Het boek The day after tomorrow, hoe overleven in tijden van radicale innovatie is juist gefocust op de dag na morgen, oftewel de toekomst.De auteur, Peter Hinssen, ziet radicale innovaties met name uit de techniek komen.
Ik ken de titel Day After Tomorrow met name vanuit de filmbranche. Die film gaat over de ondergang van de wereld door natuurkundige verschijnselen. Het boek The Day After Tomorrow, hoe overleven in tijden van radicale innovatie gaat niet zozeer over de ondergang van de wereld, alswel de ondergang van bedrijven als zij niet tijdig veranderen en innoveren. Peter Hinssen betoogt, in mijn ogen terecht, dat het management van organisaties nu veel tijd besteed aan ‘het opruimen van de shit van yesterday’, ‘het heden’ en weinig aan de toekomst.
Het boek bestaat uit 8 hoofdstukken, inclusief de inleiding en de conclusie. Daarnaast bevat het een aantal zeer interessante bijlagen: negen regels om succesvol te zijn in de ‘Day After Tomorrow’ en een vooruitblik naar een ander boek, over CRM in de Day After Tomorrow van Steven Van Belleghem.
De inleiding gaat in op de vraag waarom de auteur dit boek geschreven heeft. Zoals eerder aangehaald is de schrijver van mening van organisaties teveel bezig zijn met het heden en verleden en te weinig de toekomst. Daarbij stelt hij een aantal ‘Grote Vragen’:
- Waarom slagen bedrijven er bijna nooit in radicale, nieuwe technologieën vlug op te pikken en het potentieel ervan te benutten? Waarom zijn bedrijven blind voor nieuwe mogelijkheden?
- Waarom willen grote bedrijven zo graag nieuwe start-ups opkopen en hoe slagen ze erin die in recordtijd om zeep te helpen?
- Hoe komt het dat grote bedrijven – zelfs wanneer ze weten wat de uitdagingen zijn en in welke richting ze moeten evolueren- er niet in slagen zelf de juiste stappen te zetten, zonder hulp en begeleiding van buitenaf?
- Hoe kunnen leidinggevenden hun ‘Day After Tomorrow’- denken verbeteren? Waarom lijken grote bedrijven - die beseffen dat er fundamentele uitdagingen op ze af komen als gevolg van disruptieve technologieën, businessmodellen of concepten - te zeer verlamd om snel genoeg te reageren? Hoe kunnen bedrijven wendbaar worden in hun ‘Day After Tomorrow’-denken en met succes een aanpak ontwikkelen die werkt?
Deze vragen worden her en der in het boek beantwoord, op een overtuigende manier. Veel zaken zijn herkenbaar en duidelijk.
In hoofdstuk 2 wordt een model beschreven, waarbij je tijd, aandacht, budget en talent moet verdelen over vandaag, morgen en Day After Tomorrow. Daarbij is nog een onderdeel niet meegenomen, het zogenaamde Shit of Yesterday. Feitelijk gaat daar de meeste aandacht naar uit. Daarnaast wordt in dit hoofdstuk een aantal businessmodellen beschreven alsmede het begrip singulariteit en de impact daarvan.
De schrijver voorziet vijf technologieën die disruptief zullen zijn in de toekomst, deze worden in hoofdstuk 3 nader uitgewerkt. Dit betreft Artificial Intelligence, Internet of Things, Genetwerkte intelligentie: blockchains en slimme contracten, Augmented en Virtual Reality en tot slot Quantum Computing. Deze vijf technologieën worden uitgebreid beschreven, hierdoor krijgt de lezer een goed beeld van de impact van deze technologieën.
De eerste Grote Vraag wordt beantwoord in hoofdstuk 4. Daarnaast bevat dit hoofdstuk een handleiding voor disruptie:
- Omzeil regels
- Haal pijnpunten uit de dienstverlening
- Bied een unieke gebruikerservaring
- Gebruik het netwerk als hefboom.
