Advocatentuchtrecht
Paperback Nederlands 2021 9789013158052Samenvatting
Deze titel geeft uitgebreid inzicht in de regels die het handelen van advocaten bepalen. In deze 6e druk zijn naast de hernieuwde gedragsregels (2018) ook de wetswijziging van 2015 in de Advocatenwet verwerkt. Uiteraard gaat er ook aandacht uit naar de daarbij gecodificeerde kernwaarden voor de advocatuur.
Deze titel vormt een waardevolle bron van informatie bij kwesties die raken aan het tuchtrecht, zoals vragen omtrent het gedrag en handelen van advocaten. Het is daarmee niet alleen een hulpmiddel voor de tuchtrechter zelf geworden, maar ook voor iedereen die belangstelling voor het tuchtrecht heeft. Advocatentuchtrecht biedt dan ook al bijna dertig jaar uitkomst voor zowel beginnend als ervaren advocaten, tuchtrechters en alle overige geïnteresseerden in het tuchtrecht.
Deze titel geeft een systematische bewerking van uitspraken van het Hof van Discipline, waarmee de lezer inzicht krijgt in de regels die het handelen van advocaten bepalen. Hierbij wordt onder andere aandacht besteed aan:
- de historische ontwikkeling van de regels
- de betrekking tot cliënten en de rechter
- de betrekking tot de wederpartij en andere advocaten
- het tuchtprocesrecht
Het advocatentuchtrecht blijft onverminderd in de aandacht staan. Met name ook de (toenemende) maatschappelijke belangstelling voor het tuchtrecht zorgt ervoor dat gedegen kennis van het advocatentuchtrecht voor advocaten onmisbaar is in hun dagelijkse werkzaamheden. Daarnaast wordt ook in politieke kringen meer belangstelling getoond voor het tuchtrecht en zijn maatschappelijke betekenis.
Deze 6e druk van Advocatentuchtrecht is van grote waarde voor zowel beginnend als ervaren advocaten. Dankzij deze titel leren zij over hoe het handelen van advocaten in het licht van het algemeen belang van een goede beroepsuitoefening wordt geoordeeld. Daarnaast is de publicatie ook zeer interessant voor tuchtrechters en iedereen die interesse heeft in het tuchtrecht.
Specificaties
Lezersrecensies
Inhoudsopgave
Inleiding 1
De wet van 12 september 1984 tot wijziging van de Advocatenwet 1
De rechtspraak van het Hof van Discipline 2
Commentaar 3
Openbaar maken namen in uitspraken Hof van Discipline 3
De wet van 1 januari 2015 tot wijziging van de Advocatenwet 4
I De procesgang 5
I.1 Inleiding 5
I.2 De Deken 6
I.3 De klacht 10
I.4 De Voorzitter van de Raad van Discipline 10
I.5 De Raad van Discipline 11
1.6 Voorzittersbeslissing en verzet 11
I.7 De Voorzitter van het Hof van Discipline 13
I.8 Het Hof van Discipline 14
I.9 Uitspraken van het Hof van Discipline over de behandeling van klachten 15
I.9.1 Grenzen van de behandeling 15
I.9.2 De zitting 16
I.10 Wraking (en verschoning) 17
I.11 De beslissing 21
I.12 Bewijsproblematiek 23
II Het hoger beroep 25
II.1 Van welke beslissingen is hoger beroep mogelijk? 25
II.1.1 Geen hoger beroep mogelijk 25
II.1.2 Van tussenbeslissingen is alleen beroep mogelijk tegelijk met de eindbeslissing 26
II.1.3 Wel beroep mogelijk van beslissingen waarbij de klacht niet-ontvankelijk is verklaard 27
II.2 Wie kan beroep instellen? 28
II.2.1 Beroepsmogelijkheden voor de advocaat 28
II.2.2 Beroepsmogelijkheden voor de klager 28
II.2.3 Beroepsmogelijkheden voor de plaatselijk Deken 29
