Prof.mr. J. Hijma is sinds 1988 hoogleraar burgerlijk recht aan de Universiteit Leiden. Verder is hij raadsheer-plaatsvervanger in het Gerechtshof te Arnhem.
Meer over de auteursCompendium Nederlands vermogensrecht
Paperback Nederlands 2020 14e druk 9789013157499Samenvatting
Heeft u behoefte aan meer houvast tijdens het bestuderen van het Nederlandse vermogensrecht? Dit compendium slaagt erin de soms complexe rechtsregels systematisch en schematisch weer te geven. Deze veertiende druk is compleet up-to-date en vormt zo een baken van kennis over het Nederlandse vermogensrecht waar u veelvuldig naar zult teruggrijpen.
Compendium Nederlands vermogensrecht is geschreven voor (aanstaand) juristen in het vermogensrecht. Rechtenstudent of praktijkjurist - beginner of gevorderde - deze 14e editie biedt weer het noodzakelijke houvast middels een systematisch overzicht van alle actuele rechtsregels omtrent het vermogensrecht.
De titel beslaat een drietal hoofonderdelen: Algemeen Deel, Goederenrecht en Verbintenissenrecht. Dit laatste omvat een aantal hoofdstukken met betrekking tot de bijzondere overeenkomsten. In de kleine letters vindt u illustraties en verdiepingen van de behandelde stof, vaak met verwijzing naar belangrijke arresten van de Hoge Raad. Zo is verdere verdieping nooit ver weg.
Nederlands Vermogensrecht Actueel
Deze veertiende editie wijst u vanzelfsprekend op de laatste ontwikkelingen in de wetgeving en rechtspraak op het gebied van het vermogensrecht. Het boek is op een flink aantal terreinen bijgewerkt en aangevuld, waarvan de onderstaande het meest in het oog springen:
- De collectieve actie
- Verpanding van (bestaande en) toekomstige vorderingen
- Affectieschade
- Algemene voorwaarden in consumentenovereenkomsten
- De uitleg van overeenkomsten
- De vereisten voor ontbinding
- De pakketreisovereenkomst
- De betalingstransactie
Specificaties
Lezersrecensies
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1 ALGEMENE INLEIDING/ 1
1. Inhoud van het Burgerlijk Wetboek / 1
2. Begrip vermogensrecht / 1
3. Systeem van het vermogensrecht / 2
4. Algemeen deel, goederenrecht en verbintenissenrecht / 2
4a. Internationaliserend vermogensrecht / 3
5. Nummering van het BW/ 4
6. Zoekstrategie / 4
7. Literatuur / 4
8. Tijdschriften / 5
8a. Internetbronnen / 6
Algemeen deel / 7
Hoofdstuk 2 INLEIDING EN BEGRIPSBEPALINGEN/ 9
9. Inhoud Boek 3 / 9
10. Inhoud afdelingen 3.1.1, 3.1.1A en 3.1.1B / 10
A. GOEDEREN / 10
11. Goederen, zaken en vermogensrechten: 3:1, 3:2, 3:6 / 10
B. ONDERSCHEIDINGEN VAN ZAKEN / 11
12. Roerende en onroerende zaken: 3:3 / 11
13. Bestanddelen: 3:4 / 11
14. Gevolgen van het zijn van bestanddeel / 12
15. Geld als zaak / 12
C. ONDERSCHEIDINGEN VAN VERMOGENSRECHTEN / 13
16. Volledige rechten / 13
17. Beperkte rechten: 3:8 / 13
18. Zakelijke rechten / 14
19. Afhankelijke rechten: 3:7 / 14
D. ENIGE BIJZONDERE GOEDEREN / 15
20. Vruchten: 3:9 / 15
21. Registergoederen: 3:10 / 15
22. Algemeenheid van goederen / 16
22a. Goodwill / 16
E. OVERIGE BEGRIPSBEPALINGEN/ 16
23. Goede trouw: 3:11 / 16
24. Te goeder trouw, niet te goeder trouw, te kwader trouw/ 17
25. Redelijkheid en billijkheid: 3:12 / 17
26. Misbruik van bevoegdheid: 3:13 / 18
27. Strijd met regels van publiekrecht: 3:14 / 19
F. ELEKTRONISCH RECHTSVERKEER / 19
27a. Elektronisch vermogensrechtelijk rechtsverkeer / 19
Hoofdstuk 3 RECHTSHANDELINGEN/ 21
28. Begrip rechtshandeling / 21
29. Begrip ‘partij bij de rechtshandeling’ / 21
30. Inhoud titel 3.2 / 21
31. Overeenkomstige toepassing buiten het vermogensrecht: 3:59 / 22
A. DE TOTSTANDKOMING VAN DE RECHTSHANDELING/ 22
32. Totstandkoming gebaseerd op een dubbele grondslag / 22
33. Grondslag I (geopenbaarde wil): 3:33 / 23
34. Moment waarop de rechtshandeling tot stand komt: 3:37 / 23
35. Discrepantie tussen wil en verklaring / 24
36. Bewijs van discrepantie bij geestelijke stoornis: 3:34 / 24
37. Grondslag II (opgewekt vertrouwen): 3:35 / 25
38. Wijze van bescherming bij 3:35 / 26
38a. ‘Nadeel’ als gezichtspunt bij 3:35 / 26
39. Samenvatting totstandkoming van de rechtshandeling / 27
40. De rechtshandeling onder tijdsbepaling of voorwaarde: 3:38 / 27
B. GRONDEN VAN NIETIGHEID (VAN RECHTSWEGE) EN VERNIETIGBAARHEID / 28
41. Rubricering van de nietigheden / 28
42. Overzicht van de algemene gronden van nietigheid en vernietigbaarheid / 29
43. Handelings(on)bekwaamheid: 3:32 / 29
44. Reikwijdte van de handelingsonbekwaamheid / 30
45. Gevolgen van handelingsonbekwaamheid / 30
46. Handelingsonbevoegdheid: 3:43 / 30
47. Overtreding van een vormvoorschrift: 3:39 / 31
48. Strijd met wet, goede zeden of openbare orde: 3:40 / 31
49. Verrichten in strijd met de wet: 3:40 leden 2 en 3 / 32
50. Overige gevallen van strijd met een wettelijk voorschrift / 33
51. Inhoud of strekking in strijd met goede zeden en/of openbare orde: 3:40 lid 1 / 34
52. Begrip wilsgebrek / 35
53. Bedreiging (‘dwang’): 3:44 lid 2 / 35
54. Bedrog: 3:44 lid 3 / 36
55. Misbruik van omstandigheden: 3:44 lid 4 / 36
56. Bescherming van wederpartij of geadresseerde: 3:44 lid 5 / 37
57. Schadevergoeding / 37
58. Benadeling van schuldeisers: 3:45 e.v. / 37
58a. Faillissementspauliana / 38
C. GEVOLGEN VAN NIETIGHEID VAN RECHTSWEGE / 38
59. Gevolgen van nietigheid van rechtswege / 38
