Prof.mr. J.M. van Slooten is hoogleraar arbeidsrecht aan de Universiteit van Amsterdam en advocaat bij Stibbe.
Meer over de auteursHandboek nieuw ontslagrecht
Gebonden Nederlands 2015 1e druk 9789013132151Samenvatting
De Wet werk en zekerheid is nieuw, complex en omvangrijk. Er is bij inwerkingtreding nog veel onduidelijk en het laat zich aanzien dat daarover nog jaren in de rechtspraak zal worden gestreden.
'Handboek Nieuw ontslagrecht' behandelt wat er veranderd is en hoe het nieuwe flex- en ontslagrecht eruit ziet. Het is vooral geschreven voor de lezer die vertrouwd was met het oude flex- en ontslagrecht en die op zoek is naar hoe het nieuwe recht werkt.
Dit boek heeft de volgende karakteristieken:
-Het stelt vragen over 'hoe dat nou moet' onder het nieuwe recht en probeert antwoord te geven, ook als de wet of de parlementaire geschiedenis daarover zwijgt.
-Bij het antwoord wordt een beredeneerde keuze gemaakt; 'het zou kunnen' vindt u (vrijwel) niet als antwoord.
-Er verschijnt tegelijkertijd een online versie van dit boek die vrij raadpleegbaar is via de website estibbe.com/nieuwontslagrecht. Deze versie zal regelmatig worden geactualiseerd.
-In de online versie van dit boek zijn hyperlinks aangebracht naar de relevante passages in de parlementaire geschiedenis.
-Er is een aantal overzichten opgenomen waarin de wijzigingen op een bepaald deelgebied in kaart worden gebracht.
Specificaties
Lezersrecensies
Inhoudsopgave
1.1 Voorgeschiedenis 1
1.2 Kort overzicht maatregelen 2
1.3 De kern van het nieuwe ontslagrecht 4
1.4 De elementen van opzegging onder het nieuwe stelsel 5
1.4.1 Redelijke grond 5
1.4.2 Ontslaggronden limitatief in de wet opgenomen 6
1.4.3 De ondernemersvrijheid van de werkgever 7
1.4.4 De herplaatsingsplicht 8
1.4.4.1 Algemeen 8
1.4.4.2 De redelijke termijn 8
1.4.4.3 Scholing 9
1.4.4.4 Herplaatsing ligt niet in de rede 11
1.4.5 Vergoeding niet langer smeermiddel 11
1.4.6 Per grond is één instantie exclusief bevoegd 12
1.4.6.1 Algemeen 12
1.4.6.2 Werkgever voert twee verschillende gronden aan 13
1.4.6.3 Werkgever voert een onduidelijke grond aan 13
1.4.6.4 Werkgever voert twee halve gronden aan 13
1.4.6.5 Werkgever voert één grond aan die zowel a-/b- als c-/h-aspecten heeft 14
1.4.6.5.a Stoelendansmethode 14
1.4.6.5.b Niet meer de juiste man op de juiste plaats 14
1.4.6.5.c Up-or-out-beleid 14
1.4.6.6 Procedurele aspecten van samenloop 15
1.4.6.6.a UWV acht zich niet bevoegd 15
1.4.6.6.b Kantonrechter acht zich niet bevoegd 16
1.4.7 Gelijkschakeling procedure UWV en kantonrechter 16
1.4.7.1 Algemeen 16
1.4.7.1.a Vergelijking bij indiening verzoek 17
1.4.7.1.b Inschatting herplaatsingsperiode 17
1.4.7.1.c Beëindigingstermijn 17
1.4.8 Is het nieuwe stelsel strenger voor de werkgever? 18
1.5 Het opzegverbod van artikel 7:671 lid 1 BW 19
1.5.1 Wie en wat valt eronder? 19
1.5.2 Vijf typen werknemers uitgezonderd 20
1.5.3 Wie valt er (in vergelijking met het BBA 1945) wel onder artikel 7:671 lid 1 BW? 21
1.5.4 Wie valt er niet onder artikel 7:671 lid 1 BW? 22
1.6 Inwerkingtreding en overgangsrecht 23
1.6.1 Inwerkingtredingsdata 23
1.6.2 Hoofdregel: onmiddellijke werking van de Wwz 23
1.6.3 Het specifieke overgangsrecht onder de Wwz 24
2 ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR BEPAALDE TIJD EN BIJZONDERE BEDINGEN 27
2.1 Overzicht 27
2.2 Aanzegplicht 27
2.2.1 Korte beschrijving 27
2.2.2 Vergoeding 29
