Zelf heb ik er ook last van: stotteren. In een matige vorm, het heeft mij slechts beperkt weerhouden om dingen niet te doen. Wel ontweek ik altijd zoveel mogelijk presentaties geven op school, maar ook op het werk. Met name door de mogelijke reacties van collega’s of bij de presentatie aanwezige mensen. Een presentatie gaf al weken van te voren stress. Dat verhaal herken ik heel erg in Gelieve niet te stotteren op onze inclusieve werkvloer van Steven de Jong. Hij stottert zelf, was journalist, maar mocht geen interviews doen, alleen redactiewerk. Als zelfstandige viel een last van zijn schouders doordat hij niet meer te maken had met de (onveilige) werkomgeving. En dat leidde weer tot minderen stotteren.
Onderzoek
Dat spoorde Steven er toe aan om eens onderzoek te gaan doen, welke functies zouden stotteraars nu kunnen doen. Maar ook hoe kijken bedrijven tegen stotteraars aan? Daarvoor heeft hij, in samenwerking met Start Foundation en Stichting Support Stotteren, een onderzoek genaamd Stotterend solliciteren uitgevoerd. De ondertitel van het boek ‘een ontluisterende verkenning’ geeft al inzicht in het resultaat…
Als je stottert heb je vaak van jongs af aan al diverse therapieën gehad, waaronder logopedie. Uit onderzoek blijkt dat die niet veel resultaat hebben. Veel kinderen groeien over het stotteren heen, 1% van de bevolking blijft stotteren. Ondanks therapieën, die helpen niet. Werkgevers willen stotteraars vaak behoeden voor mondelinge uitdagingen, zij worden niet gevraagd om te spreken in het openbaar. Terwijl zij zichzelf vaak al angsten, vermijding, overcompensatie en isolatie hebben aangepraat.
Is dat nu structureel, dat werkgevers geen stotteraars willen?
Kwalitatieve inventarisatie
Steven de Jong heeft een kwalitatieve inventarisatie uitgevoerd. Met risico op sociaal-wenselijke antwoorden, dat wel. Maar dit sloot het beste aan bij het doel van het onderzoek. Hij heeft op 79 vacatures gereageerd met de vraag of de vacature ook openstaat voor stotteraars. 22 werkgevers reageerden niet, 22 welwillend, 21 neutraal/ontwijkend en 14 reageerden ronduit negatief. Inderdaad ontluisterend, omdat dit nog maar een inventariserende vraag was en nog niet eens een echte sollicitatie.
Een deel van de reacties, zowel positieve als negatieve, heeft hij (deels geanonimiseerd) gepubliceerd in het boek. Waarbij sommige reacties van werkgevers echt stuitend zijn en niet meer van deze (inclusieve) tijd met personeelstekorten. Want het gaat niet om hoe iemand praat, maar wat degene kan. Zoals De Jong het formuleert: ‘de handicap van het stotteren zit ‘m vaak meer in de reacties erop dan in het stotteren zelf. De grootste beperking is de intolerantie van de ander.’
Imagoprobleem
Mensen die stotteren kampen met een imagoprobleem. Dat liet ook de emoticon van Apple zien voor stotteren, met dichtgeknepen ogen en gekronkelde lippen. Inmiddels is die gelukkig verwijderd. Dat komt ook omdat het stotteren niet als handicap wordt gezien. Men ziet stotteren als iets dat je zelf kan verhelpen of verminderen. Het is dus je eigen probleem, kwestie van goed oefenen en beheersing van ademhalen. Laat nu uit onderzoek blijken dat dat niet het geval is!
Het boek eindigt met een persoonlijke brief van de auteur aan zijn eigen stotter. Van zijn vijand tot iets dat hij geaccepteerd heeft als iets dat bij hem hoort. Maar nog steeds af en toe zijn vijand.
call to action
Het boek is erg herkenbaar voor stotteraars. En een call to action voor personeelsafdelingen, om dit probleem eens onder de loep te nemen en te zorgen voor een inclusieve werkvloer, ook voor stotteraars. Het boek is dan ook bedoeld als een spiegel voor de samenleving. De persoonlijke ervaringen van de auteur geven het boek diepte, waarbij het af en toe wat te veel in herhalingen valt. Zowel de persoonlijke ervaringen van de schrijver als de resultaten uit het onderzoek. Maar al met al een interessant boek die hopelijk wat teweeg brengt op de arbeidsmarkt, maar ook bij stotteraars zelf! Niet meer wegkruipen of ontwijken, gewoon je ding doen!
Over Jan Hoogstra
Jan Hoogstra heeft meer dan 25 jaar ervaring als IT-adviseur en IT-auditor bij grote accountants- en adviesbureaus. Tijdens zijn loopbaan heeft hij veel opdrachten gedaan op het gebied van informatiebeveiliging en optimalisering van de inzet van IT. Jan is directeur bij CognoSense, dat gespecialiseerd is in de menselijke kant van IT.