60. Partiële nietigheid: 3:41 / 39
61. Conversie (omzetting): 3:42 / 39
62. Bekrachtiging (convalescentie): 3:58 / 40
D. VERNIETIGING EN HAAR GEVOLGEN / 41
63. Wijzen van vernietiging: 3:49 e.v. / 41
63a. Beperking buitengerechtelijke weg bij registergoederen: 3:50 lid 2 / 42
64. Einde van de vernietigbaarheid / 42
65. Gevolgen van de vernietiging / 44
66. Rechterkanaanvernietiginghaarwerkingontzeggen:3:53lid2 / 44
67. Gevolgen van vernietiging met de Pauliana: 3:45 / 44
E. BESCHERMING VAN DERDEN/ 45
68. Bescherming van derden: 3:36 / 45
69. Belangrijkste verschillen tussen 3:36 en 3:35 / 45
70. Toepassingsgebied van 3:36 / 46
Hoofdstuk 4 VERTEGENWOORDIGING/ 47
A. VERTEGENWOORDIGING/ 47
71. Begrip vertegenwoordiging / 47
72. Geen algemene wettelijke regeling / 47
73. Belangrijkste gevallen van directe vertegenwoordiging / 48
74. Middellijke vertegenwoordiging / 48
75. Bevoegdheid en verplichting / 48
B. VERTEGENWOORDIGING KRACHTENS VOLMACHT / 48
76. Begrip volmacht, volmachtverlening: 3:60 / 48
76a. Bode geen gevolmachtigde / 49
77. Uitoefening van de volmacht: 3:66 / 49
78. Volmacht en handelingsonbekwaamheid: 3:63 / 50
79. Einde van de volmacht: 3:72 / 51
C. HET ONTBREKEN VAN EEN TOEREIKENDE VOLMACHT / 51
80. Hoofdregel en uitzonderingen / 51
81. Bekrachtiging: 3:69 / 52
82. Verval van de bevoegdheid tot bekrachtiging / 53
83. Vertrouwen op volmachtverlening: 3:61 lid 2 / 53
84. Vertrouwen op voortbestaan volmacht: 3:76 / 54
84a. Gebondenheid van erfgenamen: 3:77 / 55
85. Aansprakelijkheid van de pseudo-gevolmachtigde: 3:70 / 55
Hoofdstuk 5 RECHTSVORDERINGEN/ 57
86. Begrip rechtsvordering / 57
A. ALGEMENE BEPALINGEN/ 57
87. Algemene bepalingen: 3:302–305 / 57
87a. Collectieve actie: 3:305a-d / 58
B. VORDERING TOT NAKOMING, REËLE EXECUTIE / 59
88. De vordering tot nakoming: 3:296 / 59
89. Reële executie / 60
90. Reële executie bij verplichtingen tot afgifte / 61
91. Reële executie bij verplichtingen tot een feitelijk doen of
nalaten: 3:299 / 61
92. Reële executie bij verplichtingen tot het verrichten van een
rechtshandeling: 3:300 / 61
93. Botsende rechten op levering: 3:298 / 62
94. Dwangsom en lijfsdwang / 63
C. VERJARING VAN RECHTSVORDERINGEN / 63
95. Extinctieve verjaring / 63
96. De verjaringstermijn: 3:306–315 / 64
96a. Vervolg; bijzonderheden schadevergoeding: 3:310 / 65
97. Stuiting en verlenging van de verjaring / 67
98. Vervaltermijnen / 67
Goederenrecht / 69
Hoofdstuk 6 INLEIDING GOEDERENRECHT / 71
99. Twee hoofdonderdelen / 71
A. VERKRIJGING EN VERLIES VAN GOEDEREN / 71
100. Wijzen waarop goederen kunnen worden verkregen: 3:80 / 71
101. Wettelijke regeling / 72
B. GOEDERENRECHTELIJKE VERHOUDINGEN/ 73
102. Goederenrechtelijke verhoudingen / 73
103. Goederenrechtelijke rechten – persoonlijke rechten / 73
104. Kenmerken van goederenrechtelijke rechten / 74
105. Gesloten systeem van goederenrechtelijke rechten / 75
106. Vorderingsrechtenmet goederenrechtelijke karaktertrekken / 75
107. Plan van behandeling / 76
Algemene wijzen van verkrijging en verlies van goederen / 77
Hoofdstuk 7 OVERDRACHT VAN GOEDEREN/ 79
108. Overdraagbaarheid: 3:83 / 79
A. VEREISTEN VOOR OVERDRACHT / 79
109. Vereisten voor overdracht: 3:84 / 79
110. Begrip titel / 80
111. Causaal stelsel bij overdracht / 80
112. Goederenrechtelijk effect (‘zakelijke werking’) / 81
113. Fiduciaire titel is geen geldige titel / 82
113a. Terughoudende toepassing fiduciaverbod / 83
114. Begrip beschikkingsbevoegdheid / 84
115. Begrip levering; twee componenten / 85
116. De leveringshandeling; overzicht / 85
116a. Bepaaldheid: 3:84 lid 2 / 86
116b. Uitleg in het goederenrecht / 86
B. LEVERING VAN ONROERENDE ZAKEN / 87
117. Vereisten: 3:89 / 87
118. De leveringsakte / 87
119. De inschrijving: 3:18–21 / 88
120. Negatief stelsel van openbaarheid / 88
121. Onbetrouwbaarheid van de registers; lijdelijkheid van de bewaarder / 89
122. Mitigatie van het negatieve stelsel / 89
123. Verklaring van waardeloosheid; doorhaling / 90
124. Het kadaster / 90
C. LEVERING VAN ROERENDE ZAKEN / 91
125. Twee situaties / 91
126. Levering door bezitsverschaffing: 3:90 / 91
127. Relativering van de levering per constitutum possessorium / 92
D. LEVERING VAN VORDERINGSRECHTEN / 92
128. Onderverdeling van de vorderingsrechten / 92
129. Levering van vorderingsrechten op naam: 3:94 lid 1 / 93
129a. Vervolg; stille cessie: 3:94 lid 3 / 94
130. Levering van vorderingsrechten aan toonder of order: 3:93 en 3:94 / 95
E. LEVERING DOOR ENKELE AKTE / 95
131. De restbepaling van 3:95 / 95
Hoofdstuk 8 BIJZONDERE GEVALLEN VAN OVERDRACHT / 96
A. VOORWAARDELIJKE OVERDRACHT / 96
132. Begrip voorwaardelijke overdracht / 96
133. Opschortende en ontbindende voorwaarde / 96
134. Overdracht van roerende zaken onder opschortende voorwaarde: 3:91 / 97
135. Het eigendomsvoorbehoud: 3:92 / 97
135a. Verlengd eigendomsvoorbehoud / 98
136. Vervreemdingsbevoegdheidsclausules / 99
137. De overdracht onder tijdsbepaling: 3:85 / 99
B. OVERDRACHT VAN TOEKOMSTIGE GOEDEREN/ 100
138. Begrip toekomstig goed / 100
139. De levering van toekomstige goederen: 3:97 / 100
140. Levering van toekomstige roerende zaken / 101
141. Levering van toekomstige vorderingen op naam / 101
142. De uiteindelijke overdracht / 102