2.2.3 De ambivalente aanzegging 30
2.2.4 Werkgever komt terug van aanzegging dat arbeidsovereenkomst wordt verlengd 30
2.3 Arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd 31
2.3.1 Opvolgend werkgeverschap 31
2.3.2 Uitbreiding maximumperiode en aantal arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd bij cao 33
2.3.3 Uitzonderingen op de hoofdregel van artikel 7:668a lid 1 BW 34
2.3.4 Tussentijdse beëindiging 35
2.3.5 De (opvolgende) arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd en de transitievergoeding 36
2.3.6 Overgangsregeling ketenregeling en transitievergoeding 39
2.4 Proeftijd en concurrentiebeding in een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd 41
2.4.1 Proeftijd 41
2.4.2 Concurrentiebeding 41
2.4.3 Geen beroep op concurrentiebeding bij ernstig verwijtbaar handelen of nalaten werkgever 42
3 FLEXIBELE ARBEIDSRELATIES – UITZENDOVEREENKOMST, PAYROLLING, CONTRACTING EN OPROEPKRACHTEN 45
3.1 Overzicht 45
3.2 Uitzendovereenkomst 46
3.2.1 Inleiding 46
3.2.2 Verlicht arbeidsrechtelijk regime bij de uitzendovereenkomst 47
3.2.3 Opvolgend werkgeverschap 48
3.2.4 Fasensysteem ABU-cao 49
3.2.5 Geen motiveringsplicht bij einde terbeschikkingstelling uitzendkracht 50
3.2.6 De bijzondere regels in de Ontslagregeling bij de opzegging van de arbeidsovereenkomst met de uitzendkracht 50
3.2.7 De wederindiensttredingsvoorwaarde en de uitzendovereenkomst 51
3.2.8 Uitzendovereenkomst en transitievergoeding 52
3.2.9 Overgangsregeling 54
3.3 Payrolling 55
3.3.1 Inleiding 55
3.3.2 Juridische kwalificatie payrolling 55
3.3.3 Ontslagregels payrollwerknemers 56
3.3.4 Bedrijfsbeëindiging payrollbedrijf geen redelijke grond voor opzegging 58
3.3.5 Informatieverstrekking door opdrachtgever aan payrollbedrijf 58
3.3.6 De wederindiensttredingsvoorwaarde bij payrolling 59
3.3.7 Opzegging arbeidsovereenkomst bij niet-nakoming door opdrachtgever 59
3.4 Contracting 60
3.4.1 Inleiding 60
3.4.2 Juridische kwalificatie contracting 61
3.4.3 Ontslagbescherming van de werknemer bij contracting 62
3.5 Oproepkrachten 63
3.5.1 Contractuele varianten en juridisch kader 63
3.5.2 Geen arbeid, geen loon (artikel 7:628 BW) 64
4 BEËINDIGING IN OVERLEG MET DE WERKNEMER 67
4.1 Overzicht 67
4.2 Beëindigingsvarianten en informatieplicht werkgever 67
4.2.1 Beëindigingshandeling, nadere afspraken en informatieplicht werkgever 67
4.2.2 Vormen en situaties 68
4.3 Beëindiging met wederzijds goedvinden 68
4.3.1 De beëindigingsovereenkomst 68
4.3.2 Arbeidsrechtelijke gevolgen beëindiging met wederzijds goedvinden 69
4.3.3 Het recht van de werknemer tot ontbinding van de beëindigingsovereenkomst 69
4.3.4 Vereisten in de rechtspraak bij een beëindiging met wederzijds goedvinden 70
4.3.5 Aantasting beëindigingsovereenkomst na afloop bedenktermijn 72
4.3.6 Vernietiging op grond van wilsgebrek 73
4.3.7 Uitsluiting en misbruik beroep op bedenkrecht 75
4.3.8 Gevolgen ontbinding beëindigingsovereenkomst tijdens bedenktermijn 76
4.4 Instemming met opzegging 77
4.4.1 Opzegging door werkgever met instemming werknemer 77
4.4.2 Het recht van de werknemer tot herroeping van zijn instemming met de opzegging 79
4.4.3 Gevolgen herroepen instemming met opzegging 80
4.4.4 Aantasting instemming door werknemer na afloop bedenktermijn 81
4.4.5 De instemming met de opzegging en de redelijke grond 81
4.4.6 De instemming met de opzegging en de aanwezigheid van een opzegverbod 83
