Strafprocesrecht
Paperback Nederlands 2024 15e druk 9789013176476Samenvatting
Wanneer je het hedendaagse strafprocesrecht vanuit zijn fundamentele uitgangspunten en beginselen wilt doorgronden, dan vormt dit studieboek de ultieme introductie. De inhoud van Strafprocesrecht is afgestemd op de onderwerpen die in het universitaire onderwijs centraal staan. Deze 15e druk bevat de laatste jurisprudentie en wetgeving.
Studenten en praktijkjuristen in het strafrecht vinden in Strafprocesrecht een grondige kennismaking met het strafprocesrecht op academisch niveau. De titel biedt meer dan enkel een naslagwerk van de actuele wetgeving en jurisprudentie binnen het strafprocesrecht. In plaats daarvan wordt een breder perspectief ingenomen, waarbij volop aandacht uitgaat naar de fundamentele uitgangspunten en beginselen van het rechtsgebied. Zo beschouwen de auteurs elementen van het Nederlandse strafprocesrecht in het licht van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. De lezer leert de dynamiek achter het geldende recht te doorgronden. Hiermee biedt de titel houvast binnen een beweeglijk geheel aan regels en beginselen dat voortdurend onderhevig is aan debat en bredere ontwikkelingen.
Uiteraard is deze vernieuwde 15e druk bijgewerkt met de laatste jurisprudentie en wetgeving. Tevens zijn, om de stof zo helder mogelijk te presenteren, bepaalde onderdelen herschreven en is hoofdstuk 15 anders opgezet. Ook zijn onderwerpen toegevoegd die eerder niet werden behandeld.
Deze 15e druk is nog toegesneden op het bestaande Wetboek van Strafvordering. De bedoeling is dat de 16e druk geheel afgestemd zal zijn op het nieuwe wetboek dat op stapel staat en dat die druk zal verschijnen ruim vóór de inwerkingtreding van dat wetboek. Zo kan vroegtijdig met de bestudering van het nieuwe recht worden begonnen.
De titel geldt dankzij haar brede perspectief als een veelgebruikte introductie tot het strafprocesrecht in het academisch onderwijs. De inhoud van Strafprocesrecht is afgestemd op de onderwerpen die in het universitaire onderwijs centraal staan.
Strafprocesrecht:
- Naslagwerk van actuele wetgeving en jurisprudentie
- Aandacht voor fundamentele uitgangspunten en beginselen van het rechtsgebied
- Elementen van het Nederlandse strafprocesrecht in het licht van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens
- Biedt houvast binnen een beweeglijk geheel aan regels
Specificaties
Lezersrecensies
Inhoudsopgave
Verkort aangehaalde werken XIX
1 Inleiding 1
1.1 Aard en doel van het strafproces 1
1.1.1 Een tweeledig hoofddoel 1
1.1.2 Bijkomende doelen 3
1.1.3 Strafproces en waarheidsvinding 5
1.1.4 Strafproces en rechtsbescherming 8
1.1.5 Noodzakelijke afwegingen 9
1.2 Historische ontwikkeling 11
1.3 De bronnen van het strafprocesrecht 14
1.3.1 Wetgeving 14
1.3.2 Beleidsregels 16
1.3.3 Internationaal recht 17
1.3.4 Jurisprudentierecht 20
1.3.5 Beginselen 21
1.4 Het legaliteitsbeginsel 23
1.5 Verhouding tot andere rechtsgebieden 27
1.6 Naar een nieuw Wetboek van Strafvordering 29
2 Karakter en gang van het Nederlandse strafproces 33
2.1 Inleiding 33
2.2 Het inquisitoire en het accusatoire procesmodel 34
2.3 De inquisitoire wortels van het Nederlandse strafproces 37
2.4 In de hoofdrollen 43
