Voorwoord bij de dertiende druk / 25
Lijst van gebruikte afkortingen / 27
1 Inleiding / 31
1 Omzetbelasting en btw / 32
1.1 Verbruiksbelasting / 32
1.2 Indirecte belasting / 32
1.3 Wijze van heffing / 33
1.4 De neutraliteit / 36
1.5 Aftrek van vooromzet versus aftrek van voorbelasting / 37
1.6 Aftrek bij één ondernemer / 41
2 De kenbronnen van de omzetbelasting / 43
2.1 Algemeen / 43
2.2 Europees recht / 44
2.3 De belangrijkste richtlijnen / 45
2.4 De eerste btw-verordening / 45
2.5 Besluiten / 45
2.6 Formeel belastingrecht / 47
2.7 Jurisprudentie / 47
2.8 Samenvatting van de kenbronnen / 48
3 De opbouw van de Wet OB 1968 / 48
3.1 Algemeen / 48
3.2 De ondernemer (art. 7 Wet OB 1968) / 48
3.3 Leveringen en diensten (art. 3 en 4 Wet OB 1968) / 49
3.4 Intracommunautaire verwervingen en invoer / 49
3.4.1 Intracommunautaire verwervingen (art. 17a Wet OB 1968) / 49
3.4.2 De invoer van goederen (art. 18 Wet OB 1968) / 49
3.5 De plaats van de belastbare feiten (art. 5, 5a, 5b, 6 t/m 6j en 17b Wet OB 1968) / 49
3.6 De maatstaf van heffing (art. 8, 17c, 19 en 28b Wet OB 1968) / 50
3.7 Het tarief (art. 9, 17d en 20 Wet OB 1968) / 50
3.8 De vrijstellingen (art. 11, 17e en 21 Wet OB 1968) / 50
3.9 De verschuldigdheid (art. 12, 17f en 22 Wet OB 1968) / 51
3.10 Het recht op aftrek (art. 15 Wet OB 1968) / 52
3.11 Gebruiktegoederenregeling (art. 28b e.v. Wet OB 1968) / 52
3.12 Andere bijzondere regelingen / 53
4 Afschaffing van de fiscale grenzen / 54
4.1 Historie / 54
4.2 Bestemmings- of oorsprongslandbeginsel / 55
4.3 Onderling handelsverkeer tussen de lidstaten / 55
4.4 Uitzonderingen bij intracommunautaire transacties / 56
4.5 Begrippen / 56
4.5.1 Intracommunautair verkeer / 56
5 De BPM / 57
6 Accijns / 57
7 Wet op de verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken / 57
2 Het ondernemerschap / 59
1 Het begrip ‘ondernemer’ / 59
1.1 De ondernemer in de Wet OB 1968 / 59
1.2 Het begrip belastingplichtige in de Btw-richtlijn / 60
1.3 ‘Ieder’ / 61
1.4 Economische activiteiten / 62
1.4.1 Algemeen / 62
1.4.2 Duurzaamheid / 63
1.4.3 Incidentele prestaties / 64
1.4.4 Prestaties om niet / 67
1.5 Zelfstandigheid / 69
1.5.1 De directeur-grootaandeelhouder (dga) / 70
2 De grenzen van het begrip ondernemer / 72
2.1 Een als zodanig handelende ondernemer (art. 1 Wet OB 1968) / 72
2.2 Nevenwerkzaamheden behoren tot het hoofdbedrijf / 73
2.2.1 Nevenwerkzaamheden staan niet in verband met het hoofdbedrijf / 73
2.2.2 Nevenwerkzaamheden door rechtspersonen / 73
2.2.3 Nevenwerkzaamheden in ondergeschiktheid / 74
2.2.4 Nevenwerkzaamheden als bestuurder van een organisatie / 74
3 Exploitatie van een vermogensbestanddeel / 75
3.1 Exploitatie van een vermogensbestanddeel om er duurzaam opbrengst uit te verkrijgen / 75
3.1.1 Duurzame exploitatie / 76
3.1.2 Opbrengst uit exploitatie / 76
3.1.3 De verhuur van een onroerende zaak / 76
3.1.4 Vestiging van een zakelijk recht / 77
3.2 Quasi-ondernemerschap / 77
4 De fiscale eenheid / 78
4.1 Het begrip ‘fiscale eenheid’ / 78
4.2 Voorwaarden voor de fiscale eenheid / 79
4.2.1 Financiële verwevenheid / 79
4.2.2 Organisatorische verwevenheid / 80
4.2.3 Economische verwevenheid / 81
4.2.4 Bijzondere bepalingen met betrekking tot de fiscale eenheid / 82
4.2.5 Fiscale eenheid en holdingmaatschappijen / 83
4.2.6 Beschikking van de inspecteur en hoofdelijke aansprakelijkheid bij fiscale eenheid / 84
4.2.7 Fiscale eenheid over de grenzen / 85
5 Ondernemerschap van organisaties / 86
6 Ondernemerschap van artiesten / 87
7 Begin en einde van het ondernemerschap / 88
7.1 Begin van het ondernemerschap / 88
7.2 Einde van het ondernemerschap / 90
3 De belastbare feiten levering en dienst / 91
1 Belastbare feiten in de Wet OB 1968 / 92
1.1 Onderscheid tussen leveringen van goederen en verleende diensten / 93
2 Leveringen van goederen / 94
2.1 Levering van goederen in de Btw-richtlijn / 94
2.2 Levering van goederen Wet OB 1968 / 95
2.2.1 Levering / 95
2.2.2 Goederen / 95
2.3 De overdracht of overgang van de macht om als eigenaar over een goed te beschikken (art. 3, lid 1, onderdeel a, Wet OB 1968) / 97
2.4 De levering in huurkoop van art. 3, lid 1, onderdeel b, Wet OB 1968 / 103
2.5 De oplevering van onroerende zaken door de vervaardiger (art. 3, lid 1, onderdeel c, Wet OB 1968) / 104
2.5.1 Het begrip ‘oplevering’ / 104
2.5.2 Onroerende zaken / 105
2.5.3 Vervaardigen van onroerende zaken / 105
2.6 De levering van art. 3, lid 1, onderdeel d, Wet OB 1968 / 107
2.7 De levering van art. 3, lid 1, onderdeel f, Wet OB 1968 / 108
2.8 Interne leveringen / 109
2.8.1 De levering van art. 3, lid 3, onderdeel a, Wet OB 1968 / 109
2.8.2 De levering van art. 3, lid 3, onderdeel b, Wet OB 1968 / 111