4.4.7 De instemming met de opzegging en de wederindiensttredingsvoorwaarde 83
4.4.8 De instemming met de opzegging, de transitievergoeding en de dringende reden 84
4.5 De Ragetlie-regel 84
4.5.1 De voorwaarden 84
4.5.2 Opgevolgd versus voortgezet in artikel 7:667 lid 4 BW 85
4.5.3 Opzegging en beëindiging met wederzijds goedvinden en de Ragetlie-regel 86
4.6 Overzicht verschillen tussen beëindiging met wederzijds goedvinden en instemming met opzegging 86
4.7 Opzegging door de werknemer 87
5 OPZEGGING ZONDER INSTEMMING 89
5.1 Inleiding 89
5.2 Opzegging wegens bedrijfseconomische redenen 89
5.2.1 Inleiding 89
5.2.2 Overzicht relevante regels 90
5.2.3 Juridische status Ontslagregeling 91
5.2.4 Procedurele aspecten (Regeling UWV ontslagprocedure en artikel 7:671a BW) 93
5.2.5 Wat is een bedrijfseconomische reden? 95
5.2.6 Uitbesteding (artikelen 5 en 6 Ontslagregeling) 97
5.2.7 Het primaat van de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd (artikel 7:671a leden 5 en 7 BW en artikel 17 Ontslagregeling) 98
5.2.8 Het afspiegelingsbeginsel en de 10%-regel 99
5.3 De cao-ontslagcommissie ex artikel 7:671a lid 2 BW 100
5.3.1 Inleiding: driekwart dwingend ontslagrecht 100
5.3.2 De instelling van de cao-ontslagcommissie 100
5.3.3 De samenstelling van en de procedure bij de caoontslagcommissie 101
5.3.4 De nadere regelgeving en de cao-ontslagcommissie 102
5.3.5 Afwijking van de ontslagvolgorde 103
5.3.6 De binding aan de bepalingen over de instelling van de caoontslagcommissie en de afwijking van de ontslagvolgorde 103
5.3.6.1 Ongebonden werknemers 103
5.3.6.2 Algemeenverbindendverklaring 105
5.3.6.3 Het incorporatiebeding 105
5.3.7 Duur cao 106
5.3.8 Nawerking en terugwerkende kracht 106
5.3.9 Rechterlijke toetsing 107
5.4 Opzegverboden (artikelen 7:646 BW, 7:648 BW, 7:649 BW, 7:670 BW, 7670a BW, 108 Pw, 8 AWGB, 12f WGBMV, 9 WGBHCZ, 11 WGBLA en 3 WAA) 108
5.4.1 Inleiding 108
5.4.2 Uitzondering op de opzegverboden (artikel 7:670a lid 2 BW) 109
5.4.3 Uitbreiding uitzondering opzegverbod bij de a-grond (artikel 7:670a lid 3 BW) 110
5.4.4 Uitzondering op opzegverbod tijdens ziekte (artikel 7:670a lid 1 BW) 110
5.5 De opzegtermijn 111
5.5.1 Toepasselijkheid regels opzegtermijn uitgebreid 111
5.5.2 De aftrekmogelijkheid van artikel 7:672 lid 4 BW 112
5.5.3 Samenvattende casus met een tijdlijn bij ontslag op de a-grond 113
5.6 Opzegging tijdens de proeftijd (artikel 7:676 BW) 114
5.7 Opzegging wegens een dringende reden (artikelen 7:677 BW – 7:679 BW) 115
5.7.1 Regeling dringende reden blijft inhoudelijk gelijk 115
5.7.2 Sancties ten behoeve van de werknemer indien het ontslag op staande voet ongeldig is 116
5.7.3 Sancties ten behoeve van de werkgever indien het ontslag op staande voet wel geldig is 117
5.7.4 Procedurele aspecten: de switch, de voorwaardelijke ontbinding en het kort geding 118
6 ONTBINDING 121
6.1 Overzicht 121
6.2 Algemene aspecten van de ontbindingsprocedure 121
6.2.1 Kantonrechter is gebonden aan concrete normen in wet- en regelgeving 121
6.2.1.1 De voormalige Beleidsregels ontslagtaak UWV 122
6.2.1.2 Ontslagregeling en ontslag-cao’s 123
6.2.1.3 De Regeling UWV ontslagprocedure 123
6.2.2 Geen redelijke grond, geen ontbinding arbeidsovereenkomst 124
6.2.3 Twee of meer gedeeltelijk aannemelijk gemaakte gronden vormen geen grond voor ontslag 124
6.2.4 Opzegverboden en uitzonderingen daarop (artikel 7:671b leden 2, 6 en 7 BW) 124