2.5 Verschillen in afdoening 49
2.6 Het strafproces in fasen 51
2.6.1 Procesfasen en de wettelijke systematiek 51
2.6.2 Opsporing 52
2.6.3 Vervolging 57
2.6.4 De berechting in eerste aanleg 61
2.6.5 Hoger beroep en cassatie 64
3 Kennismaking met het EVRM 67
3.1 Inleiding 67
3.2 Doel en karakter van het verdrag 68
3.3 Algemene kenmerken van de Straatsburgse jurisprudentie 71
3.4 Schets van enkele verdragsrechten 80
3.4.1 Art. 5 EVRM 80
3.4.2 Art. 6 EVRM 88
3.4.3 Art. 8 EVRM 96
3.5 Gemeenschappelijke begrippen 101
3.5.1 Law 101
3.5.2 Afstand van recht (waiver) 105
4 Het strafprocessuele model 109
4.1 De beraadslaging in raadkamer 109
4.1.1 Inleiding 109
4.1.2 De formele vragen van art. 348 Sv 110
4.1.3 De materiële vragen van art. 350 Sv 111
4.2 De uitspraak. De verschillende mogelijke einduitspraken 114
4.3 Het onderzoek ter terechtzitting 116
4.4 Op de grondslag van de tenlastelegging 117
4.5 Samenvatting 118
5 De toegang tot de rechter 119
5.1 Inleiding 119
5.2 Organisatie en bevoegdheid 120
5.2.1 De organisatie van de rechterlijke macht 120
5.2.2 Absolute en relatieve competentie 124
5.2.3 Interne competentie 128
5.2.4 De toedeling van zaken 133
5.2.5 Raadkamerprocedures 137
5.3 Onafhankelijkheid en onpartijdigheid 141
5.3.1 Art. 6 EVRM; criteria 141
5.3.2 Onafhankelijkheid 145
5.3.3 Onpartijdigheid 147
5.3.4 Wraking, verschoning, vernietiging en terugwijzing 154
5.4 Buitengerechtelijke afdoening 157
6 Het Openbaar Ministerie en de vervolging 163
6.1 Inleiding 163
6.2 De organisatie van het Openbaar Ministerie 164
6.3 De taken van het Openbaar Ministerie 170
6.3.1 Inleiding 170
6.3.2 De tenuitvoerlegging 171
6.4 De vervolging 172
6.4.1 Inleiding 172
6.4.2 Vervolging door een strafbeschikking 174
6.4.3 De beslissing tot vervolging 175
6.5 Beklag over niet (verder) vervolgen 178
6.6 Het recht van de verdachte op een beslissing inzake vervolging 184
6.7 Het bezwaarschrift tegen de dagvaarding 186
6.8 Beginselen van een behoorlijke procesorde en de vervolgingsbeslissing 188
6.8.1 Inleiding 188
6.8.2 Het vertrouwensbeginsel 189
6.8.3 Het gelijkheidsbeginsel en het verbod van willekeur 192
6.9 Samenloop van rechtsbescherming rond de vervolgingsbeslissing 195
6.10 Toezicht op het Openbaar Ministerie 198
7 De verdachte en zijn raadsman 201
7.1 Inleiding 201
7.2 Verdachte en verdenking 202
7.2.1 Twee begrippen verdachte 202
7.2.2 Redelijk vermoeden van schuld 203
7.2.3 De functie van het formele begrip ‘verdachte’ 206
7.2.4 Vergelijking met art. 6 EVRM 207
7.3 Zwijgrecht en verhoor 208
7.3.1 Art. 29 Sv: ratio en betekenis 208
7.3.2 Het pressieverbod 209
7.3.3 Cautie en verhoor 212
7.3.4 Zwijgrecht en inlichtingenplicht 216
7.4 Het recht op rechtsbijstand 218
7.4.1 Het EVRM 218
7.4.2 Het wettelijke kader 221
7.4.3 De gekozen raadsman 223
7.4.4 De aangewezen raadsman 225
7.5 Taak en positie raadsman 228
7.5.1 Uitgangspunten en beginselen 228
7.5.2 Het belang van een goede rechtsbedeling 230
7.5.3 Fouten van de raadsman 232
7.6 Rechtsbijstand: enkele bijzondere onderwerpen 232
7.6.1 Rechtsbijstand en politieverhoor 232
7.6.2 Recht op vrij verkeer met de raadsman 237
7.6.3 Stelbrief en de niet verschenen raadsman 240
7.6.4 Afstand van rechtsbijstand bij de berechting 242
7.7 Recht op kennisneming van de stukken 244