143. Dubbele levering bij voorbaat: 3:97 lid 2 / 103
143a. Levering bij voorbaat en beslag / 103
144. Afgrenzing / 104
C. VERTEGENWOORDIGING BIJ OVERDRACHT / 104
145. Algemeen / 104
146. Vertegenwoordiging bij de levering van een goed / 105
147. Middellijke vertegenwoordiging van de verkrijger van een roerende zaak / 105
148. Middellijke vertegenwoordiging van de vervreemder van een roerende zaak / 106
Hoofdstuk 9 DERDENBESCHERMING BIJ VERKRIJGING VANGOEDEREN/ 107
149. Algemeen / 107
150. Derdenbescherming bij verkrijging van goederen; overzicht / 107
A. BESCHERMING TEGEN BESCHIKKINGSONBEVOEGDHEID / 107
151. Vereisten voor bescherming krachtens 3:86 / 107
152. Gevolgen van een geslaagd beroep op 3:86 / 108
152a. De uitzonderingsregel van lid 3 (diefstal) / 108
153. Latere verkrijgers en 3:86 / 109
154. Beperkte rechten en 3:86 / 109
155. Beperking van het beroep op goede-trouw-bescherming: 3:87 / 110
155a. Uitzonderingen voor cultuurgoederen: 3:86a-86b c.a. / 110
156. Vereisten voor bescherming krachtens 3:88 / 111
157. Gevolgen van een geslaagd beroep op 3:88 / 111
158. Bijzonderheden 3:88 / 112
158a. Latere verkrijgers en 3:88 / 112
158b. Beperkte rechten en 3:88 / 113
B. BESCHERMING TEGEN ONVOLLEDIGHEID EN ONJUISTHEID VAN DE IN DE OPENBARE REGISTERS GEPUBLICEERDE GEGEVENS / 113
159. In de openbare registers inschrijfbare feiten: 3:17 / 113
160. Bescherming tegen onvolledigheid: 3:24 / 114
161. Bescherming tegen onjuistheid: 3:25 en 3:26 / 115
162. Bescherming na rechtsuitwijzing: 3:27 / 115
163. Goede trouw en openbare registers / 116
C. BESCHERMING KRACHTENS HET ALGEMENE ARTIKEL 3:36 / 116
163a. Bescherming krachtens 3:36 / 116
163b. Eigen werkingsterrein 3:36 bij verkrijging van goederen / 117
Hoofdstuk 10 VERKRIJGING EN VERLIES DOOR VERJARING / 118
164. Algemeen, vereisten: 3:99 / 118
165. Voortzetting van verjaring bij bezitsopvolging: 3:102 / 118
166. Verband met extinctieve verjaring: 3:104 en 3:105 / 119
167. Tenietgaan van beperkte rechten door verjaring: 3:106 / 119
Goederenrechtelijke verhoudingen / 121
Hoofdstuk 11 BEZIT EN HOUDERSCHAP/ 123
168. Inhoud titel 3.5 / 123
A. ALGEMEEN / 123
169. Rechthebbende – bezitter – houder / 123
170. Bezit en houderschap: 3:107 en 3:108 / 123
171. Bezit te goeder trouw: 3:118 / 124
172. Wettelijke vermoedens: 3:109 en 3:119 / 125
B. BEZITSVERKRIJGING EN BEZITSVERLIES / 126
173. Bezitsverkrijging: 3:112–116 / 126
174. Bezitsoverdracht bij zaken: 3:115 / 126
175. Bezitsverschaffing door de houder van een zaak / 127
176. Bezitsverkrijging voor een ander: 3:110 / 128
177. Interversie van houderschap: 3:111 / 128
178. Bezitsverlies: 3:117 / 129
C. RECHTSGEVOLGEN VAN BEZIT (EN HOUDERSCHAP) / 129
179. Rechtsgevolgen van bezit / 129
180. Vergoeding van kosten en schade: 3:120 en 3:121 / 129
181. Vergoeding van kosten en schade; bijzonderheden / 130
182. De houder en vruchten, kosten en schade: 3:124 / 130
183. Bezitsacties: 3:125 / 131
Hoofdstuk 12 BEWIND/ 132
184. Afkoppeling titel 3.6 / 132
185-195. Vervallen / 132
Hoofdstuk 13 GEMEENSCHAP/ 133
196. Begrip gemeenschap: 3:166 / 133
197. Soorten gemeenschap / 134
A. BEVOEGDHEDEN VAN DE DEELGENOTEN / 135
198. Genot, gebruik en beheer van gemeenschapsgoederen: 3:168–172 / 135
199. De beschikkingsbevoegdheid / 136
200. Verhaal op gemeenschapsgoederen / 136
B. VERDELING VAN DE GEMEENSCHAP / 138
201. Begrip verdeling: 3:182 / 138
201a. Wie kan verdeling vorderen? / 138
202. Vorm van de verdeling: 3:183 / 139
202a. Wijze van verdeling: 3:185 / 139
203. Nietige en vernietigbare verdelingen: afdeling 3.7.3 / 140
204. Werking van de verdeling: 3:186 / 140
205. Invloed van de verdeling op beperkte rechten op aandelen: 3:177 / 141
Hoofdstuk 14 EIGENDOM/ 142
206. Algemeen / 142
A. OMVANG VAN DE EIGENDOM/ 142
207. Omschrijving van het eigendomsrecht: 5:1 lid 1 / 142
208. Voorwerp van eigendom / 143
209. Eigendom van de grond: 5:20 / 143
210. Horizontale natrekking / 144
211. Bevoegdheden van de eigenaar / 144
212. Rechtsvorderingen van de eigenaar / 145
B. BEPERKINGEN VAN DE EIGENAARSBEVOEGDHEDEN/ 145
213. Algemeen / 145
214. Beperking door wettelijke voorschriften / 146
215. Beperking door regels van ongeschreven privaatrecht / 147
216. Hinder: 5:37 / 147
217. Misbruik van eigenaarsbevoegdheden: 3:13 / 148
218. Onderscheid tussen hinder en misbruik van eigenaarsbevoegdheden / 149
C. VERKRIJGING EN VERLIES VAN EIGENDOM/ 149
219. Wijzen van eigendomsverkrijging / 149
220. Toeëigening (occupatie): 5:4 / 150
221. Vinderschap: 5:5–12 / 150
222. Verplichtingen van de vinder / 151
223. Eigendomsverkrijging door de vinder / 151
224. Schatvinding: 5:13 / 152
225. Gevolgen van het bijeenraken van zaken / 152
226. Natrekking: 5:3, 5:14 lid 1, 5:20 / 153
227. Samensmelting, zaaksvorming: 5:14 lid 2, 5:16 / 153
228. Oneigenlijke vermenging / 155
229. Vruchttrekking: 5:17 / 155
230. Verlies van eigendom / 155
D. MANDELIGHEID / 156
231. Begrip mandeligheid / 156
232. Ontstaan van mandeligheid: 5:60–62 / 156
E. SPLITSING IN APPARTEMENTSRECHTEN / 156
232a. Appartementsrechten: titel 5.9 / 156
Hoofdstuk 15 BEPERKTE RECHTEN (ALGEMEEN) / 158
233. Algemeen / 158
A. ONTSTAAN, OVERDRACHT EN TENIETGAAN VAN BEPERKTE
RECHTEN / 158
234. Ontstaan van beperkte rechten / 158