6.2.5 De ontbindingsdatum (artikel 7:671b lid 8 BW) 125
6.3 De in de persoon van de werknemer gelegen gronden voor ontslag (artikel 7:669 lid 3 sub c tot en met sub h BW) 126
6.3.1 Veelvuldig ziekteverzuim – artikel 7:669 lid 3 sub c BW 126
6.3.1.1 Eisen artikel 7:669 lid 3 sub c BW 126
6.3.1.2 Veelvuldig ziekteverzuim heeft onaanvaardbare gevolgen voor bedrijfsvoering 127
6.3.1.3 Geen relatie met arbeidsomstandigheden werkgever 128
6.3.1.4 Werknemer niet binnen 26 weken normaal inzetbaar en geen passende arbeid 128
6.3.1.5 Deskundigenverklaring 129
6.3.2 Disfunctioneren – artikel 7:669 lid 3 sub d BW 129
6.3.2.1 Varianten van disfunctioneren 130
6.3.2.2 Inspanningen tot verbetering van het functioneren 131
6.3.2.3 Scholings- en herplaatsingsinspanningen 131
6.3.3 Verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer – artikel 7:669 lid 3 sub e BW 132
6.3.3.1 Varianten van verwijtbaar handelen 132
6.3.3.2 Verzachtende omstandigheden en redelijke eisen werkgever 133
6.3.3.3 Werknemer komt wettelijke verplichtingen niet na bij arbeidsongeschiktheid 134
6.3.3.4 Geen herplaatsingsverplichting 135
6.3.4 Weigering arbeid wegens ernstig gewetensbezwaar – artikel 7:669 lid 3 sub f BW 135
6.3.5 Verstoorde arbeidsverhouding – artikel 7:669 lid 3 sub g BW 136
6.3.5.1 Varianten van een verstoorde arbeidsverhouding 136
6.3.5.2 Ernstig en duurzaam verstoord 137
6.3.5.3 Samenhang met disfunctioneren of verwijtbaar handelen of nalaten 138
6.3.6 Andere omstandigheden – artikel 7:669 lid 3 sub h BW 139
6.3.6.1 INLEIDING 139
6.3.6.2 Ontslag wegens de verdenking, veroordeling of vrijheidsbeneming van de werknemer 140
6.3.6.3 Ontslag wegens het ontbreken van een tewerkstellingsvergunning 141
6.3.6.4 Ontslag manager wegens verschil van inzicht over het te voeren beleid 141
6.4 Ontbinding op de a- of b-grond (artikel 7:671b lid 1 sub b en sub c BW) 141
6.4.1 Inleiding 141
6.4.2 Ontbinding na weigering toestemming door het UWV (artikel 7:671b lid 1 sub b BW) 142
6.4.3 Ontbinding van niet tussentijds opzegbare arbeidsovereenkomst (artikel 7:671b leden 1 sub c en 9 BW) 142
6.5 Ontbinding op verzoek van de werknemer (artikel 7:671c BW) 143
6.5.1 Ontbindingsverzoek werknemer niet aan een grond gebonden 143
6.5.2 Werknemersverzoek is aangewezen middel indien de werknemer wordt gedwongen zelf op te stappen 144
6.5.3 Overige onderdelen van artikel 7:671c BW 144
6.6 Procedurele aspecten 145
6.6.1 Hoe verloopt een ontbindingsprocedure? 145
6.6.2 Een pro forma procedure 145
6.6.3 De voorwaardelijke ontbinding 146
6.6.4 Hoger beroep 148
6.6.5 Bewijsrecht 148
7 SANCTIES EN RECHTSMIDDELEN 151
7.1 Overzicht 151
7.2 Vernietiging (artikel 7:681 BW) 151
7.2.1 Algemene aspecten 151
7.2.1.1 Korte beschrijving 151
7.2.1.2 Niet meer buitengerechtelijk vernietigen 152
7.2.1.3 Vernietigbaarheid, geen nietigheid 153
7.2.1.4 Na opzegging is de werknemer aan zet 153
7.2.1.5 Alleen opzegging kan vernietigd worden 153
7.2.1.6 Vernietigingssanctie ook van toepassing op opzegging met instemming? 154
7.2.2 Bespreking van de verschillende vernietigingsgronden 155
7.2.2.1 Rechtsgeldige opzegging ontbreekt (artikel 7:681 lid 1 sub a BW) 155
7.2.2.2 Opzegverboden (artikel 7:681 lid 1 sub b BW) 155
7.2.2.3 Discriminatieverboden (artikel 7:681 lid 1 sub c BW) 156
7.2.2.4 De wederindiensttredingsvoorwaarde (artikel 7:681 lid 1 sub d en sub e BW ) 157
