Op werkdagen voor 23:00 besteld, morgen in huis Gratis verzending vanaf €20

Recensie

De toekomst ís te voorspellen

De meeste professionele voorspellers presteren als kwakzalvers, zegt Wharton-politicoloog Philip Tetlock in Supervoorspellers. Met een wetenschappelijke aanpak schiet de kwaliteit van prognoses echter met sprongen omhoog. Tetlocks boek wordt in de Verenigde Staten al geprezen als het belangrijkste werk over het besluitvormingsproces sinds Daniel Kahnemans Ons feilbare denken.

Jeroen Ansink | 26 oktober 2015 | 3-4 minuten leestijd

Irak heeft massavernietigingswapens. De huizenprijzen zullen blijven stijgen. Nederland plaatst zich met gemak voor het Europees Kampioenschap voetbal in Frankrijk. De geschiedenis zit vol met voorspellingen die de plank pijnlijk misslaan. Onze behoefte aan stelligheid heeft daar weinig verandering in kunnen aanbrengen. Of het nu gaat om beleggingsdeskundigen, voetbalcommentatoren, of de twintigduizend analisten van het Amerikaanse inlichtingenapparaat, keer op keer blijkt de doorsnee expert niet beter te presteren dan een pijltjesgooiende chimpansee. Een mens zou er moedeloos van worden.

Toch is dit maar het halve verhaal. Verrassend genoeg zijn er ook voorspellers die consequent boven het gemiddelde uitstijgen. Anders dan de meeste mensen zien deze Supervoorspellers hun prognoses niet zozeer als heiligdommen die gekoesterd moeten worden, maar als hypothesen die nog niet bewezen zijn. Het gaat hen niet zozeer om de vraag of ze gelijk hebben of niet, maar waarom.

In Supervoorspellers laat de Canadees/Amerikaanse politicoloog Philip Tetlock zien dat een vooruitziende blik niet een goddelijke gift is, maar een vaardigheid die kan worden aangeleerd. Supervoorspellers stellen hun oordeel samen op basis van uiteenlopende bronnen, en zijn bereid om bij nieuwe informatie hun mening bij te stellen. Ze zijn voorzichtig, nieuwsgierig en zelf-kritisch, en opereren in fijne gradaties: in plaats van een mogelijke gebeurtenis een kans van 70-30 toe te kennen, denken ze in waarschijnlijkheden van 68-32, of 72-28.

Supervoorspellers is in de Verenigde Staten al gelauwerd als het belangrijkste boek over het besluitvormingsproces sinds Ons feilbare denken van gedragseconoom Daniel Kahneman. Een van de redenen is dat Tetlock, die verbonden is aan Wharton Business School, kan putten uit een goudmijn aan harde data. Zijn onderzoeksteam maakt sinds 2011 deel uit van een voorspellingstoernooi dat georganiseerd wordt door de Amerikaanse overheid. Deelnemers moeten antwoord geven op honderden vragen, zoals 'Hoeveel nieuwe landen zullen in de komende acht maanden melding maken van ebolagevallen?' of 'Zal de Koerdische Regionale Overheid dit jaar een referendum uitschrijven voor nationale onafhankelijkheid?'

De pakweg drieduizend deelnemers in Tetlocks team presteerden in het eerste jaar zestig procent beter dan de controlegroep. In het tweede jaar was dat al opgelopen tot 78 procent. De hoogste scores kwamen bovendien niet van beroepsmatige analisten die over geclassificeerde data konden beschikken, maar van mensen als Bill Flack uit Nebraska, een gepensioneerde medewerker van het Ministerie van Landbouw, en een niet onverdienstelijk ornitholoog.

Amateurs die beter voorspellen dan (televisie)persoonlijkheden die ervoor betaald worden is een conclusie die er niet altijd even makkelijk in zal gaan. Aan de andere kant is het bizar dat wereldleiders hun oren laten hangen naar uitspraken die volledig gespeend zijn van wetenschappelijke merites. Voorspellen kent geen academische traditie en vereist geen diploma's: iedereen kan zich een deskundige noemen. Tetlock trekt een vergelijking met de medische wereld, die tot zeer recent nog open stond voor charlatans en kwakzalvers. Wetenschappelijke experimenten, statistische metingen en het beroepsmatige besef dat absolute zekerheid niet bestaat zijn elementen die pas in de vorige eeuw gemeengoed zijn geworden.

Of Tetlock eenzelfde revolutie in de voorspellingswereld zal ontketenen is nog de vraag. Enerzijds, anderzijds-gesprekken doen het gewoonweg niet goed op televisie, en dat zal waarschijnlijk altijd wel zo blijven. Aan de andere kant is er een wereld te winnen als we ons sceptisch opstellen tegenover mensen die de waarheid in pacht denken te hebben. Kijk naar een hedgefonds-manager als Bill Ackman, die in 2008 zijn geld inzette tegen het idee van alsmaar stijgende huizenprijzen. Het barsten van de onroerend goed zeepbel leverde hem meer dan een miljard dollar op.

Over Jeroen Ansink

Jeroen Ansink is journalist in New York. Hij schrijft en schreef onder meer voor HP/De Tijd, Elsevier Weekly Magazine en Fortune.com. Voor Managementboek schrijft hij interviews. Ansink voltooide een vrij doctoraal in de Letteren aan de Radboud Universiteit in Nijmegen en behaalde het certificaat Business Journalism aan de Wharton Business School aan de Universiteit van Pennsylvania.

Populaire producten

    Personen

      Trefwoorden