235. Overdracht van beperkte rechten: 3:98 / 159
236. Tenietgaan van beperkte rechten: 3:81 / 160
B. BEPERKTE RECHTEN EN DERDENBESCHERMING/ 161
237. Drie gevallen / 161
238. Conflict volledig recht – beperkt recht / 161
239. Conflict beperkt recht – volledig recht / 162
240. Conflict beperkt recht – beperkt recht / 162
Hoofdstuk 16 (BEPERKTE) GEBRUIKSRECHTEN / 164
A. ERFDIENSTBAARHEDEN/ 164
241. Begrip erfdienstbaarheid: 5:70 / 164
242. Inhoud van de last / 164
243. Ontstaan, overdracht en tenietgaan van de erfdienstbaarheid/ 165
B. ERFPACHT / 165
244. Begrip erfpacht: 5:85 / 165
245. Ontstaan, overdracht en tenietgaan van het erfpachtsrecht / 166
C. OPSTAL / 166
246. Begrip opstalrecht: 5:101 / 166
247. Eigendom van de opstallen / 167
248. Ontstaan, overdracht en tenietgaan van het recht van opstal / 167
249. Vervallen / 167
D. VRUCHTGEBRUIK / 167
250. Begrip vruchtgebruik: 3:201 / 167
251. Ontstaan, overdracht en tenietgaan van het vruchtgebruik / 168
252. Belangrijkste bevoegdheden van de vruchtgebruiker / 168
253. Verplichtingen van de vruchtgebruiker / 169
254. Recht van gebruik, recht van bewoning: 3:226 / 170
Hoofdstuk 17 (BEPERKTE) ZEKERHEIDSRECHTEN EN VERHAAL/ 171
255. Inhoud titels 3.9 en 3.10 / 171
A. PAND EN HYPOTHEEK; ALGEMENE BEPALINGEN/ 171
256. Kenmerken pand en hypotheek / 171
257. Substitutie (‘zaaksvervanging’): 3:229 / 172
B. PANDRECHT/ 173
258. Terminologie / 173
259. Algemene vestigingsvereisten / 173
260. Vestigingshandeling bij pand op roerende zaken: 3:236 en 3:237 / 173
261. Vestigingshandeling bij pand op vorderingen op naam: 3:236 en 3:239 / 174
262. Vestigingshandeling bij pand op andersoortige goederen / 175
263. Pandrecht op toekomstige goederen / 176
263a. Vervolg: ‘bulkverpanding’ van (toekomstige) vorderingen op naam / 176
264. Pand en derdenbescherming / 177
265. Bescherming vuistpand: 3:238 / 178
266. Bescherming openbaar pand: 3:88 jo. 3:239 lid 4 / 178
267. Bevoegdheden van de pandhouder / 179
268. Vorm van verhaal / 180
269. Omvang van de executiebevoegdheid / 181
270. Verdeling van de opbrengst / 182
271. Verplichtingen van de pandhouder / 182
272. Wijzen van tenietgaan / 182
C. RECHT VAN HYPOTHEEK / 183
273. Terminologie / 183
274. Vestigingsvereisten: 3:260 / 183
275. Inhoud van de hypotheekakte / 184
276. Huurbeding: 3:264 / 184
276a. Inroeping van het huurbeding / 185
277. Rangorde van hypotheken / 186
278. Bevoegdheden van de hypotheekhouder / 186
279. Vorm van verhaal / 186
280. Omvang van de executiebevoegdheid / 186
281. Verdeling van de opbrengst / 187
282. Zuivering: 3:273 / 188
283. Wijzen van tenietgaan / 188
D. VERHAALSRECHT OP GOEDEREN/ 189
284. Algemeen / 189
285. Executie en parate executie / 189
286. Omvang van de executiebevoegdheid / 189
287. Executie door een beslaglegger; afwikkeling / 190
288. De tot de opbrengst gerechtigde personen / 190
289. Rangorde bij verdeling van de opbrengst / 191
290. Voorrechten (privileges): afdelingen 3.10.2 en 3.10.3 / 192
291. Voorrechten – beperkte zekerheidsrechten / 193
292. Faillissement / 193
293. Rechtsgevolgen van het faillissement / 194
293a. Surseance van betaling; schuldsanering natuurlijke personen/ 194
E. RETENTIERECHT / 195
294. Begrip retentierecht: 3:290 / 195
295. Inroeping van het retentierecht: 3:291 / 195
296. Voorrang bij verhaal: 3:292 / 196
297. Einde van het retentierecht / 197
Verbintenissenrecht / 199
Hoofdstuk 18 INLEIDING VERBINTENISSENRECHT / 201
298. Inhoud Boek 6 / 201
299. Begrip verbintenis / 202
300. Redelijkheid en billijkheid: 6:2 / 203
301. Rechtsverwerking / 204
De verbintenis in het algemeen / 207
Hoofdstuk 19 ENIGE BIJZONDERE VERBINTENISSEN / 209
A. NATUURLIJKE VERBINTENIS / 209
302. Begrip natuurlijke verbintenis: 6:3 / 209
303. Rechtsgevolgen natuurlijke verbintenis: 6:4 / 210
304. Omzetting natuurlijke verbintenis: 6:5 / 210
B. VOORWAARDELIJKE VERBINTENIS / 211
305. Begrip voorwaardelijke verbintenis: 6:21 / 211
306. Rechtsgevolgen opschortende voorwaarde / 211
307. Rechtsgevolgen ontbindende voorwaarde / 212
C. PLURALITEIT / 213
308. Begrip pluraliteit / 213
309. Pluraliteit van schuldenaren: 6:6 / 213
310. Rechtsgevolgen pluraliteit van schuldenaren / 213
311. Pluraliteit van schuldeisers: 6:15 / 215
312. Rechtsgevolgen pluraliteit van schuldeisers / 215
313. Pluraliteit van prestaties / 215
314. Alternatieve verbintenis: afdeling 6.1.4 / 216
Hoofdstuk 20 ONTSTAAN, OVERGANG EN TENIETGAAN VAN VERBINTENISSEN / 217
A. HET ONTSTAAN VAN VERBINTENISSEN / 217
315. Het ontstaan van verbintenissen: 6:1 / 217
B. OVERGANG VAN VORDERINGEN EN SCHULDEN / 218
316. Algemeen / 218
317. Gevolgen van de overgang van een vordering: afdeling 6.2.1 / 218
318. Verweermiddelenregel: 6:145 e.v. / 219
C. BIJZONDERE WIJZEN VAN OVERGANG VAN VORDERINGEN EN SCHULDEN / 219
319. Subrogatie: afdeling 6.2.2 / 219
320. Gevolgen van subrogatie / 220
321. Schuldoverneming: 6:155–158 / 221
322. Gevolgen van schuldoverneming / 221
323. Contractsoverneming: 6:159 / 221
324. Gevolgen van contractsoverneming / 222
D. TENIETGAAN VAN VERBINTENISSEN/ 222
325. Algemeen / 222
326. Verrekening (compensatie): afdeling 6.1.12 / 222
327. Vereisten voor verrekeningsbevoegdheid: 6:127 / 223
328. Uitzonderingen / 223
329. Afstand van een vorderingsrecht: 6:160 / 224