7.2.2.4.a Elementen van de wederindiensttredingsvoorwaarde 157
7.2.2.4.b “Een ander” doet dezelfde werkzaamheden 158
7.2.2.4.c “Werkzaamheden” 158
7.2.2.4.d Voorwaarden voor terugkeer 158
7.2.2.4.e Uitzendwerkgever 159
7.2.2.4.f Collectief ontslag 159
7.2.2.5 Artikel 7:681 BW niet uitputtend? 160
7.2.3 De gevolgen van de vernietiging 160
7.2.3.1 Loon automatisch verschuldigd? 160
7.2.3.2 Welk loon? 161
7.2.3.3 Keuze tussen vernietiging of billijke vergoeding 162
7.2.3.4 Invloed op de hoogte van de billijke vergoeding 162
7.3 Herstel (artikel 7:682 BW) 163
7.3.1 Overzicht 163
7.3.2 Gevallen waarin herstel kan worden gevraagd 164
7.3.2.1 Het ‘hoger beroep’ tegen het UWV (artikel 7:682 lid 1 BW) 164
7.3.2.2 Huishoudelijk personeel (artikel 7:682 lid 2 BW) 165
7.3.2.3 Personeel binnen het bijzonder onderwijs (artikel 7:682 lid 2 BW ) 165
7.3.2.4 Schending wederindiensttredingsvoorwaarde na ontbinding (artikel 7:682 leden 4 en 5 BW) 165
7.3.3 De verhouding tussen herstel en billijke vergoeding 166
7.3.3.1 De billijke vergoeding als alternatief voor herstel 166
7.3.3.2 Norm voor herstel en billijke vergoeding verschilt soms 167
7.3.3.3 Billijke vergoeding en ernstige verwijtbaarheid 168
7.3.3.4 De billijke vergoeding voor de bestuurder of geestelijke (artikel 7:682 lid 3 BW) 168
7.3.3.5 Meer ruimte voor billijke vergoeding aan bestuurder? 168
7.3.4 Gevolgen herstel 169
7.3.4.1 Tijdstip herstel (artikel 7:682 lid 6 BW) 169
7.3.4.2 Terugbetaling WW-uitkering na herstel 170
7.3.4.3 Terugbetaling transitievergoeding na herstel 170
7.3.4.4 Gevolgen onderbreking opzegtermijn (artikel 7:672 lid 8 BW) 171
7.3.4.5 Terugwerkende kracht van herstel 171
7.3.5 De voorziening (artikel 7:682 lid 6 BW) 171
7.3.5.1 Hoogte voorziening ter discretie van rechter 171
7.3.5.2 Billijke vergoeding en voorziening: communicerende vaten 172
7.3.6 Verschillen met vernietiging 173
7.3.6.1 Keuze tussen vernietiging en herstel 173
7.4 Hoger beroep en cassatie (artikel 7:683 BW) 174
7.4.1 Overzicht 174
7.4.2 Geen schorsende werking (artikel 7:683 BW lid 1 BW) 175
7.4.3 Hoger beroep werknemer tegen een beschikking ex artikel 7:671c BW (artikel 7:683 lid 2 BW) 175
7.4.4 Hof oordeelt dat de kantonrechter de arbeidsovereenkomst ten onrechte heeft laten eindigen (artikel 7:683 leden 3 en 4 BW) 176
7.4.5 Hof oordeelt dat de kantonrechter de arbeidsovereenkomst ten onrechte heeft laten voortbestaan (artikel 7:683 BW leden 5 en 6 BW) 177
7.4.6 Gevolgen terugdraaiing herstel 178
7.4.7 Hoe eindigt de arbeidsovereenkomst in het geval van artikel 7:683 lid 6 BW? 178
7.4.8 De reguliere regels inzake hoger beroep 178
7.4.9 Regels inzake cassatie 179
7.5 Procesrecht 180
7.5.1 De regeling van artikel 7:686a BW 180
7.5.1.1 Overzicht 180
7.5.1.2 Wettelijke rente (artikel 7:686a lid 1 BW) 180
7.5.1.3 Reikwijdte artikel 7:686a lid 1 BW beperkt 180
7.5.1.4 Gedingen worden ingeleid bij verzoekschrift (artikel 7:686a lid 2 BW) 181
7.5.1.5 Toepasselijkheid titel 1.3 Rv 182
7.5.1.6 Connexe vorderingen (artikel 7:686a lid 3 BW) 182
7.5.1.7 Connexe vorderingen en interne splitsing 183
7.5.1.8 Vervaltermijnen (artikel 7:686a lid 4 BW) 184
7.5.1.8.a Verschil met verjaringstermijnen 184
7.5.1.8.b Ambtshalve toetsing vervaltermijnen? 184
7.5.1.8.c Uitsplitsing verschillende vervaltermijnen 185
7.5.1.8.d Vervaltermijn en wijziging of aanvulling van verzoek 186