8 Het slachtoffer 253
8.1 Inleiding 253
8.2 Positieve verplichtingen voortvloeiend uit het EVRM 255
8.3 De Richtlijn slachtofferzorg 257
8.4 Een titel voor en een definitie van het slachtoffer 260
8.5 Het recht op correcte bejegening en informatie 262
8.6 Het recht op bijstand en een tolk 264
8.7 Opsporing 266
8.8 Vervolging: klachtvereiste en hoorplichten 268
8.9 Het spreekrecht tijdens het onderzoek ter terechtzitting 270
8.10 Voeging als benadeelde partij 273
8.10.1 Inleiding 273
8.10.2 De te vergoeden schade 274
8.10.3 Behandeling van en beslissingen op de vordering van de benadeelde partij 278
8.10.4 De schadevergoedingsmaatregel en de bijzondere voorwaarde 281
9 Het vooronderzoek 285
9.1 Inleiding 285
9.2 De opsporing: taken en verantwoordelijkheden 287
9.2.1 Wettelijke taaktoedeling 287
9.2.2 Personen met opsporing belast 288
9.2.3 Leiding en verantwoordelijkheid 291
9.2.4 Inschakeling van burgers 294
9.3 Afbakening van de opsporingstaak (opsporingsbegrip) 295
9.3.1 Historische ontwikkeling 295
9.3.2 Vijf typen opsporingsonderzoek 298
9.4 De normering van de opsporingstaak 301
9.4.1 Algemeen 301
9.4.2 Verbaliseringsplicht 303
9.4.3 Politiesepot 307
9.4.4 Aangiften en klachten 307
9.4.5 Dwangmiddelen en opsporingsbevoegdheden 310
9.4.6 Niet wettelijk geregelde opsporingsmethoden 311
9.5 De rol van de rechter-commissaris 314
9.5.1 Algemeen 314
9.5.2 Het onderzoek door de rechter-commissaris 317
9.5.3 Overige taken en bevoegdheden van de rechter-commissaris 326
10 Dwangmiddelen 329
10.1 Algemeen 329
10.1.1 Wettelijke systematiek en terminologie 329
10.1.2 Dwangmiddelen en grondrechten 331
10.1.3 Dwangmiddelen en vrijwilligheid 333
10.1.4 Structuurkenmerken 336
10.1.5 Steunbevoegdheden en connexe bevoegdheden 338
10.1.6 Voortgezette toepassing en oneigenlijk gebruik 338
10.2 Aanhouden en staande houden 340
10.2.1 Staande houden 340
10.2.2 Aanhouden 343
10.2.3 Verhouding tot stopbevel 346
10.2.4 Aanverwante bevoegdheden 348
10.3 Inbeslagneming en doorzoeking 350
10.3.1 Algemeen 350
10.3.2 De bevoegdheid tot inbeslagneming 353
10.3.3 Onderzoek aan/in lichaam of kleding 356
10.3.4 Betreding en doorzoeking van plaatsen 358
10.3.5 Bevel tot uitlevering 361
10.4 Bijzondere opsporingsbevoegdheden 363
10.4.1 Algemeen 363
10.4.2 Stelselmatige observatie 366
10.4.3 Pseudokoop en pseudodienstverlening 369
10.4.4 Telefoontap 373
10.5 De positie van professioneel verschoningsgerechtigden 375
11 Voorarrest 381
11.1 Inleiding 381
11.2 Gevallen en gronden (art. 67 en 67a Sv) 382
11.2.1 Gevallen 382
11.2.2 Gronden 384
11.2.3 Ernstige bezwaren en anticipatiegebod 390
11.3 Ophouden voor onderzoek 391
11.4 Inverzekeringstelling 395
11.4.1 Algemeen 395
11.4.2 Rechtmatigheidstoetsing (art. 59a Sv e.v.) 399
11.5 Voorlopige hechtenis 402
11.5.1 Bewaring 402
11.5.2 Gevangenhouding en gevangenneming 405
11.5.3 Duur en einde van de voorlopige hechtenis 409
11.5.4 Schorsing van de voorlopige hechtenis 412
11.5.5 Rechtsmiddelen 414
11.6 Schadevergoeding 416
12 Dagvaarding en tenlastelegging 421
12.1 Inleiding 421ve
12.2 Het aanwezigheidsrecht 422
12.2.1 Rechtspraak van het EHRM 422
12.2.2 Betekening van de dagvaarding 430
12.2.3 Gevolgen van betekeningsfouten 435
12.2.4 Aanvullende waarborgen 438