330. Vermenging van vordering en schuld: 6:161 / 224
Hoofdstuk 21 RECHTEN VAN DE SCHULDEISER / 225
331. Rechten van de schuldeiser / 225
332. Overzicht rechten schuldeiser / 225
333. Rechtsverlies: 6:88–90 / 227
333a. Klachtplicht: 6:89 (en 7:23) / 227
Hoofdstuk 22 NAKOMING VAN VERBINTENISSEN / 230
334. Begrip nakoming / 230
A. BETROKKEN PERSONEN/ 230
335. Standaardsituatie en uitzonderingen / 230
336. Door wie kan bevrijdend worden betaald? / 230
337. Aan wie kan bevrijdend worden betaald? / 231
338. Bescherming krachtens 6:34 / 232
339. Betaling door een derde aan een derde: 6:35 / 233
B. DE VERBINTENIS TOT AFLEVERING VAN ZAKEN / 233
340. De verbintenis tot aflevering van zaken / 233
C. DE VERBINTENIS TOT BETALING VAN EEN GELDSOM/ 234
341. Karakter verbintenis tot betaling van een geldsom / 234
342. Nominaliteitsbeginsel, gangbaar geld: 6:111–112 / 234
343. Bevoegdheid tot girale betaling: 6:114 / 234
344. De plaats van betaling: 6:115–118 / 235
344a. Buitenlands geld: 6:121–126 / 235
D. OVERIGE NAKOMINGSBEPALINGEN/ 236
345. Het tijdstip van nakoming: 6:38–40 / 236
346. Verdere inhoud van afdeling 6.1.6 / 236
Hoofdstuk 23 OPSCHORTING VAN DE NAKOMING / 238
347. Begrip opschortingsrecht / 238
348. Wettelijke regeling van de opschortingsrechten / 238
349. Vereisten voor opschortingsbevoegdheid: 6:52 / 239
350. Uitzonderingen: 6:54 / 240
351. Gevolgen van bevoegde opschorting / 240
352. Einde van het opschortingsrecht / 241
Hoofdstuk 24 SCHULDEISERSVERZUIM / 242
353. Inhoud afdeling 6.1.8 / 242
354. Ontstaan van schuldeisersverzuim: 6:58 en 59 / 242
355. Gevolgen: rechtsverlies bij crediteur / 243
356. Bevrijding van de verbintenis: 6:60 / 244
357. Overige bevoegdheden van de debiteur / 244
358. Einde van het schuldeisersverzuim / 245
359. Tijdens schuldeisersverzuim intredende onmogelijkheid / 245
360. Toerekenbaarheid van de onmogelijkheid: 6:64 / 246
361. Schuldeisersverzuim bij aanbod door een derde: 6:73 / 247
362. Crediteursovermacht / 247
Hoofdstuk 25 RECHT OP SCHADEVERGOEDING WEGENS TEKORTKOMING IN DE NAKOMING/ 248
363. Algemeen / 248
364. Soorten schadevergoeding / 248
365. Vereisten voor schadevergoeding: 6:74 / 248
365a. Positief belang / 249
A. TEKORTKOMING IN DE NAKOMING/ 249
366. Begrip tekortkoming / 249
367. Uitzonderingen op het opeisbaarheidsvereiste: 6:80 / 251
B. TOEREKENBAARHEID VAN DE TEKORTKOMING/ 251
368. Toerekenbaarheid; niet-toerekenbaarheid / 251
369. Schuld van de debiteur / 252
370. Risico van de debiteur / 252
371. Aansprakelijkheid voor hulppersonen: 6:76 / 253
372. Aansprakelijkheid voor gebruikte zaken: 6:77 / 254
373. Gevolgen van overmacht / 255
374. ‘Risico ter zake van de prestatie’ / 256
C. BLIJVENDE ONMOGELIJKHEID VAN NAKOMING/ 256
375. Inleiding / 256
376. Begrip blijvende onmogelijkheid / 257
377. Gevallen van blijvende onmogelijkheid / 257
D. VERZUIM / 259
378. Het begrip verzuim: 6:81 / 259
379. Ingebrekestelling: 6:82 / 259
380. Verzuim zonder ingebrekestelling: 6:83 / 260
381. Gevolgen van verzuim / 261
382. Risico-omslag bij verzuim: 6:84 / 262
383. Vergoeding van vertragingsschade: 6:85 / 262
384. Omzetting in vervangende schadevergoeding: 6:87 / 263
385. Einde van het verzuim / 264
E. BOETEBEDING/ 264
386. Boetebeding: 6:91–94 / 264
387. Inroeping van het boetebeding: 6:92 en 6:93 / 265
388. Matiging en aanvulling van de bedongen boete: 6:94 / 265
Hoofdstuk 26 SCHADEVERGOEDING / 267
389. Algemeen / 267
390. Inhoud afdeling 6.1.10 / 267
A. SCHADE EN WIJZE VAN VERGOEDING/ 268
391. Het begrip schade; vermogensschade / 268
391a. Immateriële schade; smartengeld / 268
392. De begroting van de schade: 6:97, 6:104 en 6:105 / 269
392a. Abstracte schadeberekening / 271
393. Letselschade: 6:107 / 272
393a. Vervolg; loondoorbetaling: 6:107a / 273
394. Overlijdensschade: 6:108 / 274
395. De vorm van de schadevergoeding: 6:103 / 275
B. CAUSAAL VERBAND/ 276
396. Twee stadia / 276
396a. Bewijslast condicio sine qua non / 276
396b. Meerdere oorzaken / 277
396c. Alternatieve causaliteit: 6:99 / 277
396d. Alternatieve causaliteit dader/slachtoffer; proportionele aansprakelijkheid / 278
396e. Proportionele aansprakelijkheid tegenover kansschade / 279
396f. ‘Tweede’ (hypothetische) causaliteit / 279
397. Causale toerekening; relevante factoren: 6:98 / 280
C. VOORDEELSTOEREKENING/ 281
398. Voordeelstoerekening: 6:100 / 281
D. EIGEN SCHULD EN MEDESCHULD/ 282
399. ‘Eigen schuld’: 6:101 / 282
400. Verminderingsmaatstaf bij eigen schuld / 283
400a. Eigen schuld in het verkeer / 284
401. ‘Medeschuld’: 6:102 lid 1 / 286
402. Medeschuld plus eigen schuld: 6:102 lid 2 / 286
E. RECHTERLIJKE MATIGING/ 287
403. Rechterlijke matiging: 6:109 / 287
404. Voor matiging relevante omstandigheden / 287
F. LIMITERING BIJ A.M.V.B. / 288
405. Limitering bij a.m.v.b.: 6:110 / 288
Belangrijke bronnen van verbintenissen / 289
Hoofdstuk 27 ONRECHTMATIGE DAAD/ 291
406. Inhoud titel 6.3 / 291
A. AANSPRAKELIJKHEID VOOR EIGEN GEDRAGINGEN / 291
407. Vereisten voor aansprakelijkheid: 6:162 en 6:163 / 291
408. Onrechtmatige daad: 6:162 lid 2 / 291
408a. Vervolg; gevaarzetting / 293
409. Relatie met wanprestatie / 293
410. Rechtvaardigingsgronden / 294
411. Toerekenbaarheid aan de dader: 6:162 lid 3 / 295
412. Aansprakelijkheid van kinderen: 6:164 / 295