7.5.1.9 Behandeling termijn verzoek (artikel 7:686a lid 5 BW) 187
7.5.1.10 In kennis stellen van voornemen naar aanleiding van ontbindingsverzoek (artikel 7:686a leden 6 en 7 BW) 187
7.5.1.11 Uitsluiting artikel 3:55 BW (artikel 7:686a lid 8 BW) 188
7.5.1.12 Relatieve bevoegdheid (artikel 7:686a lid 9 BW) 188
7.5.1.12.a Internationale rechtsmacht en arbitrage 188
7.5.1.13 Externe splitsing (artikel 7:686a lid 10 BW) 189
7.5.2 Bewijsrecht 189
7.5.2.1 Toepasselijkheid bewijsrecht (artikel 284 Rv) 189
7.5.2.2 De visie van de wetgever op het bewijsrecht onder de Wwz 190
7.5.2.3 Openstaande punten bij het bewijsrecht 191
7.5.2.4 Bewijsrecht: conclusie 192
7.5.3 Voorlopige voorziening 193
7.5.4 Gezag van gewijsde 194
7.5.5 Verklaring voor recht mogelijk onder de Wwz? 195
7.6 Overgangsrecht 196
7.6.1 Uitgangspunt: moment van (verzoek tot) beëindiging is bepalend 196
7.6.2 Artikel XXII lid 1 Wwz geldt ook voor vergoedingen 196
7.6.3 Uitzonderingen en/of onduidelijkheden 197
8 VERGOEDINGEN 199
8.1 Overzicht 199
8.2 Transitievergoeding 200
8.2.1 Inleiding 200
8.2.1.1 Algemene beschrijving 200
8.2.1.2 Karakterisering en overdraagbaarheid 201
8.2.1.3 Fiscaliteit 201
8.2.1.4 Is de transitievergoeding loon? 202
8.2.2 Voorwaarden voor de verschuldigdheid van de transitievergoeding 203
8.2.2.1 Eerste vereiste voor de transitievergoeding: het duurvereiste 203
8.2.2.2 Tweede vereiste voor de transitievergoeding: de beëindigingswijze 204
8.2.2.3 Vergoeding verschuldigd ondanks dat werknemer het initiatief neemt (artikelen 7:673 lid 1 sub b BW en 7:665 BW) 205
8.2.2.4 Ernstige verwijtbaarheid van de werknemer (artikel 7:673 leden 7 sub c en 8 BW) 206
8.2.2.5 Andere gevallen waarin de transitievergoeding niet verschuldigd is (artikel 7:673 lid 7 sub a en sub b BW) 206
8.2.2.6 De transitievergoeding en arbeidsongeschiktheid 207
8.2.3 Berekening van de hoogte van de transitievergoeding 208
8.2.3.1 Berekening relevante tijdvak (artikel 7:673 lid 2 BW) 208
8.2.3.2 De maximum transitievergoeding (artikel 7:673 lid 2 slot BW) 208
8.2.3.3 Berekening van het relevante tijdvak bij opvolgend werkgeverschap 209
8.2.3.4 Werknemer die meeverhuist met het werk heeft geen recht op transitievergoeding van zijn vorige werkgever 210
8.2.3.5 Meetellen van eerder dienstverband bij dezelfde werkgever (artikel 7:673 lid 4 BW)? 212
8.2.3.6 Aftrek eerder betaalde transitievergoeding (artikel 7:673 lid 5 BW) 212
8.2.4 Het Besluit loonbegrip en de Regeling looncomponenten 213
8.2.4.1 Inleiding 213
8.2.4.2 Basisloon 213
8.2.4.3 “Onafhankelijke” looncomponenten 215
8.2.4.4 Vaste looncomponenten 215
8.2.4.5 Variabele looncomponenten 215
8.2.4.6 Discussiepunten ten aanzien van looncomponenten 216
8.2.4.7 Arbeidsduur 217
8.2.5 Aftrek van transitie- en inzetbaarheidskosten (artikel 7:673 lid 6 BW en het Besluit voorwaarden in mindering brengen kosten op transitievergoeding) 218
8.2.5.1 Inleiding 218
8.2.5.2 Voorwaarden voor in mindering brengen (artikel 2 Besluit kosten transitievergoeding) 219
8.2.5.3 Collectieve afspraken (artikel 2 lid 2 Besluit kosten transitievergoeding) 220
8.2.5.4 Aanvullende voorwaarden inzetbaarheidskosten (artikel 3 Besluit kosten transitievergoeding) 220
8.2.5.5 Arbeidsovereenkomst omwille van opleiding (artikel 4 Besluit kosten transitievergoeding) 221
8.2.5.6 Aftrekbaarheid loonkosten gedurende vrijstellingsperiode (artikel 5 Besluit kosten transitievergoeding) 222