12.3 Dagvaardingstermijn 443
12.4 De tenlastelegging 445
12.4.1 Verhouding tot art. 6 EVRM 445
12.4.2 De taal en de opbouw van de tenlastelegging 446
12.4.3 Eisen aan de tenlastelegging 448
12.4.4 Wetstermen in de tenlastelegging 452
12.4.5 Samengestelde tenlasteleggingen 454
12.4.6 Tenlastelegging in geval van grootschalige criminaliteit 455
12.4.7 Wijziging van de tenlastelegging 457
12.5 Op grondslag van de tenlastelegging 458
12.5.1 Rechtspraak van het EHRM 458
12.5.2 De grondslagleer 460
12.5.3 Interpretatie van de tenlastelegging 462
12.5.4 Grondslag en partiële vrijspraak 465
12.5.5 Grondslag en kwalificatie 469
13 Het onderzoek ter terechtzitting 473
13.1 Inleiding 473
13.2 De rechter en de terechtzitting 475
13.3 De verdachte en zijn raadsman 479
13.4 Het horen van de verdachte 485
13.5 De tolk 490
13.6 Het oproepen van getuigen 492
13.7 Het oproepen van deskundigen, het overleggen van schriftelijke bescheiden en stukken van overtuiging en het houden van een schouw 502
13.8 Het horen van getuigen en deskundigen 504
13.9 Het voorlezen van de processtukken 511
13.10 Het slachtoffer en de benadeelde partij 513
13.11 Onderbreking en schorsing 516
13.12 Requisitoir, pleidooi, laatste woord, sluiting en heropening 518
13.13 De griffier en het proces-verbaal 520
14 Het bewijs 525
14.1 Inleiding 525
14.2 Het wettelijk bewijsstelsel op hoofdlijnen 527
14.2.1 Algemeen 527
14.2.2 Limitatieve opsomming van bewijsmiddelen 530
14.2.3 Bewijsmiddel versus bewijsgrond; redengevende feiten 531
14.2.4 Bewijsstelsel en bewijsvoering 533
14.2.5 Selectie en waardering 534
14.2.6 Bewijsstelsel en bewijsmotivering 536
14.3 Afscheid van onmiddellijke bewijsvoering 538
14.3.1 Het testimonium de auditu 538
14.3.2 Onmiddellijke bewijsvoering: the best evidence? 540
14.3.3 De auditu-bewijs en fair hearing 542
14.4 De wettigheid van bewijsmiddelen 546
14.4.1 De redenen van wetenschap 546
14.4.2 Eigen waarneming of ondervinding 548
14.4.3 De verklaring van de verdachte 553
14.4.4 Schriftelijke bescheiden 554
14.4.5 Deskundigenbewijs 556
14.4.6 Eigen waarneming van de rechter 560
14.5 Bewijsminima en andere bewijsvoorschriften 561
14.5.1 Klassieke bewijsregels 561
14.5.2 Anonieme getuigen en kroongetuigen 565
14.6 De bewijsconstructie 569
14.6.1 Toereikend bewijs 569
14.6.2 Feiten van algemene bekendheid 570
14.6.3 Schakelbewijs 572
14.6.4 Meer en Vaart-verweren 574
14.6.5 Leugenachtig bewijs en beroep op zwijgrecht 576
15 Sanctionering van onregel matigheden in het strafproces 579
15.1 Inleiding 579
15.1.1 Het ontstaan van een leerstuk 579
15.1.2 De Commissie-Moons en art. 359a Sv 581
15.1.3 Rechtspraak van het EHRM 582
15.1.4 Het voorstel van het nieuwe Wetboek van Strafvordering 586
15.2 Bewijsuitsluiting 587
15.2.1 Drie arresten 587
15.2.2 De eerlijkheid van het proces en de verklaringsvrijheid 588
15.2.3 Schending van (andere) strafvorderlijke voorschriften of rechtsbeginselen 596
15.2.4 Het verband tussen het onrechtmatig handelen en het verkregen bewijs 600
15.2.5 Onrechtmatig handelen buiten het voorbereidend onderzoek 601
15.3 Niet-ontvankelijkheid van het OM 605
15.3.1 Inleiding 605
15.3.2 Het instigatieverbod 606
15.3.3 Het onmogelijk maken van waarheidsvinding 607
15.3.4 Bijzondere gevallen 609