413. Aansprakelijkheid van personen met een gebrek: 6:165 / 296
414. Schulduitsluitingsgronden / 296
415. Schade en causaal verband / 297
416. Het relativiteitsbeginsel: 6:163 / 297
417. Wat kan de benadeelde vorderen? / 298
418. Afwijzing verbodsactie op grond van zwaarwegende maatschappelijke belangen: 6:168 / 298
B. BIJZONDERE GEVALLEN / 299
419. Gedragingen in groepsverband: 6:166 / 299
420-421. Vervallen / 300
422. Aansprakelijkheid van rechtspersonen voor eigen gedragingen / 300
422a. Onrechtmatige overheidsdaad / 301
422b. Aansprakelijkheid werkgever jegens werknemer: 7:658 / 302
C. KWALITATIEVE AANSPRAKELIJKHEID (ALGEMEEN) / 303
423. Inhoud afdeling 6.3.2 / 303
424. Risicoaansprakelijkheid / 304
424a. Relatie met afdeling 6.3.1 / 304
D. AANSPRAKELIJKHEID VOOR PERSONEN / 305
425. Aansprakelijkheid voor kinderen: 6:169 / 305
426. Ondergeschikten, niet-ondergeschikten, vertegenwoordigers / 305
427. Aansprakelijkheid voor ondergeschikten: 6:170 / 306
428. Aansprakelijkheid voor niet-ondergeschikten: 6:171 / 307
429. Aansprakelijkheid voor vertegenwoordigers: 6:172 / 307
E. AANSPRAKELIJKHEID VOOR ZAKEN / 308
430. De aansprakelijke persoon / 308
431. De schadesoort / 309
432. Risicoaansprakelijkheid met tenzij-formule / 309
433. Aansprakelijkheid voor gebrekkige roerende zaken: 6:173 / 310
433a. 6:173 en productenaansprakelijkheid; kanalisatie / 311
433b. Aansprakelijkheid voor motorrijtuigen / 311
434. Vervallen / 313
435. Aansprakelijkheid voor opstallen: 6:174 / 313
435a. Aansprakelijkheid voor gevaarlijke stoffen: 6:175–178 / 314
435b. Vervolg; vereisten en uitzonderingen / 315
435c. Aansprakelijkheid voor stortplaats of mijnbouwwerk:
6:176–178 / 315
436. Aansprakelijkheid voor dieren: 6:179 / 316
F. PRODUCTENAANSPRAKELIJKHEID/ 317
436a. Productenaansprakelijkheid: afdeling 6.3.3 / 317
436b. Risicoaansprakelijkheid; grenzen / 318
436c. Schade aan personen of zaken / 318
436d. Samenloop / 319
G. ONEERLIJKE HANDELSPRAKTIJKEN; SCHENDING MEDEDINGINGSRECHT; MISLEIDENDE EN VERGELIJKENDE RECLAME / 319
436e. Oneerlijke handelspraktijken: afdeling 6.3.3A / 319
436f. Schending mededingingsrecht: afdeling 6.3.3B / 320
436g. Misleidende en vergelijkende reclame: afdeling 6.3.4 / 320
H. ELEKTRONISCH RECHTSVERKEER / 321
436h. Aansprakelijkheid bij elektronisch rechtsverkeer: afdeling
6.3.4A / 321
I. TIJDELIJKE REGELING VERHAALSRECHTEN / 322
436i. Tijdelijke regeling verhaalsrechten: afdeling 6.3.5 / 322
Hoofdstuk 28 ZAAKWAARNEMING, ONVERSCHULDIGDE BETALING, ONGERECHTVAARDIGDE VERRIJKING/ 324
A. ZAAKWAARNEMING/ 324
437. Vereisten: 6:198 / 324
438. Rechtsgevolgen van zaakwaarneming: 6:199–202 / 325
439. Vertegenwoordigingsbevoegdheid: 6:201 / 325
B. ONVERSCHULDIGDE BETALING/ 326
440. Begrip onverschuldigde betaling / 326
441. Gevallen van onverschuldigde betaling / 326
442. De vordering uit onverschuldigde betaling / 327
443. Ongedaanmaking en waardevergoeding: 6:203 en 6:210 / 327
444. Ongedaanmaking (in eigenlijke zin) / 328
445. Niet-nakoming van de ongedaanmakingsverbintenis: 6:204 en 6:205 / 328
446. Waardevergoeding: 6:210 lid 2 / 329
447. Vruchten, kosten en schade: 6:206–208 / 330
448. Ontvanger handelingsonbekwaam: 6:209 / 330
449. De ‘pot-ketel-bepaling’ van 6:211 / 330
C. ONGERECHTVAARDIGDE VERRIJKING/ 331
450. Algemeen, vereisten: 6:212 / 331
451. Omvang van de schadevergoedingsverbintenis / 332
451a. Toepassingsmogelijkheden / 332
Hoofdstuk 29 DE OBLIGATOIRE OVEREENKOMST / 334
452. Inhoud titel 6.5 / 334
453. Begrip overeenkomst / 334
454. Overeenkomstige toepassing: 6:216 / 334
455. De meerpartijenovereenkomst: 6:213 lid 2 / 335
456. Beginselen van contractenrecht / 335
456a. De hoedanigheden van partijen / 336
456b. De consument als contractspartij / 337
456c. De overheid als contractspartij / 338
457. Groeperingen van overeenkomsten / 339
458. Bijzondere overeenkomsten; overzicht / 339
459. Gefaseerde invoering Boek 7 / 341
460. Regelend en dwingend recht in Boek 7 / 341
461. Toepasselijkheid Boeken 3 en 6 / 342
462. Gemengde overeenkomst: 6:215 / 342
463. Standaardregelingen: 6:214 / 342
Hoofdstuk 30 HET TOT STAND KOMEN VAN OVEREENKOMSTEN / 344
464. Inhoud afdeling 6.5.2 e.v. / 344
A. AANBOD EN AANVAARDING / 344
465. Aanbod en aanvaarding: 6:217 lid 1 / 344
466. Rechtskarakter van het aanbod / 345
467. Verval van het aanbod / 346
468. Het onherroepelijke aanbod: 6:219 / 346
469. Vrijblijvend aanbod en uitloving: 6:219 lid 2, 6:220 / 347
470. De aanvaarding / 347
471. De van het aanbod afwijkende aanvaarding: 6:225 / 348
B. DE PRECONTRACTUELE FASE / 348
471a. De precontractuele fase / 348
C. GELDIGHEID, NIETIGHEID EN VERNIETIGBAARHEID VAN OVEREENKOMSTEN / 350
472. Algemeen / 350
473. Vorm van een voorovereenkomst: 6:226 / 350
474. Bepaalbaarheid van de verbintenissen: 6:227 / 350
474a. Elektronisch contracteren: 6:227a-c / 351
475. Dwaling: 6:228 / 351
476. Geval a: wederpartij gaf inlichting / 352
477. Geval b: wederpartij schond mededelingsplicht / 352
478. Geval c: wederzijdse dwaling / 353
479. Dwaling ten aanzien van toekomstige omstandigheden / 353
480. Dwaling voor rekening van de dwalende: 6:228 lid 2 / 354
481. Rechtsgevolgen van dwaling / 355
482. De voortbouwende overeenkomst: 6:229 / 355