2.8.3 Uitzondering voor andere terreinen dan bouwterreinen (art. 3, lid 9, slotzin) / 115
2.8.4 De levering van art. 3, lid 3, onderdeel c, Wet OB 1968 / 116
2.9 De levering van beperkte rechten / 116
2.9.1 Beperkte rechten zijn diensten / 117
2.10 Verhandeling door meer personen / 119
2.10.1 ABC-leveringen (art. 3, lid 4, Wet OB 1968) / 119
2.11 De levering van art. 3, lid 5, Wet OB 1968 / 120
2.12 De levering van art. 3, lid 6, Wet OB 1968 / 122
3 Het verlenen van diensten / 123
3.1 Interne diensten / 125
3.1.1 Art. 4, lid 2, onderdeel a (privégebruik goederen) / 125
3.1.2 Art. 4, lid 2, onderdeel b (gratis diensten) / 126
3.1.3 Samenloop met het BUA / 126
3.2 Integratieheffing voor diensten / 126
3.3 Diensten door bepaalde tussenpersonen / 127
4 Leasing, levering of dienst? / 128
5 Samenloop van prestaties en combinaties van goederen / 130
5.1 Samenloop van prestaties / 130
4 Intracommunautaire prestaties / 133
1 Inleidende opmerkingen / 133
1.1 Afschaffing van de fiscale grenzen / 133
1.2 Bestemmings- of oorsprongsland / 134
1.3 Onderling goederenverkeer tussen de lidstaten / 136
1.4 Begrippen / 136
1.4.1 Intracommunautaire leveringen / 137
1.4.2 Intracommunautaire verwervingen / 138
1.4.3 Fiscaal vertegenwoordiger / 138
1.4.4 Het btw-identificatienummer / 138
1.4.5 VAT Information Exchange System (VIES) / 139
1.5 Ondernemerschap bij intracommunautaire transacties / 139
1.5.1 Algemeen / 139
1.5.2 De overheid en intracommunautaire transacties / 140
1.5.3 De vaste inrichting / 141
2 Intracommunautaire prestaties / 143
2.1 Inleiding: de binnengrensoverschrijdende leveringen / 143
2.2 ICL en ICV: de intracommunautaire transactie (ICT) / 146
2.2.1 Intracommunautaire transactie / 146
2.2.2 De overbrenging van eigen goederen naar een andere lidstaat / 150
2.2.3 Intracommunautaire verwerving van nieuwe vervoermiddelen / 151
2.2.4 Intracommunautaire verwerving na invoer door rechtspersoon/niet-ondernemer / 152
2.2.5 Legermaterieel dat vanuit een andere lidstaat wordt overgebracht / 153
2.2.6 Overbrenging, maar geen ICT / 153
2.2.7 De ICT en de samenloop met douanewetgeving / 154
2.3 Overbrenging van goederen: heffing in de lidstaat van vertrek / 156
2.3.1 Algemeen / 156
2.3.2 Afstandsverkopen / 157
2.3.3 Overbrengingen naar gelijkgestelden / 161
2.3.4 Levering van bepaalde goederen / 163
2.4 Overbrenging van goederen: heffing in de lidstaat van aankomst / 165
2.4.1 Overschrijding van het drempelbedrag bij afstandsverkopen / 165
2.4.2 Overbrenging van bepaalde accijnsgoederen naar gelijkgestelden / 165
2.4.3 Overbrenging van goederen die onder de margeregeling vallen / 165
2.4.4 Geen verwerving bij installatie en montage / 165
2.5 Intracommunautaire diensten / 167
3 Maatstaf van heffing / 167
3.1 Algemeen / 167
3.2 Diensten die reeds in de douanewaarde begrepen zijn / 167
3.3 Maatstaf van heffing bij de levering van eigen goederen / 168
3.4 Maatstaf van heffing bij verwerving van accijnsgoederen / 169
4 Toepassing nultarief bij intracommunautaire transacties / 169
4.1 Inleiding / 169
4.2 Nultarieven bij intracommunautaire leveringen / 170
4.2.1 Algemeen / 170
4.2.2 De reguliere intracommunautaire levering / 171
4.2.3 Intracommunautaire levering van niet-communautaire goederen / 174
4.2.4 Levering van accijnsgoederen / 177
4.3 Nultarief bij verwervingen / 177
4.3.1 Verwerving van niet-ingevoerde goederen / 177
4.3.2 Verwerving van zeeschepen, luchtvaartuigen en bevoorrading / 177
4.3.3 Verwerving van goud door centrale banken / 178
4.3.4 Verwerving van accijnsgoederen / 178
4.3.5 Overbrenging van goederen naar een btw-entrepot / 178
4.4 Nultarief bij intracommunautaire diensten / 178
4.4.1 Algemeen / 178
4.4.2 Diensten die betrekking hebben op leveringen waarop een nultarief van toepassing is / 178
4.4.3 Diensten van bepaalde tussenpersonen / 179
4.4.4 Vervoer door middel van luchtvaartuigen of zeeschepen / 179
4.4.5 Vervoer van en naar de Azoren en Madeira / 179
4.4.6 Veredelingsdiensten / 179
4.4.7 Diensten waarvan de waarde in de douanewaarde is begrepen / 179
4.5 Voorwaarden voor toepassing van het nultarief / 180
4.5.1 De aard van de te verlangen bewijsmiddelen / 180
4.5.2 Boeken en bescheiden / 182
4.5.3 Toepassing van het nultarief bij ‘ex-works’-leveringen / 183
4.5.4 Aanvaarden van bewijsmiddelen / 184
4.5.5 Voorzichtigheidshalve toch omzetbelasting in rekening brengen bij een ICT? / 185
4.6 Toepassing van het nultarief bij fraude en misbruik van recht / 186
5 Vrijstellingen / 186
5.1 Vrijstelling voor intracommunautaire verwerving / 186
5.2 Goederen voor bepaalde internationale organisaties / 187
5.2.1 Algemeen / 187