II.2.4 Beroepsmogelijkheden voor de algemeen Deken 30
II.3 Aan het hoger beroep te stellen eisen 30
II.3.1 De beroepstermijn 30
II.3.2 De grieven 32
II.4 De beslissing in hoger beroep 34
II.4.1 Wat kan de beslissing inhouden? 35
II.4.2 De klacht wordt in beroep niet langer gehandhaafd 35
II.4.3 Het Hof besluit tot terugverwijzing 37
II.5 Bijzondere gevallen 39
II.6 Herziening 40
III De Grenzen van het tuchtrecht 43
III.1 Inleiding 43
III.2 De advocaat in de hoedanigheid van Deken, lid Raad van de Orde of tuchtrechter 44
III.3 De advocaat in de hoedanigheid van faillissementscurator 46
III.4 De advocaat in de hoedanigheid van rechterplaatsvervanger 48
III.5 De advocaat in de hoedanigheid van kantoorgenoot 48
III.6 De advocaat in de hoedanigheid van advocaat verbonden aan een (buitenlands) tribunaal 49
III.7 De advocaat/mediator 50
III.8 De advocaat privé 51
III.9 Verwevenheid met praktijkuitoefening 52
III.10 Gedrag dat juist een advocaat niet past 54
III.11 Ex-advocaten 55
III.12 Andere grenzen aan het tuchtrecht 56
III.12.1 Het tuchtrecht gaat niet over civiele geschillen en ook niet over strafrecht 56
III.12.2 Het tuchtrecht betreft slechts eigen gedragingen 58
III.12.3 Het tuchtrecht betreft geen toekomstige gedragingen 58
IV De ontvankelijkheid van de klacht 61
IV.1 Inleiding 61
IV.2 Klachten waarop al eerder is beslist 61
IV.3 De Deken bemiddelt tot intrekken klacht 62
IV.4 Klachten waarbij de klager geen eigen belang heeft 62
IV.5 Ontvankelijkheid of niet-ontvankelijkheid van door de Deken voorgelegde ‘bezwaren’ 66
IV.6 Niet-ontvankelijkheid wegens eigen houding van klager 68
IV.6.1 Niet-ontvankelijkheid wegens te lang wachten met het indienen van de klacht 68
IV.7 Wel ontvankelijk is een klacht tegen maatschap of kantoor 70
V De zorg voor de cliënt 73
V.1 Inleiding 73
V.2 Beleidsvrijheid 74
V.2.1 Voorbeelden van beleidsvrijheid 76
V.2.2 Een consequentie: de advocaat moet wijzer zijn dan zijn cliënt 78
V.2.3 Grenzen van die beleidsvrijheid 79
V.3 Vrijheid zich terug te trekken, Gedragsregel 14 (2018) 81
V.4 De vereiste communicatie met de cliënt, Gedragsregel 16 (2018) 83
V.4.1 Advocaat informeert cliënt opzettelijk onjuist 86
V.5 De geheimhoudingsplicht, Gedragsregel 3 (2018) 87
V.5.1 Geen onverkorte geheimhoudingsplicht in een door de cliënt aanhangig gemaakte tuchtrechtprocedure (Gedragsregel 3 lid 4 (2018)) 90
VI De zorg voor de cliënt (vervolg) 91
VI.1 De kwaliteit van de dienstverlening 91
VI.1.1 Termijnen 92
VI.1.2 Traagheid 94
VI.1.3 Andere verzuimen 96
VI.1.4 Niet verschijnen op een zitting 98
VI.1.5 Juridische en andere vergissingen zijn niet altijd klachtwaardig 98
VI.2 Ongegrond geoordeelde klachten 100
VI.3 Vereiste van schriftelijke vastlegging, Gedragsregel 16 (voorheen 8) 101
VII De zorg voor de cliënt: financiën Gedragsregel 16 lid 3 e.v. 105
VII.1 Inleiding 105
VII.2 Financiële relatie met cliënt in het algemeen 105
VII.3 Declaratiekwesties 106
VII.3.1 Excessief declareren, Gedragsregel 17 lid 1 106
VII.3.2 Andere gronden waarom declaratie niet redelijk is 108
VII.3.3 Declaratieafspraak (onder andere ‘no cure no pay’), Gedragsregel 25 lid 2 en 3 (versie Gedragsregels 1992, thans vervallen) 109
VII.3.4 Specificeren, (voorheen Gedragsregel 27 lid 5) 111
VII.3.5 Incasseren 111
VII.3.6 Retentierecht, Gedragsregel 28 lid 2 112
