen in huis Gratis verzending vanaf €20

Recensie

Vanzelfzwijgend - ‘Nieuw interventierepertoire’

Vanzelfzwijgend staat voor alles dat vanzelf gaat in organisatie-relaties, daarmee vanzelfsprekend is en soms onmogelijk te veranderen lijkt. Odette Moeskops heeft een fijne pen; duidelijk en licht academisch, waarmee ze ingewikkelde concepten helder uitlegt en toepasbaar maakt. Moeskops heeft een mooi boek geschreven; qua vormgeving, titel, taal én inhoud.

Niels Cool | 7 november 2024 | 5-7 minuten leestijd

Vanzelfzwijgend wortelt in tradities. Aan de basis liggen onder andere de onderzoeken van Bamforth en Trist, in Engelse kolenmijnen in de jaren ’50. Hier werd de relatie gelegd tussen de toepassing van technologie, de betekenis hiervan voor de organisatie van werk en de gevolgen voor relaties en emoties in het sociale systeem; de basis voor de (moderne) sociotechniek. Mooi en herkenbaar voor een organisatieontwerper als ik, voor wie bedrijfsresultaten en kwaliteit van werk hand in hand gaan.

systeempsychodynamisch perspectief

De inhoud van dit boek biedt handvatten om de dynamiek in vastzittende relaties te onderzoeken, begrijpen en te veranderen. Emoties vormen hierbij de ‘brandstof’: ze voeden individueel gedrag en beïnvloeden zo relaties, wat leidt tot patronen in interacties, die ze in stand houden. Het systeempsychodynamisch perspectief, een manier om te onderzoeken hoe onbewuste emoties en groepsdynamiek invloed uitoefenen op gedrag, maakt het mogelijk die patronen te ontrafelen, begrijpen en in beweging te krijgen.

gidsen in de onderstroom

Moeskops gebruikt begrippen die duidelijk maken waarom het soms gaat zoals het gaat. Voorbeelden hiervan zijn collusie, het onbewust samenwerken om moeilijke gevoelens en spanningen te vermijden. En regressie: het terugvallen naar minder volwassen gedrag als reactie op stress of spanningen. Of splitsing, waarbij een verandering leidt tot extreem tegenstrijdige, ongenuanceerde, reacties bij (groepen) mensen. Deze kennis helpt ‘entree’ te krijgen tot de ‘vanzelfzwijgende wereld’, geeft richting bij het ‘gidsen in de onderstroom’ en ‘jezelf als instrument in te zetten’: het onderzoeken van de eigen emoties en duiden wat deze zeggen over spanningen en patronen in het systeem. Dat vraagt ‘jongleren met identificaties’: het behouden van meervoudige partijdigheid. En ‘het bieden van holding’: een houvast om met moeilijke situaties en gevoelens om te gaan.

landschap van emoties

Ook beschrijft ze welke eisen dit stelt aan de adviseur, bestuurder of manager die in het ‘landschap van emoties’ wil interveniëren: ‘het vermogen om te verdragen’. Dit vereist het kennen van de eigen emotionele reacties en patronen en deze kunnen weerstaan. Zo wordt het boek impliciet persoonlijk, merk ik. Ken ik mijn eigen emotionele reacties en patronen voldoende en kan ik deze lezen en ontleden en zo onderscheiden wat van het systeem is en wat van mij? Iets dat de ‘rêverie’ expliciet maakt: het mijmeren over woorden en gebeurtenissen en het verkennen van de bijbehorende eigen gevoelens.

Dominant discours

Toen haar eerste boek, Het doorbreken van organisatiepatronen in 2014 verscheen, moest de onderstroom nog een plek krijgen, stelt Moeskops. Inmiddels behoort deze tot het dominante discours van het organisatieadviesvak. En is er weinig aandacht voor de kwaliteit van de organisatiestructuur: de afspraken over wie waarvoor verantwoordelijk is, wie met wie samenwerkt, wie welke beslissingen mag nemen en hoe er wordt gestuurd. Een waardevolle bijdrage is daarom het hoofdstuk ‘Hoe organisaties een sociaal weefsel vormen’.