5.2.2 Overbrenging van legermaterieel dat in andere lidstaten was gelegerd / 188
6 Wijze van heffing / 188
6.1 De belastingschuldenaar / 188
6.2 Toezicht, registratie, identificatie en Opgave ICP / 188
6.3 Heffingssystematiek: bijzondere regelingen / 190
6.3.1 Verlegging / 190
6.3.2 Consignatiegoederen en call-off stock / 193
6.3.3 Heffingssystematiek van omzetbelasting ter zake van accijnsgoederen / 194
6.3.4 Heffing ter zake van digitale diensten / 194
6.4 Fiscale vertegenwoordiging (art. 33a Wet OB 1968) / 194
6.4.1 Algemeen / 194
6.4.2 De fiscaal vertegenwoordiger met algemene vergunning (AFV) / 196
6.43 De fiscaal vertegenwoordiger met beperkte vergunning (BFV) / 196
6.4.4 Het vereiste van het stellen van een zekerheid / 197
6.5 Voldoening van de verschuldigde belasting / 198
6.5.1 Heffing bij de Nederlandse afnemer / 198
6.5.2 Heffing bij de buitenlandse afnemer / 198
6.5.3 Het doen van aangiften / 199
6.6 Aftrek van voorbelasting / 199
6.6.1 Aftrek van voorbelasting bij intracommunautaire verwervingen / 199
6.6.2 Aftrek van voorbelasting wegens overbrengen van eigen goederen / 199
6.6.3 Aftrek van voorbelasting bij een ICT met nieuwe vervoermiddelen / 200
6.6.4 Nummerverwevingen: teruggave in plaats van aftrek van voorbelasting / 201
6.6.5 Onjuiste omzetting van een richtlijn: ‘cherry picking’ / 202
6.6.6 Fraude, misbruik en de aftrek van voorbelasting / 203
6.7 Terugbetaling / 206
6.7.1 Geen aftrek voorbelasting maar teruggaaf bij ‘nummerverwervingen’ / 206
6.7.2 Teruggaaf bij weigering van geleverde goederen / 206
6.7.3 Teruggaaf voorbelasting voldaan in andere lidstaten / 207
7 Enkele bijzondere situaties / 207
7.1 Landbouwregeling / 207
7.1.1 Algemeen / 207
7.1.2 Landbouwregeling en afstandsverkopen / 208
7.1.3 De landbouwregeling en gelijkgestelden in een andere lidstaat / 208
7.1.4 Andere landbouwers en de intracommunautaire transacties / 209
7.2 De regeling voor ‘kleine ondernemers’ / 209
7.3 Toepassing margeregeling in het verkeer tussen de lidstaten / 210
5 In- en uitvoer van goederen en het nultarief / 213
1 Inleiding: invoer van goederen / 213
2 De uitgangspunten bij de heffing van douanerechten / 215
2.1 Douanetoezicht en douanestatus / 215
2.2 Binnenbrengen en aanbrengen van goederen / 218
2.3 Douaneregelingen / 219
2.3.1 In het vrije verkeer brengen / 220
2.3.2 Bijzondere regeling / 220
2.3.3 Goederen die het douanegebied van de Unie verlaten / 227
2.3.4 Verwijdering van de goederen / 227
2.4 Het doen van een douaneaangifte / 229
3 Grondslagen voor de heffing van douanerechten / 231
3.1 Indeling in het Douanetarief / 231
3.1.1 Het Douanetarief / 231
3.1.2 Indeling in het Douanetarief / 234
3.1.3 De indelingsverordeningen / 235
3.1.4 Bindende tariefinlichtingen / 237
3.1.5 Intrastat / 238
3.2 Douanerechten: toepasselijke tarieven / 239
3.2.1 De rechten van het GDT / 239
3.2.2 Oorsprong / 239
3.2.3 Schorsingen / 241
3.2.4 Bijzondere bestemmingen / 241
3.3 De maatstaf van heffing voor de heffing van douanerechten: de douanewaarde / 242
3.3.1 Algemene uitgangspunten / 242
3.3.2 Aanpassingen van de douanewaarde / 247
3.3.3 Een bruikbare transactiewaarde ontbreekt: alternatieve methoden / 249
3.3.4 Aanpassingen van de douanewaarde voor de heffing van omzetbelasting ter zake van invoer / 250
4 De Wet OB 1968 en het belastbare feit invoer / 255
4.1 Doel van de heffing van omzetbelasting bij invoer / 255
4.2 Belastbare feiten voor de heffing van omzetbelasting bij invoer / 255
4.2.1 Vanuit derde landen in Nederland in het vrije verkeer brengen / 256
4.2.2 Het brengen van goederen uit derde landsgebieden / 256
4.2.3 Het beëindigen of onttrekken van goederen aan een douaneregime / 256
4.2.4 Bevoorrading van vervoermiddelen / 257
4.3 De heffingssystematiek van omzetbelasting ter zake van invoer / 258
4.3.1 Inleiding / 258
4.3.2 Brengen van goederen in het vrije verkeer / 258
4.3.3 Heffingssystematiek: bijzondere regelingen / 263
4.4 Tarieven voor de heffing van btw ter zake van invoer / 268
4.4.1 Het algemene en het verlaagde tarief / 268
4.4.2 Het nultarief bij invoer / 268
4.4.3 Voorwaarden voor toepassing van nultarief / 271
4.4.4 Toepassing van het nultarief en niet-zuivering van douaneregelingen / 272
4.5 Vrijstellingen / 273
4.5.1 Algemeen / 273
4.5.2 Vrijstellingen bij invoer in verband met vrijstellingen van douanerechten / 273
4.5.3 Vrijstellingen in verband met binnenlandse vrijstellingen / 275
4.5.4 Vrijstelling bij invoer in geval van opvolgende intracommunautaire transactie / 275
4.5.5 Formaliteiten / 276
4.6 Vrijstelling van mededeling van de douaneschuld, terugbetaling en kwijtschelding / 277
4.6.1 Vrijstelling van mededeling van de douaneschuld / 277