15.4 Strafvermindering 610
15.4.1 Inleiding 610
15.4.2 Berechting binnen een redelijke termijn 611
15.4.3 Andere gevallen van strafvermindering 612
15.4.4 Strafvermindering en voorarrest 615
15.5 Schadevergoeding 617
16 Het vonnis 619
16.1 Inleiding 619
16.1.1 Het schriftelijk vonnis van de meervoudige kamer 619
16.1.2 Het vonnis van de politierechter en de kantonrechter 622
16.1.3 Motiveringsverplichtingen en het recht op een eerlijk proces 624
16.1.4 Verschillende beslissingen 625
16.2 Beslissingen op formele vragen en vragen naar strafbaarheid van feit en dader 627
16.2.1 Inleiding 627
16.2.2 Art. 358 lid 3 Sv 630
16.2.3 Uitdrukkelijk onderbouwde standpunten 636
16.2.4 Motivering bij twijfel 637
16.3 De bewijsvraag 638
16.3.1 Inleiding 638
16.3.2 De inhoud van de bewijsmiddelen 640
16.3.3 Een opgave van bewijsmiddelen 641
16.3.4 Motiveringseisen bij specifieke bewijsmiddelen 644
16.3.5 Uitdrukkelijk onderbouwde bewijsverweren 647
16.3.6 De motivering van de vrijspraak 652
16.4 Strafoplegging 654
16.4.1 De wettelijke basis 654
16.4.2 De redenen die in het bijzonder de straf hebben bepaald 655
16.4.3 Vrijheidsbenemende straffen en maatregelen; terbeschikkingstelling 659
16.4.4 Verweren en uitdrukkelijk onderbouwde standpunten 660
16.5 Overige beslissingen en motiveringen 663
16.6 Herstelmogelijkheden 664
17 Rechtsmiddelen 667
17.1 Inleiding 667
17.2 Verzet tegen de strafbeschikking 671
17.2.1 Inleiding 671
17.2.2 Het doen van verzet 672
17.2.3 De behandeling van het verzet 675
17.3 Gewone rechtsmiddelen tegen uitspraken 677
17.3.1 Inleiding 677
17.3.2 Het aanwenden, intrekken en afstand doen van rechtsmiddelen 680
17.3.3 De beroepstermijn 684
17.3.4 Staat hoger beroep of beroep in cassatie open? 689
17.3.5 Beperkingen van het hoger beroep of het beroep in cassatie 693
17.4 Hoger beroep tegen uitspraken 696
17.4.1 Inleiding 696
17.4.2 De schriftuur en het voortbouwend appel 697
17.4.3 De behandeling ter terechtzitting 701
17.4.4 Beslissen en motiveren in hoger beroep 705
17.5 Beroep in cassatie tegen uitspraken 712
17.5.1 Inleiding 712
17.5.2 De procedure 716
17.5.3 De cassatiemiddelen 718
17.5.4 De behandeling van het cassatieberoep 719
17.5.5 Beslissen en motiveren in cassatie 721
17.6 Herziening 726
17.6.1 Inleiding 726
17.6.2 Het novum bij herziening ten voordele nader bezien 728
17.6.3 De procedure bij herziening ten voordele 731
17.6.4 De herziening ten nadele 735 17.7 Cassatie in het belang der wet en prejudiciële vragen aan de Hoge Raad 738
17.8 Klagen bij het EHRM 741
17.9 Gratie 742
17.10 Rechtsmiddelen tegen beschikkingen 744
17.10.1 Art. 445 en 446 Sv en bijzondere regelingen 744
17.10.2 Procedurele aspecten 745
Jurisprudentieregister 747
Zakenregister 777
Namenregister 787
Rubrieken
- advisering
- algemeen management
- coaching en trainen
- communicatie en media
- economie
- financieel management
- inkoop en logistiek
- internet en social media
- it-management / ict
- juridisch
- leiderschap
- marketing
- mens en maatschappij
- non-profit
- ondernemen
- organisatiekunde
- personal finance
- personeelsmanagement
- persoonlijke effectiviteit
- projectmanagement
- psychologie
- reclame en verkoop
- strategisch management
- verandermanagement
- werk en loopbaan