Veel publicaties beschrijven de harde bovenstroom en de met emoties geladen onderstroom als een polariteit. Moeskops maakt duidelijk dat ze onlosmakelijk zijn verbonden. De eerste is mede bepalend voor de interacties in de tweede en het sociale weefsel dat daarbinnen, via psychologische processen, ontstaat en holding biedt. Schiet die houvast te kort, dan krijgt de informele organisatie de overhand, met alle gevolgen van dien. Er is dus een onderscheid aan te brengen in de kwaliteit van structuren, concludeer ik als ontwerper. Een uitdaging voor ontwerpers om te onderzoeken welke structuurkenmerken succesvol zijn in het ontwikkelen van hoogwaardig sociaal weefsel.

consistent geheel

Het boek bestaat uit 7 hoofdstukken, deels bewerkingen van eerder verschenen artikelen of blogs. Deze vormen een consistent geheel en zijn prima apart en in willekeurig volgorde te lezen. Ze zijn verrijkt met voorbeelden, die de theorie tot leven brengen. Intermezzo’s introduceren de verschillende hoofdstukken. Het boek bevat zowel een inleidende samenvatting als een introductie van elk onderdeel in het eerste hoofdstuk, Vanzelfzwijgend. Handig om naar terug te grijpen, wanneer je begrippen en inhoud wil terugvinden. Daarbij is elk hoofdstuk voorzien van bronverwijzingen.

Interventies

Moeskops bouwt met dit boek verder op haar eerdere publicatie, terwijl ze begrippen en concepten even goed uitlegt, toelicht, verrijkt en voorziet van voorbeelden. Daarbij biedt ze ook een nieuw interventierepertoire, zoals aandacht voor discours en narratieve interventies: het afbreken en weer opbouwen van verhalen, waarmee gebeurtenissen en relaties nieuwe betekenis krijgen. Het hoofdstuk ‘Wat doet het je doen’ en het inleidend intermezzo, maken nieuwsgierig en tegelijkertijd voel ik me als adviseur, vanuit mijn traditie, onzeker. Zal het me ooit lukken om ‘te navigeren tussen het landschap van identiteit en dat van actie’? Om ‘een methodische positie van neutraliteit in te nemen? En om een ‘beschouwende derde positie te faciliteren’?

Daarbij betrekt dit hoofdstuk gedachtengoed van maatschappelijke duiders als Rosa, Verhaegen en Foucault. Een trend die afgelopen jaren zichtbaar is in het organisatieadviesvak en die ik - persoonlijk - moeilijk vind in mijn praktijk toe te passen. De laatste paragraaf van dit hoofdstuk heet ‘geen toverdoos’, waarin de auteur aangeeft dat een narratief systeemperspectief geen totaaloplossing biedt, maar alleen een deel is van een veranderstrategie. Dat stelt me gerust.

tegenspraak-paradox

Het laatste hoofdstuk, ‘Verschil maken in kwesties die er toe doen’, gaat over tegenspraak in, of beter gezegd, richting de top. Ik moet denken aan wat ik noem, de tegenspraak-paradox: de praatpraktijk waar tegenspraak gewenst is of zelfs geïnstitutionaliseerd, en de daadpraktijk waar tegenspraak tot oncomfortabele, zelfs onveilige, gevoelens kan leiden. Een actueel onderwerp.

Vanzelfswijgend is een mooi boek, dat een ander dan gebruikelijk perspectief biedt op de dynamiek in organisaties. Het is geen boek om eventjes tussendoor uit te lezen. Dat geeft niets, want het is tijdloos. Het is een boek om op te kauwen, te ontdekken en op terug te grijpen. Het is mooi en leerzaam. Hoewel het wordt aangeprezen als bedoeld voor ingewikkelde situaties, wanneer het vastzit en ‘gewone’ interventies niet werken, reikt het wat mij betreft kennis aan die in veel situaties inzicht biedt en toepasbaar is. Een welkom bijproduct: het dwingt tot reflectie op eigen emotionele reacties en leidt tot zelfkennis.

Over Niels Cool

Drs. Niels Cool (MCM, CMC) is organiatieonderzoeker en strucutuurontwerper, verbinder van structuur en gedrag, boven- en onderstroom. Hij schrijft recensies op persoonlijke titel.

 

Deel dit artikel

Wat vond u van dit artikel?

0
0

Populaire producten

    Personen

      Trefwoorden