4.6.2 Kwijtschelding en teruggave van douanerechten / 277
4.6.3 Bijzondere procedurele aspecten bij de ambtelijke vergissing en de billijkheidsbepaling / 285
4.6.4 Samenloop met de heffing van omzetbelasting ter zake van invoer / 286
5 Uitvoer en de heffing van omzetbelasting / 286
6 Bezwaar en beroep / 289
6.1 Algemeen / 289
6.2 Het unierechtelijke beginsel van effectieve rechtsbescherming / 290
6 Plaats en tijdstip van de leveringen van goederen, van intracommunautaire
verwervingen en van diensten / 293
1 Het belang van het vaststellen van de plaats waar de prestatie wordt verricht / 293
2 Plaats van de leveringen van goederen / 295
2.1 Algemeen / 295
2.2 Goederen die niet in verband met de levering worden vervoerd / 296
2.3 Goederen die in verband met de levering worden verzonden of vervoerd / 297
2.4 Uitzonderingen op de hoofdregel bij goederen die worden verzonden of vervoerd / 299
2.4.1 De regeling afstandsverkopen / 299
2.4.2 De levering in het kader van installatie en montage / 299
2.4.3 Levering aan boord van een schip, vliegtuig of trein / 300
2.5 Plaats van de leveringen bij ABC-transacties vanuit derde landen / 301
3 Plaats van intracommunautaire verwerving / 302
3.1 Algemeen / 302
3.2 Plaats van levering bij ABC-transacties in het intracommunautaire verkeer / 303
4 Plaats waar diensten worden verricht / 305
4.1 Algemeen: de hoofdregels / 305
4.1.1 Algemeen / 305
4.1.2 Diensten verricht voor ondernemers (B2B) / 305
4.1.3 Diensten verricht voor niet-ondernemers / 306
4.2 Uitzonderingen op de hoofdregels / 307
4.2.1 Tussenpersonen / 308
4.2.2 Onroerende zaken / 308
4.2.3 Vervoersdiensten / 309
4.2.4 Het verlenen van toegang tot evenementen / 311
4.2.5 Diensten belast in het land waar de dienst feitelijk plaatsvindt / 312
4.2.6 Restaurant- en cateringdiensten / 312
4.3 Digitale diensten en mini-onestopshop (MOSS) / 313
4.3.1 Btw-heffing van digitale diensten / 313
4.3.2 Plaatsbepaling van digitale diensten / 317
4.3.3 De digitale-dienstencommissionair / 319
4.3.4 Heffingssystematiek van digitale diensten: minionestopshop (MOSS) / 319
4.4 Verhuur van vervoermiddelen / 320
4.4.1 Algemeen / 320
4.4.2 Kortdurend verhuur van vervoermiddelen / 320
4.4.3 Ander verhuur dan kortdurend verhuur van vervoermiddelen / 321
4.5 Diensten voor niet-ondernemers buiten de Unie / 321
4.6 Voorkoming van niet-heffing / 322
5 Tijdstip van ontstaan van de verschuldigdheid / 324
5.1 Belang van het bepalen van het tijdstip waarop de prestatie plaatsvindt / 324
5.2 Het moment van uitreiken van de factuur / 325
5.3 Het tijdstip waarop de levering of dienst plaats heeft / 325
5.3.1 Tijdstip waarop een levering plaatsvindt / 325
5.3.2 Het tijdstip waarop een dienst wordt verricht / 326
5.3.3 Uitzondering op de hoofdregels / 327
7 Maatstaf en tarief van heffing bij leveringen en diensten / 329
1 De maatstaf van heffing / 330
1.1 Algemeen / 330
1.2 De vergoeding (art. 8, lid 2, Wet OB 1968) / 331
1.2.1 Het totale bedrag / 331
1.2.2 De totale waarde: vergoedingen in natura / 332
1.2.3 Ter zake van de prestatie / 335
1.2.4 In rekening gebracht of door de afnemer voldaan / 341
1.2.5 Doorlopende posten / 342
1.2.6 De maatstaf van heffing bij interne leveringen / 343
1.2.7 Vergoeding bij interne diensten / 349
1.2.8 Buiten de vergoeding blijvende bedragen / 349
1.2.9 Maatstaf van heffing bij vestiging van beperkte rechten / 352
1.2.10 Omrekening van vreemde valuta / 354
1.2.11 Maatstaf van heffing privégebruik ondernemingsgoederen / 355
2 De tarieven / 356
2.1 Systeem van indeling / 356
2.1.1 Btw-richtlijn en de toepassing van de tarieven / 357
2.2 Het verlaagde tarief / 357
2.3 Samenloop van prestaties / 358
2.4 Wijzigingen in het tarief / 358
2.5 Doorberekening van tariefwijzigingen / 360
2.6 Toepassing te laag tarief / 360
2.7 Tarief van heffing bij intracommunautaire transacties / 360
3 De gebruiktegoederenregeling / 361
3.1 De Zesde Richtlijn, de Btw-richtlijn en de margeregeling / 361
3.2 Wet OB 1968 en de margeregeling / 361
3.3 Goederen waarop de margeregeling van toepassing is / 362
3.3.1 Gebruikte goederen / 362
3.3.2 Kunstvoorwerpen / 363
3.3.3 Voorwerpen voor verzamelingen / 363
3.3.4 Antiquiteiten / 363
4 Basis van de heffing / 363
5 Ondernemers voor wie de regeling geldt / 365
5.1 Wederverkopers / 365
5.2 Inkoopverklaring / 365
5.3 Verschillende goederen tegen een prijs / 366
5.4 Facturering / 366
6 Wie kan onder de regeling vallende goederen aan een wederverkoper leveren? / 366
6.1 Niet-aftrekgerechtigden / 366
6.2 Aanvullende regeling voor levering van kunstvoorwerpen, voorwerpen voor verzamelingen en antiquiteiten / 367
6.2.1 Algemeen / 367
6.2.2 Voorbelasting / 367
