Mensen lopen steeds vaker tegen grenzen aan van de systemen zoals we die nu kennen. De vraagstukken van deze tijd zijn dermate complex dat niemand meer het volledige overzicht heeft van deze onzekere en onvoorspelbare systemen. De inzet en creativiteit van velen is nodig om in cocreatie te komen tot goede oplossingen voor complexe vraagstukken. Netwerken met energie is een inspiratiebron om te doen wat nodig is voor de gezondheid van de netwerken waarin we functioneren.
Eelke Wielinga voert al jaren een pleidooi om netwerken als levende organismen te beschouwen, met een vergelijkbare werking als de levende natuur. Dit als tegenhanger voor het mechanistische marktdenken dat eind vorige eeuw de overhand kreeg. Hij leunt daarbij op natuurwetten uit de thermodynamica, evolutietheorie, ontwikkelingsbiologie en neurobiologie. Het onderzoekswerk van Sjoerd Robijn geeft een belangrijke verdieping aan het begrip energie en daarmee is hij coauteur geworden.
In de gangbare managementpraktijk ligt sterk de nadruk op doelen, effectiviteit, efficiency, concurrentiekracht, winst en groeicijfers. Managers kunnen niet zo veel met de energie die vrijkomt bij samenwerking tussen mensen. De auteurs willen met hun boek een handreiking bieden om energie in menselijke interactie hanteerbaar te maken. Netwerken die door mensen gevormd worden, zijn ecosystemen die zich ontwikkelen volgens zeven ordenende principes in de evolutie. Vetweefsel bijvoorbeeld, neemt energie op. Sociaal kapitaal is ook een opslag van energie, maar dan op een complexer niveau.
Wielinga werkt met enkel door hem ontwikkelde en veelvuldig toegepaste modellen. De initiatievenspiraal toont de verschillende stadia waarlangs een initiatief zich ontwikkelt.
In een gezond netwerk is sprake van vitale ruimte, waarin mensen zich zinvol en verbonden voelen, zich in willen spannen en risico durven nemen om te experimenteren en te leren. De coherentiecirkel onderscheidt interactiepatronen die vitale ruimte voeden en defensieve patronen die vitaliteit verhinderen. De vitale ruimte staat tegenover doelgericht management. Een netwerk wordt gezond als er tenminste één vrije actor is die doet wat nodig is voor vitaliteit, met of zonder mandaat. De co-creatiedriehoek onderscheidt de posities die bijdragen aan vitaliteit en co-creatie of haar in de weg staan. Dit onderscheid is nodig om een strategie te ontwikkelen die complementariteit bevordert. De drie modellen worden ieder in een eigen hoofdstuk uitgewerkt.
Levende organismen overleven alleen als ze responsief zijn. Bij veranderende omstandigheden zijn ze telkens in staat nieuwe antwoorden te vinden om gezond te blijven. Daartoe vertellen we elkaar verhalen over hoe de wereld functioneert. We moeten wel want de werkelijkheid is altijd complexer dan ons brein kan bevatten. Verhalen laten ons begrijpen wat we ervaren, helpen ons onderscheiden wat wenselijk of geoorloofd is. Ze sturen onze waarneming en laten ons zien wat in onze verhalen past. Deze verhalen maken het ons mogelijk te acteren op wat zich in onze omgeving voordoet. Ze verschaffen ons het vermogen tot respons waardoor we met onze omgeving verbonden zijn. De auteurs onderscheiden zeven verschillende verhalen om te handelen bij complexe vraagstukken.
Iedereen heeft een moreel kompas. Een innerlijk weten dat zich in de loop van de evolutie heeft ontwikkeld. Onze intuïtie fungeert dankzij dat morele kompas als een antenne waarmee we signalen van onraad en van bemoediging opvangen. Het is voor ons de kunst om te herkennen wanneer we deel worden van de afbraak, of juist bijdragen aan het bouwen aan vitaliteit in ons netwerk.
Netwerken met energie is een prachtboek. De auteurs nemen ons bij de hand voor een rondgang door de wereld van het netwerk. Ze reiken ons op een toegankelijke manier een taal en enkele modellen aan om daar met elkaar beter mee om te gaan. Uitgeverij Scriptum heeft er weer een mooie uitgave van gemaakt, een ivoorkleurig boekblok in de bekende bordeauxrode kaft, gezet in een prettige schreefletter.
Over Nico Jong
Nico Jong is senior adviseur bij het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.