Het pamflet De @-cultuur is gericht tegen de user generated cultuur die in Wikipedia, in blogs, op YouTube enzovoort groeit. Een cultuur die in de ogen van Andrew Keen destructief is. Niet alleen voor de gevestigde bedrijven maar voor onze cultuur met democratische waarden, bewaakt door professionals in media en pers. En niet samengesteld door aapjes uit het verhaal van Huxley. Aan het einde van het boek doet Keen nog een bekentenis: hij is een amateurschrijver die, gecoached door zijn uitgever, hier zijn eerste werk aflevert.
Andrew Keen is een provocerende Brit die ik vorig jaar op Marketing3 heb zien staan tegenover Charles Leadbeater, auteur van het boek We-think, ook Brit en advocaat van de vrijheid van meningsuiting die door Internet beschikbaar is, of in ieder geval kan zijn (in autoritaire regimes is internet of niet beschikbaar of zwaar gecensureerd. Net als alle andere media trouwens). Een ware apostel van het 'Wij-denken'.
De vraag is wat je als recensent aanmoet met dit boek. Keen is online flink afgemaakt, maar in de traditionele pers is zijn boodschap juist verwelkomd. Dat is logisch. Voor beide is wat te zeggen. Dit is inherent aan de opzet van het boek: een lange reeks van voorbeelden van wat er misgaat nu amateurs content gaan creëren en vervolgens gezien kunnen worden als authentieke bron. De waarheid wordt geweld aangedaan (traditionele journalisten zijn opgeleid om vormen hoor en wederhoor toe te passen of onderzoek te doen; lees in dit verband het onthullende Flat Earth News van onderzoeksjournalist Nick Davies), en bedrijfstakken worden kapotgemaakt door het stelselmatig ondermijnen van auteursrechten.
Een pamflet stelt je als lezer niet in de gelegenheid om een middenpositie in te nemen. Dat zal ik dus ook niet gaan doen. Ik ben een sterk tegenstander van de boodschap die Keen met dit boek de wereld instuurt. Al was het alleen omdat Keen niet de professionele achtergrond heeft om dit boek te schrijven of om commentaar te leveren op een sociologisch fenomeen. Keen schermt met vele grote en gevestigde namen om zijn theorie te bewijzen: Bob Dylan, Shakespeare, Mozart en Dostojevski. Cultuurdragers in (overigens alleen) het Westen. Geen van vier genoemde grootheden was/is een professional, opgeleid als zanger/tekstschrijver, toneelschrijver , componist of romanschrijver. Alle vier hebben hun talent aangewend om brood op de plank te krijgen. Vaak onder grote druk van schuldeisers. Niets mis mee, maar zo zijn zij boven komen drijven in het woud van de aapjes. Op een gegeven moment trokken ze meer kijkers, lezers of luisteraars dan de rest en werden ze bekend.
Commerciële media zijn er voor de massa. Als ik naar de Gouden Kooi keek, of naar Geer & Goor, dan weet ik dat dit door professionals is gemaakt. Maar dat ik hier naar cultureel verantwoord materiaal zit te kijken? Nou nee.
Waar ik bij Keen de meeste moeite mee heb, is zijn stelling dat de wereld goed was voordat internet zijn intrede deed. Voor die tijd van de peer-to-peer netwerken was het goed voor de muziekindustrie, voor de tijd van weblogs was het politieke nieuws betrouwbaar, voor de periode Wikipedia was de kwaliteit van kennis gewaarborgd door de altijd deskundige redactie van de Encyclopedia Brittanica. Ja, het waren zeker mooie maar ook onware tijden. In het hoofdstuk 'Waarheid en leugen' worden een paar voorbeelden gegeven die op zijn zachtst gezegd twijfelachtig zijn. De documentaire Loose Change (9/11 is een complot van de Amerikaanse regering om een oorlog in het Midden-Oosten te ontketenen) is volgens Keen een voorbeeld van een paar jongeren die de waarheid van de Amerikaanse regering durven te ondermijnen. Nou, niet helemaal. Loose Change is gemaakt in samenspraak met vele professionele en gediplomeerde onderzoekers en wetenschappers die de bewijzen (of gebrek daaraan) die de Amerikaanse regering levert over die dag in twijfel trekt. Op 6 februari 2003 stond Minister van Buitenlandse Zaken Colin Powell voor de Verenigde Naties een verhaal te vertellen over de nucleaire dreiging die van Irak zou uitgaan. Onderbouwd met foto’s en filmpjes en andere 'documenten'. In 2005, intussen minister-af, heeft hij toegegeven dat het meeste materiaal niet gecheckt was en er in zijn verhaal bewust gelogen is. Waarheid? Leugen?
Voor Internet werden burgers niet voor de gek gehouden door de media. Lonelygirl15 is zo’n voorbeeld dat eerder nooit voorkwam? Op 30 oktober 1938 gebruikte de toen nauwelijks bekende Orson Welles de techniek van het hoorspel om een nationale paniekgolf te veroorzaken: War of the Worlds. Ik meen niet dat Welles is opgesloten, en we zien hem tegenwoordig als een grootmeester van het hoorspel en de film.
Keen gaat uitgebreid in op de gevolgen van internet, peer-to-peer netwerken enzovoort op de muziekindustrie. Deels wordt dit veroorzaakt door de ervaringen die hij heeft opgedaan met zijn bedrijf Audiocafe.com. Keen is namelijk zelf een internetpionier. En mislukt als ondernemer. Niet onlogisch als je het 'Keen-niaanse' criterium hanteert, want hij is niet opgeleid tot ondernemer. Het zijn natuurlijk op de persoon gerichte argumenten, maar dat wordt in de hand gewerkt door de vorm van argumentatie die Keen zelf kiest.
Kortom: ik heb geluisterd naar de leugenaar, uit beleefdheid en omdat ik vind dat je ook naar de 'ongelovigen' en 'afvalligen' moet luisteren. Maar zijn verhaal, dat neem ik met heel veel korretjes zout.
(Andrew Keen speelt ook een rol in de VPRO documentaire 'Wiki’s Waarheid' dat hier te bekijken is.)
Over Bertrand Weegenaar
Bertrand Weegenaar is als hogeschooldocent HBO-ICT werkzaam op Windesheim. Zijn voorliefde ligt bij de onderwerpen strategie, marketing, geschiedenis; biografieën en internet; e-business.