6.2.3 Beperkingen / 368
6.2.4 Intracommunautaire transacties en margeregeling / 368
6.3 Keuzerecht / 368
7 Globalisatieregeling / 368
8 Tarief / 372
9 In- en uitvoer en de margeregeling / 373
10 De marge- en de verleggingsregeling / 373
11 Margeregeling, aftrek van voorbelasting en administratieve verplichtingen / 373
12 Margeregeling en landbouwregeling / 373
13 Margeregeling en BPM / 374
14 Prijsvermindering, wanbetaling en de margeregeling / 374
8 Aftrek van voorbelasting / 375
1 Algemeen / 375
2 Btw-richtlijn en aftrek van voorbelasting / 375
3 Voorwaarden voor de aftrek van in rekening gebrachte btw / 376
3.1 Art. 15, lid 1, Wet OB 1968 / 376
3.2 Het tijdvak van aangifte / 377
3.3 Aan de ondernemer / 378
3.4 Ter zake van aan de ondernemer verrichte leveringen en verleende diensten / 380
3.5 De voorgeschreven factuur / 381
3.6 Gebruik voor belaste handelingen / 382
3.6.1. Niet-economische activiteiten en aftrek van voorbelasting / 383
3.6.2 Privégebruik en het recht op aftrek van voorbelasting / 385
3.7 Misbruik van recht en fraude / 388
3.8 Andere aftrekmogelijkheden / 389
3.8.1 Aftrek van voorbelasting en de margeregeling / 389
3.8.2 Aftrek van voorbelasting door reisbureaus / 389
3.8.3 Aftrek van voorbelasting bij intracommunautaire verwervingen / 390
3.8.4 Aftrek van bij invoer betaalde btw / 390
3.8.5 Aftrek van de op grond van art. 12, lid 2, 3 en 5, Wet OB 1968 verlegde btw / 391
3.8.7 Aftrek van belasting en art. 4, lid 3, Wet OB 1968 / 392
3.8.8 Aftrek van voorbelasting wegens overbrengen van eigen goederen in het intracommunautair verkeer / 392
3.8.9 Aftrek van voorbelasting bij intracommunautaire transacties met nieuwe vervoermiddelen / 393
3.8.10 Geen aftrek van voorbelasting bij onbelaste prestaties / 393
3.8.11 Uitsluiting van de aftrek van voorbelasting in andere gevallen / 395
4 Bijzondere bepalingen met betrekking tot de aftrek van voorbelasting / 395
4.1 Aftrek van voorbelasting als het gebruik van de ingekochte prestatie nog niet bekend is / 395
4.2 Geen aftrek van voorbelasting wegens horecaverstrekkingen / 397
5 Splitsing van voorbelasting / 397
5.1 Gevallen waarin de splitsing voorkomt / 397
5.2 Wettelijke splitsingsregels / 399
5.3 Wijzen van splitsing / 400
5.3.1 Inleiding / 400
5.3.2 Pro rata / 401
5.3.3 De teller van de ‘pro rata’ / 401
5.3.4 De noemer van de ‘pro rata’ / 401
5.3.5 Splitsing naar werkelijk gebruik / 402
5.4 Meerdere goederen van dezelfde soort / 404
6 Herziening van voorbelasting / 404
6.1 Herziening in boekjaar van ingebruikname / 405
6.2 Herziening na boekjaar van ingebruikname / 407
6.3 De gevolgen van leegstand op de aftrek / 411
6.4 Herziening ineens bij levering van een goed / 412
6.5 Herziening bij privégebruik en BUA-prestaties / 414
6.6 Verlies van goederen / 415
6.7 Geschenken van geringe waarde / 415
7 Uitsluiting van de aftrek / 416
7.1 Art. 16 Wet OB 1968; het BUA / 416
7.2 Het voeren van een zekere staat / 418
7.3 Relatiegeschenken en giften / 418
7.4 Verstrekkingen aan het personeel / 420
7.5 De € 227-grens in het BUA / 422
7.6 Vergoedingen voor BUA-prestaties / 424
7.7 Eten en drinken / 425
8 Aftrek op het gebruik van auto’s en kostenvergoedingen / 429
8.1 Aftrek op het gebruik van auto’s tot 1 juli 2011 / 429
8.2 Nieuwe regeling per 1 juli 2011 / 429
9 Ten onrechte in rekening gebrachte btw / 430
10 Teruggaaf algemeen / 433
10.1 Teruggaaf op verzoek / 433
10.2 Teruggaaf aan buiten de EU gevestigde ondernemers / 434
10.3 Teruggaaf aan ondernemers uit andere EU-lidstaten / 434
9 Levering en verhuur van onroerende zaken / 437
1 Inleiding / 439
1.1 De vrijstelling / 439
1.2 Het begrip onroerende zaak / 440
2 De levering van onroerende zaken / 442
2.1 Het begrip ‘levering van een onroerende zaak’; de vrijstelling / 442
2.2 De belaste levering van onroerende zaken; inleiding / 443
2.2.1 De belaste levering van onroerende zaken / 443
2.2.2 De belaste levering van bouwterreinen / 451
2.3 Koop-aannemingsovereenkomsten / 454
2.4 Levering op verzoek belast / 455
2.4.1 Formele voorwaarden voor de optie voor een belaste levering / 455
2.4.2 Indiening van een verzoek tot belaste levering zonder effect / 456
2.4.3 Verleggingsregeling bij optie voor belaste levering / 457
2.4.4 Beperking van de keuzemogelijkheid (art. 11, lid 1, onderdeel a, onder 2°, Wet OB 1968 en art. 6 Uitv.besch. OB 1968) / 457
2.4.5 Optiemogelijkheid bij 70% recht op aftrek van voorbelasting / 458
2.5 Herziening van voorbelasting / 459
2.5.1 Herziening bij levering / 460
3 Verhouding btw en overdrachtsbelasting bij levering / 461
3.1 Vrijstelling van overdrachtsbelasting in samenhang met btwheffing / 461
3.1.1 Levering en verkrijging / 463
