Moed is volgens De Rooy het vermogen van leiders om ondanks risico, pijn of angst datgene te doen wat noodzakelijk is voor de organisatie. Daartoe moeten zij op cruciale momenten de waarheid onder ogen durven zien, onaangename besluiten nemen en (blijven) staan voor de zienswijze die hen tot die besluiten bracht. Ook als zij er op zulke momenten helemaal alleen voor staan. Opvallend genoeg hebben leiders vaak te weinig expliciet aandacht voor hun eigen moed, schrijft De Rooy, en ook in de literatuur is weinig over het onderwerp te vinden. Terwijl moed zo veel impact heeft. Hij noemt onder meer Ton Büchner als voorbeeld, de ceo van Akzo Nobel, die er openlijk voor uitkwam dat hij een burn-out had en aangaf tijd nodig te hebben voor herstel. Wim Kok ook, socialist in hart en nieren die desondanks besloot commissaris te worden bij ING. Kok wist dat hij bakken met kritiek over zich heen zou krijgen en toch besloot hij de benoeming te aanvaarden. Deze leiders toonden hun kwetsbaarheid of gingen de confrontatie aan en dat maakte hen nog sterker dan zij al waren, aldus De Rooy.
Gedurfd leiderschap begin met het onder ogen durven zien van de realiteit en daarom daagt hij in het eerste hoofdstuk van zijn boek de lezer uit verder na te denken over diens eigen moed. Gedurfd leiderschap is altijd verbonden met een bepaalde situatie, een moment waarop je de keus hebt je verantwoordelijkheid te nemen of te vluchten. Wanneer was jij laf, wanneer roekeloos en in welke situatie waren gevoel en verstand in balans en toonde je moed? Dit soort vragen vuurt De Rooy met grote regelmaat op zijn lezers af. Niet alleen in het eerste hoofdstuk, maar ook in de hoofdstukken die volgen, waarin hij de ‘vierkante meter moed’ bespreekt, een metafoor waarmee gedurfd leiderschap handen en voeten krijgt. Die ‘vierkante meter moed’ staat voor de vier belangrijkste aspecten van moed: kritieke momenten, pijn en angst, het ‘moed-motief’ en gezond verstand.
De Rooy heeft zijn boek in de tweede persoon geschreven: hij spreekt de lezer voortdurend aan met ‘jij’ en dat geeft zijn relaas een hoog je-kunt-het-best gehalte. Professional op het gebied van leiderschap en moed, zoals zijn cv aangeeft, fungeert hij al jaren als sparringpartner voor bestuurders, directies en managementteams en zo zie je hem al lezend ook voor je: zittend tegenover een ceo die heen en weer geslingerd wordt tussen – ogenschijnlijk? – onverenigbare verantwoordelijkheden. Die heeft het daarbij niet gemakkelijk, want De Rooy staat geen uitvluchten toe: hij dwingt de lezer steeds weer de ‘plek der moeite’ op te zoeken en daar de confrontatie met zichzelf aan te gaan. Talrijke aansprekende voorbeelden moeten daarbij duidelijk maken dat moed tonen weliswaar lastig is, maar wel kán.
Moed is feitelijk een herziene uitgave van het eerder verschenen Vierkante meter moed (‘De missing link in leiderschap’). Dat verscheen in 2014 en bleef tot nu toe vrijwel onopgemerkt te midden van alle leiderschapsliteratuur die jaarlijks van de persen rolt. De Rooys ambitie om moed op iedere leiderschapsagenda te krijgen, bleef echter onveranderd groot en nu een nieuwe uitgever de moed had om zijn pleidooi een tweede kans te geven, mag hij dat dus nogmaals proberen. In een bescheidener opzet en aangevuld met wat nieuwe voorbeelden. En, niet onbelangrijk, onder de vlag van een nieuw paradigma: gedurfd leiderschap. De tijd zal leren of er nu meer leiders zijn, van hoog tot laag, die samen met Andor de Rooy kritisch naar hun eigen ‘moed-factor’ willen kijken.
Over Bert Peene
Bert Peene werkte jarenlang als kerndocent bij IMAGO Groep, Via Vinci Academy en C-Lion, opleiders voor het onderwijs. Daarnaast voerde hij als zelfstandige opdrachten op het gebied van organisatieontwikkeling uit in profit en non-proft. Tegenwoordig werkt hij als free lance docent en schrijft hij voor diverse bladen over managementliteratuur.