8.2.5.7 Wat als werknemer niet akkoord gaat met aftrek? 222
8.2.6 Transitievergoeding oudere werknemer (artikel 7:673a BW) 222
8.2.7 Verschuldigdheid van de transitievergoeding bij financieel onvermogen werkgever 223
8.2.7.1 Artikel 7:673c BW 223
8.2.7.2 Verschuldigdheid transitievergoeding bij ontslag na doorstart 225
8.2.7.3 Overbruggingsregeling transitievergoeding voor kleine werkgever (artikel 7:673d BW) 225
8.2.8 Gelijkwaardige voorziening bij cao overeengekomen (artikel 7:673b BW) 226
8.2.8.1 Wat is een “gelijkwaardige voorziening”? 226
8.2.8.2 Overige voorwaarden bij gebruikmaking van de afwijkingsmogelijkheid bij cao 227
8.2.8.3 Gelijkwaardige voorziening en faillissement of surseance 228
8.2.8.4 Beperking onmiddellijke werking artikel 7:673 lid 4 sub b BW (artikel XXII lid 8 Wwz) 228
8.2.8.5 Het Besluit overgangsrecht transitievergoeding 229
8.3 De billijke vergoeding 231
8.3.1 Inleiding 231
8.3.2 Vindplaatsen billijke vergoeding 232
8.3.3 Gemeenschappelijke kenmerken billijke vergoeding 232
8.3.4 Verschillen 233
8.3.5 Billijke vergoeding categorie 1: “echte” ernstige verwijtbaarheid 233
8.3.6 Billijke vergoeding categorie 2: de billijke vergoeding als alternatief voor herstel 236
8.3.7 Billijke vergoeding categorie 3: de billijke vergoeding wegens inherent ernstig verwijtbaar handelen 236
8.3.8 Billijke vergoeding categorie 4: billijke vergoeding zonder (al dan niet inherente eis van) ernstige verwijtbaarheid 237
8.3.9 Hoe om te gaan met de verschillende categorieën? 238
8.3.10 Hoogte van de billijke vergoeding 238
8.4 De gefixeerde schadevergoeding 239
8.4.1 Inleiding 239
8.4.2 Vervallen volledige schadevergoeding en vernietiging 240
8.4.3 Het in geld vastgesteld loon 241
8.4.4 Berekening tijdvak 242
8.4.5 Categorie 5: ontbinding van een niet tussentijds opzegbare overeenkomst wegens ernstige verwijtbaarheid werknemer (artikelen 7:671b lid 9 sub c BW en 7:671c lid 3 sub c BW) 242
8.4.6 Matiging 243
8.4.7 Categorie 4: gefixeerde schadevergoeding bij een dringende reden 243
8.5 Vergelijking vergoedingen en overige vergoedingen 244
8.5.1 Overeenkomsten en verschillen tussen de wettelijke ontslagvergoedingen 244
8.5.2 Samenloop contractuele vergoeding en wettelijke vergoedingen 245
8.5.3 Baijingsleer 248
8.5.4 Samenloop wettelijke vergoedingen en claims op grond van goed werkgeverschap 249
8.5.5 Samenloop wettelijke vergoedingen en vorderingen op een andere grond dan goed werkgeverschap 250
9 DE AOW- OF PENSIOENGERECHTIGDE WERKNEMER 253
9.1 Overzicht 253
9.2 “De leeftijd waarop voor de werknemer recht op pensioen ontstaat” 254
9.2.1 AOW-leeftijd 254
9.2.2 Wat wordt bedoeld met pensioengerechtigde leeftijd? 254
9.2.3 Wat is de relevante datum bij een flexibele pensioendatum? 255
9.2.4 Keuze tussen AOW- of pensioengerechtigde leeftijd 256
9.3 De pensioenopzegging 256
9.3.1 Leeftijdsdiscriminatie bij opzegging 256
9.3.2 Opzegging tegen de AOW- of pensioengerechtigde leeftijd 257
9.3.3 Toepasselijkheid opzegverboden en recht op billijke vergoeding 258
9.3.4 Opzegging van de post-AOW-arbeidsovereenkomst 259
9.4 Pensioenontslagbeding 260
9.4.1 Pensioenontslagbeding in 2012 erkend door Hoge Raad 260
9.4.2 Sancties wegens of na gebruik pensioenontslagbeding 260
9.4.3 Billijke vergoeding na gebruikmaking pensioenontslagbeding (artikel 7:673 lid 9 BW of artikel 7:671c lid 2 sub b BW) 261