3.1.2 Geheel of gedeeltelijk in aftrek brengen / 463
3.2 Het begrip bedrijfsmiddel / 463
3.3 Onroerende zaken in gemengd gebruik / 464
3.3.1 Privé- of bedrijfsvermogen / 464
3.4 Natrekking en overdrachtsbelasting / 466
3.5 Verhouding omzetbelasting en overdrachtsbelasting bij optie voor belaste levering / 466
3.5.1 Btw en overdrachtsbelasting bij optie wegens belaste verhuur / 466
3.6 Wettelijke beperkingen van de vrijstelling van overdrachtsbelasting / 467
3.6.1 Waarde in het economische verkeer / 467
3.6.2 Niet geheel of niet nagenoeg geheel / 467
3.6.3 Gedwongen verkoop beneden kostprijs / 468
3.7 Schema en voorbeelden omzetbelasting/overdrachtsbelasting / 468
3.8 Verkrijging van onroerende zaken in huurkoop / 470
3.9 Heffing van overdrachtsbelasting bij levering binnen zes maanden / 471
3.10 Leveringen die niet belastbaar zijn / 471
3.11 ABC-contracten bij levering van onroerende zaken / 471
3.11.1 ABC-leveringen met overdracht van de macht om als eigenaar over een onroerende zaak te beschikken / 471
3.11.2 ABC-leveringen zonder overdracht van de macht om als eigenaar over een onroerende zaak te beschikken / 472
3.12 Overdrachtsbelasting en economische eigendom / 472
3.12.1 Opeenvolgende leveringen / 473
3.13 Aandelen in een onroerendgoedlichaam / 473
3.14 Bijzondere bepalingen / 474
3.15 Aansprakelijkheid voor de overdrachtsbelasting / 474
4 De verhuur van onroerende zaken / 474
4.1 Inleiding / 474
4.1.1 Verhuur-plus / 475
4.1.2 Huurprijs / 478
4.2 Uitbreiding van het begrip ‘verhuur van onroerende zaken’ / 478
4.3 Verhuur van blijvend geïnstalleerde werktuigen en machines / 478
4.4 Verhuur in het kader van het hotel- en aanverwant bedrijf / 479
4.5 Verhuur van parkeerruimte en ligplaatsen / 481
4.5.1 Verhuur van parkeerruimte voor voertuigen en boten / 481
4.5.2 Parkeerplaatsen en publiekrechtelijke lichamen / 482
4.5.3 Overige vormen van parkeren / 483
4.6 Verhuur van safeloketten / 483
4.7 Belaste verhuur van onroerende zaken op verzoek / 483
4.7.1 De formele eisen die gesteld worden aan het optieverzoek / 483
4.7.2 Beperking van de keuzemogelijkheid bij de verhuur van onroerende zaken / 484
4.7.3 Optiemogelijkheid bij 70% recht op aftrek van voorbelasting / 486
4.7.4 Vervallen van de optie als niet aan de 90%-norm wordt voldaan / 486
4.7.5 Geen verleggingsregeling voor door de verhuurder verschuldigde btw / 487
4.7.6 Verhuur van zalen en dergelijke voor een korte periode / 487
4.7.7 Belaste verhuur en toepassing van de KOR / 487
4.7.8 Verhuur aan diplomatieke instellingen en internationale organisaties / 487
4.7.9 Verhouding btw en overdrachtsbelasting bij latere optie voor belaste verhuur / 487
4.7.10 Einde van de belaste huur / 488
4.8 Verhuur van onroerende zaken en servicekosten / 489
4.9 Ontbinden of wijzigen van overeenkomsten met betrekking tot onroerende zaken / 490
10 Vrijstellingen / 491
1 Inleiding / 491
1.1 De ‘vrijgestelde ondernemer’ / 491
1.2 Indeling van de vrijstellingen / 492
1.3 Genoemde vrijstellingen / 493
2 Bespreking van de vrijstellingen / 494
2.1 Art. 11, lid 1, onderdeel c, Wet OB 1968 (verpleeginrichtingen) / 494
2.2 Art. 11, lid 1, onderdeel d, Wet OB 1968 (jeugdwerk) / 496
2.3 Art. 11, lid 1, onderdeel e, Wet OB 1968 (sportorganisaties) / 496
2.4 Art. 11, lid 1, onderdeel f, Wet OB 1968 (prestaties van sociale en culturele aard) / 497
2.5 Art. 11, lid 1, onderdeel g, Wet OB 1968 (medische prestaties) / 500
2.6 Art. 11, lid 1, onderdeel h, Wet OB 1968 (lijkbezorgers) / 503
2.7 Art. 11, lid 1, onderdelen i en j, Wet OB 1968 (prestaties in het geldverkeer) / 504
2.8 Art. 11, lid 1, onderdeel k, Wet OB 1968 (verzekeringen) / 509
2.9 Art. 11, lid 1, onderdeel l, Wet OB 1968 (kansspelen) / 510
2.10 Art. 11, lid 1, onderdeel m, Wet OB 1968 (posterijen) / 510
2.11 Art. 11, lid 1, onderdeel n, Wet OB 1968 (radio- en televisieuitzendingen) / 511
2.12 Art. 11, lid 1, onderdeel o, Wet OB 1968 (onderwijs) / 511
2.13 Art. 11, lid 1, onderdeel p, Wet OB 1968 (wetenschappelijke voordrachten) / 514
2.14 Art. 11, lid 1, onderdeel q, Wet OB 1968 (componisten, schrijvers, journalisten) / 514
2.15 Art. 11, lid 1, onderdeel r, Wet OB 1968 (levering van bepaalde roerende zaken) / 515
2.16 Art. 11, lid 1, onderdeel s, Wet OB 1968 (menselijke organen) / 515
2.17 Art. 11, lid 1, onderdeel t, Wet OB 1968 (maatschappelijke organisaties) / 516
2.18 Art. 11, lid 1, onderdeel u, Wet OB 1968 (samenwerkingsverbanden) / 516
2.19 Art. 11, lid 1, onderdeel v, Wet OB 1968 (fondswerving) / 518
2.20 Art. 11, lid 1, onderdeel w, Wet OB 1968 (kinderopvang) / 519
2.21 Vrijstelling voor intracommunautaire verwerving / 520
2.22 Art. 11, lid 2, Wet OB 1968 (winst beogen) / 521