D. INFORMATIE OVER DIENSTVERRICHTERS EN HUN DIENSTEN / 356
482a. Informatie over dienstverrichters en hun diensten: 6:230a-f / 356
E. OVEREENKOMSTEN TUSSEN HANDELAREN EN CONSUMENTEN / 356
482b. Overeenkomsten tussen handelaren en consumenten: 6:230g-z / 356
F. ALGEMENE VOORWAARDEN / 357
483. Begripsbepalingen: 6:231 / 357
483a. Algemene voorwaarden in consumentenovereenkomsten / 359
484. Gebondenheid aan algemene voorwaarden: 6:232 / 359
485. Twee vernietigingsgronden: 6:233 / 360
485a. Vervolg; de informatieplicht: 6:234 / 360
485b. Vernietigbaarheid; bijzonderheden / 362
485c. Vernietigbaarheid; consumentenbescherming / 363
486. Onredelijk bezwarend: concrete en abstracte toetsing / 363
487. De zwarte en de grijze lijst: 6:236 en 6:237 / 364
487a. Onheldere bedingen / 365
488. Bestrijding van onredelijk bezwarende bedingen / 365
489. Rechtszekerheid / 366
Hoofdstuk 31 RECHTSGEVOLGEN VAN OVEREENKOMSTEN / 367
490. Inhoud afdeling 6.5.4 / 367
A. RECHTSGEVOLGEN TUSSEN PARTIJEN / 367
491. Rechtsgevolgen van de overeenkomst tussen partijen: 6:248 lid 1 / 367
492. Uitleg van de overeenkomst / 368
492a. Uitleg contra proferentem / 369
492b. Rangorde van de bronnen / 369
493. Redelijkheid en billijkheid: 6:248 / 370
493a. Opzegging (duur)overeenkomst / 370
B. RECHTSGEVOLGEN TEN OPZICHTE VAN DERDEN/ 371
494. De overeenkomst en derden / 371
495. Overgang van kwalitatieve rechten: 6:251 / 372
496. Blokkering van de overgang van een kwalitatief recht / 373
497. Overgang van kwalitatieve verplichtingen: 6:252 / 373
498. Relatie met erfdienstbaarheden / 374
499. Kettingbeding / 375
500. Derdenbeding: 6:253–256 / 376
501. Voorbeelden van derdenbedingen / 376
502. Aanvaarding van het derdenbeding: 6:253 / 376
503. Rechtsgevolgen van de aanvaarding / 377
504. Herroeping van het derdenbeding; vervanging van de
derde / 377
505. Blokkering van de ‘paardensprong’: 6:257 / 377
506. Derdenwerking van aansprakelijkheidsbedingen / 378
506a. Samenhangende overeenkomsten / 379
C. WIJZIGING EN ONTBINDING DOOR DE RECHTER / 380
507. Onvoorziene omstandigheden (‘imprévision’): 6:258 / 380
508. Dwingend recht / 380
509. Relatie met andere leerstukken / 380
510. Voortdurende verplichtingen: 6:259 / 381
511. De rechterlijke uitspraak / 382
Hoofdstuk 32 WEDERKERIGE OVEREENKOMSTEN / 383
512. Begrip wederkerige overeenkomst; inhoud afdeling 6.5.5 / 383
513. Toepasselijkheid afdeling 6.5.5 / 383
A. DE EXCEPTIONES / 384
514. Algemeen / 384
515. De exceptio non adimpleti contractus: 6:262 / 385
516. De onzekerheidsexceptie: 6:263 / 385
516a. Tekortkoming moet opschorting rechtvaardigen / 386
517. Tegenover elkaar staande verbintenissen / 387
518. De exceptiones en de algemene opschortingsbevoegdheid / 387
B. VEREISTEN VOOR ONTBINDING/ 388
519. Vereisten voor ontbinding: 6:265 / 388
520. Schuldeisersverzuim sluit ontbinding uit: 6:266 / 389
521. ‘Risico ter zake van de tegenprestatie’ / 389
522. Wijzen van ontbinding: 6:267 / 390
523. Gehele en gedeeltelijke ontbinding: 6:265 en 270 / 390
C. GEVOLGEN VAN DE ONTBINDING/ 391
524. Gevolgen van (gehele) ontbinding: 6:269 en 6:271 / 391
525. Gevolgen van gedeeltelijke ontbinding / 392
526. Ongedaanmaking en waardevergoeding: 6:271 en 6:272 / 393
527. Ongedaanmakingsverbintenissen: 6:271, 6:273 en 6:274 / 393
528. Waardevergoedingsverbintenissen: 6:272 / 394
529. Vruchten, kosten en schade: 6:275 / 394
530. Ontvanger handelingsonbekwaam: 6:276 / 395
531. Ontbinding en schadevergoeding: 6:277 / 395
532. Bijbetaling bij wijziging in waardeverhouding: 6:278 / 396
533. Andersoortige stoten tot ongedaanmaking: 6:278 lid 2 / 396
D. DE MEERPARTIJENOVEREENKOMST/ 397
534. De meerpartijenovereenkomst: 6:279 / 397
Hoofdstuk 33 BIJZONDERE OVEREENKOMSTEN (I); KOOP EN RUIL/398
535. Algemeen / 398
536. Inhoud titel 7.1 / 398
537. Begripsomschrijvingen: 7:1 en 7:49 / 398
538. Consumentenkoop: 7:5 / 399
539. Gevolgen van het zijn van consumentenkoop: 7:6 / 400
539a. Handelsgaranties bij consumentenkoop: 7:6a / 400
540. Toegezonden zaken: 7:7 / 400
A. RECHTEN VAN DE KOPER / 401
541. Verplichtingen van de verkoper / 401
541a. Vervolg; (non)conformiteit / 401
541b. Vervolg; vermoeden bij consumentenkoop / 402
542. Rechten van de koper / 402
543. Recht van de koper op nakoming / 403
544. Risico-overgang bij koop: 7:10 / 404
545. Recht van de koper op ontbinding / 404
545a. Vervolg; bijzonderheden consumentenkoop / 405
546. Schadevergoeding bij ontbinding: 7:36–38 / 406
547. Rechtsverlies bij de koper: 7:23 / 406
548. Speciale schadevergoedingsregeling bij consumentenkoop: 7:24 / 407
548a. Vervolg; verhaal op voorschakel: 7:25 / 407
B. RECHTEN VAN DE VERKOPER / 408
549. Verplichtingen van de koper / 408
550. Rechten van de verkoper / 408
551. Recht van reclame: afdeling 7.1.8 / 409
552. Gevolgen van de inroeping van het reclamerecht: 7:39 / 410
553. Reclamerecht en derden: 7:42 / 410
C. BIJZONDERE KOOPTYPEN / 411
553a. Bijzondere kooptypen / 411
553b. Koop van onroerende zaken: 7:2 en 7:3 / 411
554. Internationale handelskoop; Weens Koopverdrag (CISG) / 412
Hoofdstuk 34 BIJZONDERE OVEREENKOMSTEN (II); GOEDEREN (VERVOLG)/ 413
555. Overzicht / 413
A. FINANCIËLEZEKERHEIDSOVEREENKOMSTEN / 413
555a. Financiëlezekerheidsovereenkomsten / 413
B. KREDIETOVEREENKOMSTEN / 414