9.4.4 Pensioenontslagbeding aangegaan na de AOW- of pensioenleeftijd 261
9.5 Vergelijking pensioenopzegging en pensioenontslagbeding 262
9.5.1 Geen behoefte meer aan pensioenontslagbeding? 262
9.5.2 Pensioenontslagbeding om andere redenen minder flexibel? 265
9.6 De AOW- of pensioengerechtigde werknemer en de transitievergoeding 266
9.6.1 Geen recht op een transitievergoeding 266
9.6.2 Betekenis van de woorden “in verband met” 266
9.6.3 Aftopping niet meer mogelijk 267
9.6.4 Artikel 7:673 lid 7 BW vermoedelijk niet in strijd met Richtlijn 2000/78/EG 267
10 DE BESTUURDER 269
10.1 Inleiding 269
10.2 Het begrip ‘bestuurder’ 270
10.3 De beëindiging van de arbeidsovereenkomst van de bestuurder 272
10.3.1 Toepasselijkheid 15 april-arresten 272
10.3.2 Redelijke grond en herplaatsing 273
10.3.3 Sanctie op schending van artikel 7:669 BW 274
10.4 De opzegverboden 275
10.5 Het einde van arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd 277
10.5.1 Inleiding 277
10.5.2 De aanzegplicht 277
10.6 De ketenregeling 278
10.7 Vergoedingen 278
11 DE ARBEIDSONGESCHIKTE WERKNEMER 281
11.1 Inleiding 281
11.2 De eerste twee jaar van arbeidsongeschiktheid 281
11.2.1 Opzegverbod tijdens ziekte 281
11.2.2 Uitzondering op het opzegverbod tijdens ziekte 282
11.2.3 UWV toetst op aanwezigheid opzegverbod 283
11.2.4 Sanctionering 284
11.2.5 Beperking van mogelijkheid tot ontslag zieke werknemer 284
11.3 Langdurige arbeidsongeschiktheid (langer dan 104 weken) 285
11.4 Ontslag wegens schending van de re-integratieverplichtingen (artikel 7:671b lid 5 BW jo. artikel 7:669 lid 3 sub e BW) 287
11.5 De transitievergoeding 287
11.6 Toegang tot de ZW en WIA 288
12 HET ONTSLAGRECHT EN DE TOEGANG TOT DE WW 291
12.1 Inleiding 291
12.2 De fictieve opzegtermijn 292
12.2.1 Inleiding: hoofdlijnen regeling fictieve opzegtermijn 292
12.2.2 Fictieve opzegtermijn en de wijziging van artikel 7:672 lid 4 BW 292
12.2.3 Fictieve opzegtermijn en benadelingshandeling 293
12.2.3.1 Inleiding 293
12.2.3.2 Is het niet vragen van een transitievergoeding een benadelingshandeling? 293
12.2.3.3 Is een benadelingshandeling aan de orde in andere gevallen waarin geen vergoeding wordt verkregen? 294
12.3 De aanzegvergoeding en de fictieve opzegtermijn 294
12.4 Verwijtbare werkloosheid 295
12.4.1 Samenhang begrippen verwijtbare werkloosheid – verwijtbare dringende reden – ernstig verwijtbaar handelen of nalaten 295
12.4.2 Ontslagname en verwijtbare werkloosheid 296
12.4.3 Niet voeren van verweer en verwijtbare werkloosheid 296
12.4.4 Recht op WW-uitkering tijdens procedures tot herstel of vernietiging, eventueel in hoger beroep 297
12.4.4.1 Plicht tot terugbetaling WW-uitkering na gewonnen procedure 297
12.4.4.2 Sollicitatieplicht tijdens procedure tot herstel of vernietiging 297
12.4.4.3 Sollicitatieplicht tijdens hoger beroep na winst werknemer 297
12.5 De transitievergoeding en de WW-uitkering 298
12.5.1 Overgangsrecht 298
Rubrieken
- advisering
- algemeen management
- coaching en trainen
- communicatie en media
- economie
- financieel management
- inkoop en logistiek
- internet en social media
- it-management / ict
- juridisch
- leiderschap
- marketing
- mens en maatschappij
- non-profit
- ondernemen
- organisatiekunde
- personal finance
- personeelsmanagement
- persoonlijke effectiviteit
- projectmanagement
- psychologie
- reclame en verkoop
- strategisch management
- verandermanagement
- werk en loopbaan