Daarbij constateert de schrijver dat je voor disruptie niet alleen slimme ideeën nodig hebt, maar ook lef, vastberadenheid en ‘Liefde’. Dat onderschrijf ik helemaal, een goed idee alleen is zeker niet genoeg!
Hoe kun je nu als organisatie wel succesvol zijn? Veel hangt af van de cultuur, die ook gericht moet zijn op loslaten, niet alles onder controle willen houden. Een goed voorbeeld hiervan is het bedrijf Zappos, een online schoenenwinkel. Ik onderschrijf dit voorbeeld helemaal, ik was 2 jaar geleden in Las Vegas en ben bij dit bedrijf op bezoek geweest. De cultuur en ruimte die de medewerkers krijgen om hun werk te doen, is erop gericht het beste voor de klant te regelen. Als schoenen niet op voorraad zijn, bestellen ze het bij de concurrent, medewerkers die meerdere uren met een klant in gesprek zijn enzovoorts. Feitelijk is dit de discussie tussen holocratie en hiërarchie. Dit ligt volgens mij wel genuanceerd, je kunt niet in een keer van hiërarchie naar holocratie overstappen, dit hangt van veel factoren af. Vaak zijn nieuwe organisaties, denk bijvoorbeeld aan Buurtzorg, veel beter in deze nieuw structuren, omdat ze met een greenfield beginnen.
Hoofdstuk 6 gaat in op 10 patronen, basisingrediënten voor innovatie. Deze waren wat mij betreft wat lastiger te plaatsen, ik vond deze in een aantal gevallen toch wel wat moeilijker te vertalen naar de dagelijkse praktijk. Een aantal zoals co-creatie (het samen met klanten ontwikkelen van producten) is denk ik zeer feitelijk en ook waardevol (afhankelijk van de branche waar je in zit).
Zit er ook een schaduwzijde aan? Jazeker, deze is onderwerp van hoofdstuk 7, waarin de schrijver beargumenteert waarom hij een pessimistische insteek heeft als er niet snel iets verandert. Daarbij wordt ook de vertaalslag gemaakt van organisaties naar politiek. Immers op wereldschaal heeft dit nog veel meer impact dan voor een enkele organisatie! De schrijver omschrijft dit als politieke bijziendheid en roept ons op in actie te komen en nu na te gaan denken over de toekomst.
De conclusie is kort en beschrijft vier uitdagingen, waarbij het niet belangrijk is wie de schuldvraag heeft. Daarnaast zijn successen uit het verleden geen garantie voor de toekomst en moet elke organisatie zich blijvend bewust zijn van de impact van buiten op haar toekomst.
Het boek is herkenbaar, ook ik zie nieuwe technologieën op ons afkomen zoals door de schrijver beschreven. Echter, of dit zo radicaal zal zijn als de schrijver beschrijft betwijfel ik. Wel ben ik het helemaal met hem eens dat management van organisaties veel meer tijd moet vrijmaken voor innovatie en The Day After Tomorrow. De negen regels in de bijlage kunnen daar zeker bij helpen! Ik adviseer dan ook elke organisatie een managementoverleg te wijden aan dit boek en met name deze regels!
Jan Hoogstra is zelfstandige, IT-consultant. Hij voert opdrachten uit op het gebied van beoordeling en advisering over IT-gerelateerde onderwerpen in de zorgbranche. Zo is hij programmamanager, projectmanager en adviseur op het gebied van bijvoorbeeld IT-strategie en pakketselecties.
Over Jan Hoogstra
Jan Hoogstra heeft meer dan 25 jaar ervaring als IT-adviseur en IT-auditor bij grote accountants- en adviesbureaus. Tijdens zijn loopbaan heeft hij veel opdrachten gedaan op het gebied van informatiebeveiliging en optimalisering van de inzet van IT. Jan is directeur bij CognoSense, dat gespecialiseerd is in de menselijke kant van IT.