VII.3.7 Verrekenen 113
VII.3.8 De declaratie als steunvordering 113
VII.4 Toevoegingsperikelen 114
VII.4.1 Toevoegingsmogelijkheid onvoldoende onderzocht, Gedragsregel 18 lid 1 114
VII.4.2 Gevallen waarin de advocaat niet verder behoeft te onderzoeken 116
VII.4.3 Betalingsafspraak ondanks toevoegingsmogelijkheid, Gedragsregel 18 lid 3 116
VII.4.4 Zich door toevoegingscliënt laten betalen mag nooit, Gedragsregel 18 lid 2 118
VII.4.5 Andere klachten betreffende toevoegingen 119
VIII Inbreuken op de verordeningen (Voda) 121
VIII.1 Inleiding 121
VIII.2 Voda Hoofdstuk 3: Stage 121
VIII.3 Voda Hoofdstuk 4: Vakbekwaamheid van de advocaat 122
VIII.4 Voda Hoofdstuk 5: Praktijkstructuren 123
VIII.5 Voda afdeling 5.5: Praktijkuitoefening in dienst 124
VIII.6 Voda Hoofdstuk 6: Kantoororganisatie 125
VIII.6.1 De vervallen verordeningen waren de Boekhoudverordening en VAFI 125
VIII.6.2 Voda afdeling 6.3: Geheimhoudersnummers 127
VIII.6.3 Voda afdeling 6.6: Beroepsaansprakelijkheid 128
VIII.7 Voda: Varia 129
IX Wat een behoorlijk advocaat betaamt; algemeen 131
IX.1 Inleiding 131
IX.2 De eed 132
IX.3 Wat in het algemeen niet betaamt 133
IX.4 In de praktijkuitoefening 135
IX.4.1 Financiële verplichtingen 135
IX.5 Anders 137
IX.6 In de relatie met Deken, Raad van de Orde en tuchtrechter 138
IX.7 Door Hof van Discipline ongegrond geoordeelde bezwaren 139
IX.8 Gedragingen in strafzaken 141
IX.8.1 Cliënt (in voorarrest) met alle beperkingen 141
IX.8.2 Overname van zaken 143
IX.8.3 Andere omstandigheden 145
IX.9 Niet gegrond geoordeelde klachten 149
IX.10 Het vermijden van belangenconflicten, Gedragsregel 15 (2018) 150
IX.10.1 Eigen belang van de advocaat 152
IX.10.2 Tegenstrijdige belangen van verschillende cliënten 153
IX.10.3 Echtscheidingsproblematiek 160
X Wat een behoorlijk advocaat betaamt tegenover de wederpartij 163
X.1 Vrijheid van handelen 163
X.1.1 Grenzen aan die vrijheid 164
X.2 Voorbeelden van wat wel of niet betaamt 165
X.2.1 Niet ongeoorloofd, niet onnodig grievend, Gedragsregel 7 (2018) 165
X.2.2 Ongeoorloofd: (onnodig) grievende uitlatingen, Gedragsregel 7 (2018) 168
X.2.3 Ongeoorloofd: dreigementen 171
X.2.4 Wat ook niet geoorloofd is 173
X.2.5 Soms over de grens: berichten aan derden 174
X.3 De pers/media 175
X.4 Andere grensgevallen: fouten 178
X.5 Rechtsmaatregelen binnen sommatietermijn 178
X.6 Optreden tegen vroegere failliet 179
X.7 Wat nooit geoorloofd is 179
X.8 Jegens tegenpartij in acht te nemen zorg 180
XI Wat de advocaat betaamt tegenover derden en tegenover zijn mede-advocaten 185
XI.1 Klachten van derden 185
XI.1.1 Rechters en leden van het Openbaar Ministerie 185
XI.1.2 De Deken 187
XI.1.3 Deskundigen, getuigen en adviseurs 187
XI.1.4 Financieel belanghebbenden 188
XI.1.5 Raad voor Rechtsbijstand 190
XI.1.6 Benadeelde crediteur 190
XI.1.7 De onderhandelingspartner 190
XI.2 De confraternele verhoudingen 191
XI.3 Onderlinge verhouding van welwillendheid, Gedragsregel 24 (2018) 191
XI.3.1 Regels die betrekking hebben op de juridische strijd 194
XI.3.2 Confraternele correspondentie, Gedragsregels 26 en 27 (2018) 197
XI.4 Wat nog meer niet behoorlijk is 200
XI.4.1 Meewerken aan het herstel van vergissingen 201
XI.4.2 Niet een andere advocaat persoonlijk attaqueren 202
XI.5 Overname van zaken 203
XI.6 Nakomen van financiële verplichtingen 203