556. Kredietovereenkomsten; overzicht / 414
556a. Consumentenkredietovereenkomsten / 415
557. Goederenkrediet; roerende zaken / 416
557a. Goederenkrediet; huurkoop onroerende zaken / 417
557b. Goederenkrediet; woningkredietovereenkomsten / 417
558. Geldkrediet: geldlening / 418
C. OVEREENKOMST VAN PANDBELENING/ 418
559. Overeenkomst van pandbelening / 418
D. SCHENKING/ 419
560. Algemeen / 419
561. Begripsomschrijving / 420
562. Bijzonderheden totstandkoming / 420
563. Misbruik van omstandigheden / 420
564. Bijzondere vernietigingsgronden / 421
565. Enkele schenkingsbedingen / 421
566. Aansprakelijkheid schenker / 422
567. Begrip gift; overeenkomstige toepassing / 422
E. TIMESHARING C.A. / 423
567a. Timesharing c.a. / 423
F. HUUR/ 423
568. Algemeen / 423
569. Begripsomschrijving / 424
569a. Duurovereenkomst / 424
570. Totstandkoming / 425
571. Verbintenissen verhuurder: 7:203-211 / 425
571a. Begrip gebrek / 425
572. Verhelpen van gebreken / 426
572a. Verdere rechten huurder / 426
573. Verbintenissen huurder: 7:212-225 / 426
574. Gebruiken als goed huurder / 427
575. Teruggave bij einde huur / 428
576. Aansprakelijkheid huurder / 428
577. ‘Koop breekt geen huur’: 7:226-227 / 428
578. Einde van de huur / 429
579. Woonruimte: 7:232-282 / 429
580. Woonruimte; huurprijzen c.a. / 430
581. Woonruimte; medehuur en huurvoortzetting / 430
582. Woonruimte; opzegging / 431
583. Bedrijfsruimte: 7:290-310 / 431
584. Bedrijfsruimte; bijzonderheden / 432
585. Noch woonruimte noch bedrijfsruimte: 7:230a / 433
G. PACHT / 433
586. Algemeen; begripsomschrijving / 433
587. Totstandkoming en duur; pachtoverneming / 433
588. Verbintenissen verpachter / 434
589. Verbintenissen pachter / 434
590. Geliberaliseerde pacht / 435
H. BRUIKLEEN / 435
591. Algemeen; begripsomschrijving / 435
592. Verbintenissen bruiklener / 435
593. Verbintenissen uitlener / 436
Hoofdstuk 35 BIJZONDERE OVEREENKOMSTEN (III); WERKZAAMHEDEN/437
594. Overzicht / 437
A. OPDRACHT / 437
595. Algemeen; begripsomschrijving / 437
596. Verbintenissen opdrachtnemer / 438
597. Verbintenissen opdrachtgever / 438
598. Opzegging / 438
599. Lastgeving; algemeen / 439
600. Analoge toepassing / 439
601. Tegenstrijdige belangen / 439
602. Handelen in eigen naam; directe acties / 440
603. Privatieve last / 441
604. Bemiddelingsovereenkomst / 441
605. Agentuurovereenkomst / 442
606. Overeenkomst inzake geneeskundige behandeling; algemeen / 442
607. Toestemming patiënt / 443
608. Verbintenissen hulpverlener / 443
609. Verbintenis opdrachtgever / 443
610. Aansprakelijkheid ziekenhuis / 444
B. PAKKETREISOVEREENKOMST/ 444
611. Algemeen; begripsomschrijving / 444
612. Verbintenissen betrokkenen / 445
613. Beëindiging en wijziging / 445
614. Rechtspositie bij non-conformiteit / 446
C. BETALINGSTRANSACTIE / 446
614a. Betalingstransactie / 446
D. BEWAARNEMING/ 447
615. Algemeen; begripsomschrijving / 447
616. Verbintenissen bewaarnemer / 448
617. Verbintenissen bewaargever / 448
618. Derdenwerking / 448
619. Hotelhouder / 449
E. AANNEMING VAN WERK/ 449
620. Algemeen; begripsomschrijving / 449
621. Verbintenissen aannemer / 450
622. Verbintenis opdrachtgever / 450
623. Oplevering en risico / 450
624. Bijzonderheden bij niet-nakoming / 451
625. Opzegging c.a. / 451
626. Aanneming bouw consumentenwoning / 452
F. OVERIGE OVEREENKOMSTEN / 452
627. Overige bijzondere overeenkomsten met betrekking tot werkzaamheden / 452
Hoofdstuk 36 BIJZONDERE OVEREENKOMSTEN (IV); OVERIGE TYPEN / 454
628. Overzicht / 454
A. BORGTOCHT / 454
629. Algemeen; begripsomschrijving / 454
630. Verband met verbintenis hoofdschuldenaar / 454
631. Particuliere borgtocht / 455
632. Borg jegens derden-betrokkenen / 456
B. VASTSTELLINGSOVEREENKOMST/ 456
633. Algemeen; begripsomschrijving / 456
634. Dwaling / 457
635. De vaststelling / 457
636. Dispositief stelsel / 458
637. Strijd met dwingend recht / 459
638. Beslissing door één partij of door derde / 459
638a. Massaschadeovereenkomsten / 459
C. RESTERENDE OVEREENKOMSTEN / 460
639. Resterende bijzondere overeenkomsten / 460
Overgangsrecht / 461
Hoofdstuk 37 OVERGANGSRECHT / 463
640. Algemeen / 463
641. Keuzescala / 463
642. Beginselen Overgangswet Boeken 3–10 / 464
643. Systematiek Overgangswet / 464
643a. Zoekstrategie / 465
644. Rechtshandelingen / 465
645. Verkrijging en verlies van goederen / 466
646. Derdenbescherming bij verkrijging van goederen / 466
647. Fiduciaire eigendom, eigendomsvoorbehoud / 466
648. Gevolgen tekortkoming / 467
649. Onrechtmatige daad / 467
650. Onverschuldigde betaling en ongerechtvaardigde verrijking / 468
651. Algemene voorwaarden / 468
652. Koop en ruil / 468
653. Consumentenbescherming / 468
Registers / 469
WETSARTIKELENREGISTER / 471
RECHTSPRAAKREGISTER / 482
TREFWOORDENREGISTER / 495
Rubrieken
- advisering
- algemeen management
- coaching en trainen
- communicatie en media
- economie
- financieel management
- inkoop en logistiek
- internet en social media
- it-management / ict
- juridisch
- leiderschap
- marketing
- mens en maatschappij
- non-profit
- ondernemen
- organisatiekunde
- personal finance
- personeelsmanagement
- persoonlijke effectiviteit
- projectmanagement
- psychologie
- reclame en verkoop
- strategisch management
- verandermanagement
- werk en loopbaan