3 Bijzondere regeling voor beleggingsgoud (art. 28j t/m 28p Wet OB 1968) / 522
3.1 Algemeen / 522
3.2 Vrijstelling voor handelingen betreffende beleggingsgoud (art. 28k Wet OB 1968) / 523
3.3 Optierecht (art. 28l Wet OB 1968) / 524
3.4 Aftrekrecht (art. 28m Wet OB 1968) / 524
3.5 Bewerking tot niet-beleggingsgoud (art. 28o Wet OB 1968) / 525
4 De overgang van een algemeenheid van goederen / 525
4.1 Algemeen / 525
4.2 Is art. 37d Wet OB 1968 van toepassing op de overdracht van één onroerende zaak? / 526
4.3 Overgang / 527
4.3 Overdrachtsbelasting en art. 37d Wet OB 1968 / 528
4.4 Inbreng en omzetting / 529
4.5 Verhuur van een onderneming / 529
5 Diplomatieke vrijstelling / 530
11 De verschuldigdheid, voldoening en teruggave van btw / 531
1 De verschuldigdheid / 531
1.1 Algemeen / 531
1.2 Leveringen en diensten met verleggingsregelingen / 532
1.3 Verleggingsregelingen / 533
1.3.1 Verleggingsregeling voor levering gas en elektra en B2B-diensten (art. 12, lid 2, Wet OB 1968) / 533
1.3.2 Verleggingsregeling voor bepaalde leveringen of diensten door een buitenlandse ondernemer (art. 12, lid 3, Wet OB 1968) / 533
1.3.3 Antimisbruikbepalingen / 535
1.4 Intracommunautaire verwervingen en wijze van heffing / 544
1.4.1 Geen heffing van belasting bij intracommunautaire verwervingen / 544
1.5 Naheffing van voorbelasting als de 90%-grens bij levering van een onroerende zaak niet wordt gehaald / 545
1.6 Andere vormen van verschuldigdheid van de belasting / 545
1.6.1 Ten onrechte gefactureerde btw / 545
1.6.2 Intracommunautaire leveringen tegen het nultarief / 547
2 Het tijdstip van de verschuldigdheid / 547
2.1 Algemeen / 547
2.2 Leveringen en diensten / 547
2.2.1 Het factuurstelsel / 548
2.2.2 Geen verplichting tot het uitreiken van een factuur / 549
2.2.3 Tijdstip van verschuldigdheid als verplicht uitreiken van een factuur achterwege wordt gelaten / 549
2.2.4 Het kasstelsel / 549
2.2.5 Vooruitbetalingen / 550
2.2.6 Verschuldigdheid op het tijdstip van de prestatie / 551
2.2.7 Verschuldigdheid en verleggingsregeling / 551
2.2.8 Verschuldigdheid en margeregeling / 551
2.2.9 Tijdstip van de verschuldigdheid bij intracommunautaire transacties / 552
2.2.10 Verschuldigdheid en privégebruik / 553
3 Voldoening van de belasting / 553
3.1 Leveringen en diensten / 553
3.2 Intracommunautaire verwervingen / 555
3.3 Nieuwe vervoermiddelen / 555
4 Teruggaven / 555
4.1 Algemeen / 555
4.2 Oninbare vorderingen (wanbetaling) / 556
4.3 Kortingen en terugname / 559
4.3.1 Kortingen op de prijs / 559
4.3.2 Bonus en rabat / 559
4.3.3 Terugname van goederen in ongebruikte staat / 560
4.3.4 Formele bepalingen / 560
4.3.5 Toepassing van de margeregeling / 561
4.3.6 Intracommunautaire verwervingen en teruggaaf / 562
4.3.7 Art. 29 Wet OB 1968 en het kasstelsel / 562
4.4 Andere teruggaven / 562
4.4.1 Afwikkeling van door een leverancier teruggenomen goederen / 562
4.4.2 Terugbetaling van in aftrek gebrachte btw / 563
4.4.3 Teruggaaf op aangifte / 563
4.4.4 Kredietbeperkingstoeslag / 564
4.4.5 Overige teruggaafmogelijkheden / 564
5 De fiscaal vertegenwoordiger / 565
5.1 Inleiding / 565
5.2 De fiscaal vertegenwoordiger met algemene vergunning / 566
5.3 De fiscaal vertegenwoordiger met beperkte vergunning / 567
5.4 De fiscaal vertegenwoordiger en de verleggingsregeling / 567
6 Naheffing van belasting / 568
7 Invordering van btw-schulden / 568
8 Aansprakelijkheid / 568
8.1 Bestuurdersaansprakelijkheid / 568
8.2 Aansprakelijkheid van onderdelen van een fiscale eenheid / 569
12 De landbouwregeling / 571
1 Redenen voor een landbouwregeling / 571
2 Opzet van de landbouwregeling / 572
3 De begrippen landbouwer, veehouder, tuinbouwer en bosbouwer / 572
4 De prestaties die onder de regeling vallen / 573
5 Afwijkende eisen voor landbouwers / 576
6 De afnemer van de landbouwer / 576
6.1 Door afnemers opgemaakte afrekeningen / 577
6.2 Het in rekening gebrachte bedrag / 578
6.3 De landbouwveiling / 578
7 Landbouwers en intracommunautaire bepalingen / 579
7.1 Algemeen / 579
7.2 Landbouwregeling en afstandsverkopen / 580
7.3 De landbouwregeling en gelijkgestelden in een andere lidstaat / 580
7.4 Landbouwer die onder de landbouwregeling valt levert aan particulieren en ondernemers in een andere lidstaat / 581
7.5 Andere landbouwers en de intracommunautaire transacties / 581
8 De landbouwregeling en de margeregeling / 581
9 Optieregeling voor landbouwers / 581
9.1 De optie voor belast ondernemerschap / 581
9.2 Herzieningsregels in de landbouwregeling / 582
10 De KOR bij landbouwers / 583
11 De intensieve veeteelt / 584
12 Dienstverlening aan landbouwers die onder de landbouwregeling vallen / 585