XI.7 Wat wel geoorloofd is in het onderling verkeer 203
XII Commentaar op uitspraken over gedrag 205
XIII Uitspraken 209
XIII.1 Ongegrond geoordeelde klachten 209
XIII.2 Geen maatregel 209
XIII.3 De maatregelen 209
XIII.3.1 Waarschuwing 210
XIII.3.2 Berisping 210
XIII.3.3 Geldboete 210
XIII.3.4 Schorsing 212
XIII.3.5 Artikel 48b Adv.w. 213
XIII.3.6 Schrapping van het tableau 215
XIII.4 Bijkomende maatregelen 217
XIII.4.1 Openbaar maken uitspraak (art. 48 lid 5 Adv.w.) 217
XIII.4.2 De verklaring van artikel 48 lid 9 (was 7) 217
XIII.4.2.1 De verklaring; inleiding 217
XIII.4.2.2 In welke gevallen is de verklaring gegeven? 219
XIII.4.3 Kostenveroordeling (art. 48ac lid 1 Adw.v.) 220
XIII.5 Verzwaring maatregel 221
XIV Andere taken van het Hof 223
XIV.1 Aanwijzing andere Raad van Discipline 223
XIV.2 Het Hof van Discipline als ‘waak’-instantie 224
XIV.3 Appelinstantie voor beslissingen ex art. 16 Adv.w. 224
XIV.4 Het Hof van Discipline als beklaginstantie 225
XIV.5 Beklag tegen beslissing Raad van Toezicht houdende verzet tegen de inschrijving 225
XIV.5.1 Processuele kwesties 226
XIV.5.2 Het al dan niet bestaan van ‘gegronde vrees’ 227
XIV.5.3 Wegens misdragingen in het verleden gegronde vrees 229
XIV.5.4 Ondanks misdragingen in het verleden geen gegronde vrees 230
XIV.5.5 Toekomstige praktijkvoering 231
XIV.6 Verordening op de praktijkuitoefening in dienstbetrekking 231
XIV.7 Incompatibiliteit 232
XIV.8 Beklag tegen een afwijzende beslissing van de Deken (art. 13 Adv.w.) 232
XIV.8.1 Procesgang 233
XIV.8.2 Verhouding art. 13 Adv.w. tot procedure Wet op de rechtsbijstand 233
XIV.8.3 Inhoud en strekking van artikel 13 Adv.w. 233
XIV.8.4 Welke Deken? 235
XIV.8.5 Ongegrondverklaring van het beklag 236
XV Procedure inzake het spoedshalve schorsen of treffen van een voorlopige voorziening (art 60ab e.v.) 239
XV.1 de schorsing ex art. 60ab Adv.w. 240
XVI Procedure inzake de onbehoorlijke praktijkuitoefening (artikel 60b e.v.) 243
XVI.1 Inleiding 243
XVI.2 Verzoek op grond van artikel 60b Adv.w. 244
XVI.3 Verzet (artikel 60c lid 4 Adv.w.) 247
XVI.4 Kosten rapporteur (artikel 60d lid 4 Adv.w.) 247
XVI.5 Opheffing schorsing 248
XVI.6 Artikel 60b Adv.w. en het EVRM 249
XVII Het tuchtrecht en het EVRM 251
XVII.1 Inleiding 251
XVII.2 Artikel 6 EVRM 251
XVII.3 Artikel 7 EVRM 255
XVII.4 Artikel 8 EVRM 256
XVII.5 Artikel 10 EVRM 257
XVII.6 Artikel 17 EVRM 262
XVII.7 Andere consequentie van het EVRM voor het tuchtrecht 262
XVIII Algemene beschouwingen 263
XVIII.2 Advocatentuchtrecht is geen strafrecht 264
XVIII.2.1 Codificatiebeginsel 266
XVIII.2.2 Ne bis in idem-beginsel 267
XVIII.2.3 Geen straf zonder schuldbeginsel 269
XVIII.2.4 Nemo tenetur-beginsel, Gedragsregel 29 (2018) 269
XVIII.2.5 Onrechtmatig bewijs 271
Jurisprudentieregister 275
Trefwoordenregister 301
Rubrieken
- Advisering
- Algemeen management
- Coaching en trainen
- Communicatie en media
- Economie
- Financieel management
- Inkoop en logistiek
- Internet en social media
- IT-management / ICT
- Juridisch
- Leiderschap
- Marketing
- Mens en maatschappij
- Non-profit
- Ondernemen
- Organisatiekunde
- Personal finance
- Personeelsmanagement
- Persoonlijke effectiviteit
- Projectmanagement
- Psychologie
- Reclame en verkoop
- Strategisch management
- Verandermanagement
- Werk en loopbaan