13 De overdracht van een landbouwbedrijf / 585
14 Bijdragen in het kader van de bedrijfsuitoefening / 586
15 Overdracht en exploitatie van (landbouw)rechten / 587
16 De veehandelsregeling / 589
17 Bedrijfsverzorgingsdiensten / 590
18 Bijzondere regelingen / 590
19 Vissers / 590
13 Bijzondere regels en bepalingen / 593
1 De vermindering voor kleine ondernemers in de Wet OB 1968 / 593
1.1 De reden voor een kleineondernemersregeling / 593
1.2 Ondernemers op wie de regeling van toepassing is / 594
1.2.1 De kleineondernemersregeling en de vaste inrichting / 594
1.3 De werking van de regeling / 595
1.4 Voor wie de KOR niet geldt / 595
1.5 De KOR bij verlegging van de verschuldigdheid / 596
1.6 De KOR en belastingcorrecties / 600
1.7 Vermindering per ondernemer / 600
1.8 Staking van een onderneming in de loop van een jaar / 600
1.9 Kalenderjaar = boekjaar / 601
1.10 Voorlopige verminderingen in de loop van een jaar / 601
1.11 Ontheffing van de administratieve verplichtingen / 602
1.11.1 Het verlenen van de ontheffing / 602
1.11.2 Het vervallen van de ontheffing / 603
1.11.3 Ontheffing en intracommunautaire transacties / 604
1.11.4 Belasting verschuldigd door ontheven ondernemers / 605
2 De forfaitaire berekeningsmethoden / 605
2.1 Noodzaak forfaitaire methoden / 605
3 Zegelsystemen en bonnen / 606
3.1 Algemeen / 606
3.2 Gratis zegels die inwisselbaar zijn tegen geld / 607
3.3 Tegen geld inwisselbare waardebonnen in of op de verpakking / 608
3.4 Gratis zegels die inwisselbaar zijn tegen goederen / 608
3.5 Verstrekking van koopzegels / 609
3.6 Cadeaubonnen en toegiftartikelen / 610
3.7 Rechtspraak over zegels / 611
4 Factureerplicht / 612
4.1 De reden van de factureerplicht / 612
4.2 Welke factureringsregels zijn van toepassing / 612
4.3 Omvang van de factureerplicht / 613
4.4 Eisen waaraan een factuur moet voldoen / 615
4.4.1 Vereenvoudigde factuur / 616
4.4.2 Elektronisch factureren / 616
4.5 Tijdstip van uitreiking van de facturen / 617
4.6 Vooruitbetalingen / 617
4.7 Bewaren van facturen / 617
4.8 Gevolgen van gebreken aan facturen / 618
4.9 Ontheffing van de factureringsverplichting / 619
4.10 Factureerplicht en intracommunautaire leveringen van nieuwe vervoermiddelen / 619
4.11 Wederverkopers / 620
5 De administratieve eisen / 620
5.1 De algemene boekhoudverplichting / 620
5.2 De boekhoudverplichting voor de heffing van btw / 621
5.3 Het houden van regelmatige aantekeningen / 621
5.4 Aantekening van facturen / 622
5.5 Afwijkingen / 622
5.6 Register bij overbrengingen / 623
5.7 Rechtspersonen/niet-ondernemers / 623
5.8 Administratieve verplichtingen voor wederverkopers / 623
5.9 Sancties / 624
5.10 Bewijskracht van de administratie / 625
5.11 Btw-identificatienummer / 625
5.12 Opgave van de intracommunautaire leveringen en diensten – listing / 626
5.13 Prijzen aanbieden inclusief of exclusief btw / 628
5.14 Bijzondere regelingen / 628
14 Overheidslichamen / 629
1 Overheidslichamen en de btw-Richtlijn / 629
1.1 Optreden als overheid / 629
1.2 Overheidstaak en concurrentieverstoring / 630
1.2.1 Concurrentieverstoring / 630
1.2.2 Verplicht ondernemerschap voor publiekrechtelijke lichamen / 630
1.2.3 Samenvatting onderscheid ondernemers- en overheidstaak / 631
2 Overheidslichamen in de Wet OB 1968 / 631
2.1 Inleiding / 631
2.2 Eenheid of verscheidenheid van een overheidslichaam / 632
2.3 Verschillende sferen / 633
2.4 Wet OB 1968 en optreden als overheid / 634
2.4.1 Handelingen als overheid / 634
2.4.2 Concurrentieverstoring en de Wet OB 1968 / 635
2.5 De ondernemerssfeer / 636
2.6 De niet-ondernemerssfeer / 636
3 De Wet op het BTW-compensatiefonds (Wet BCF) / 637
3.1 Algemeen / 637
3.2 Reden voor de bijdrage/compensatie / 637
3.3 Voeding van het fonds / 638
3.4 Systematiek van de Wet BCF / 638
3.5 Bijdrage uit het BTW-compensatiefonds / 638
3.6 Formaliteiten ten aanzien van de bijdrage / 639
4 Aftrek van voorbelasting ondernemershandelingen / 640
4.1 Algemeen / 640
4.2 Aftrek voorbelasting bij uitvoering van een bestemmingsplan / 640
4.2.1 Situatie tot 1 januari 2003 / 641
4.2.2 Situatie na 1 januari 2003 / 643
4.3 Uitbesteding van de uitvoering van bestemmingsplannen / 644
5 Uitbesteding van een overheidstaak / 645
6 Prestaties binnen het gemeentelijk apparaat / 645
6.1 Onderlinge prestaties / 645
6.2 Onderlinge diensten / 645
6.3 Onderlinge leveringen / 646
6.4 Het begrip ‘onderling’ tot 1 januari 2003 / 647
7 Samenwerkingsverbanden / 648
7.1 Wet gemeenschappelijke regelingen / 648
7.2 Samenwerkingsverbanden na inwerkingtreding Wet BCF / 649
8 Terbeschikkingstelling van personeel / 649
9 Publiekrechtelijke lichamen en intracommunautaire transacties / 650
Trefwoordenregister / 651