De bevoor(oor)deelde arbiter
Een onderzoek naar de verplichting tot arbitrale onafhankelijkheid en onpartijdigheid
Paperback Nederlands 2022 1e druk 9789013169676Samenvatting
Dat een arbiter onafhankelijk en onpartijdig dient te zijn, daarover bestaat geen discussie. Minder duidelijk is de vraag wat deze verplichting tot arbitrale onafhankelijkheid en onpartijdigheid precies inhoudt. In dit overzichtswerk staat die vraag centraal. Het resultaat is een compleet, grondig én praktisch naslagwerk.
Een onafhankelijke en onpartijdige arbiter: het lijkt zo’n duidelijke verplichting. Maar wie dieper in de materie duikt, zal zien dat de inhoud ervan lang niet zo eenduidig is. In De bevoor(oor)deelde arbiter staat dan ook de vraag centraal wat die verplichting tot arbitrale onafhankelijkheid en onpartijdigheid precies behelst. Een fascinerende uitgave, waarin zowel bekende als onbekende facetten van dat vraagstuk aan bod komen.
In de publicatie wordt enerzijds ingegaan op een aantal (open) vraagstukken rondom de verplichting tot onafhankelijkheid en onpartijdigheid voor arbiters (denk bijvoorbeeld aan het arbitrale besluitvormingsproces). Anderzijds wordt gekeken hoe de verplichting in arbitrale wet- en regelgeving en (scheids)rechterlijke uitspraken is ingevuld. Hierbij komen tien factoren (zoals bijvoorbeeld een familiaire band of financieel belang) aan bod die de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van arbiters kunnen beïnvloeden. Voor deze uitgebreide bespreking is een grondig literatuur- en (scheids)rechtspraakonderzoek gedaan.
Arbitrale onafhankelijkheid en onpartijdigheid
Wat deze publicatie zo compleet maakt, is de aandacht voor zowel praktische vragen als de theoretische onderbouwing. Het is hierdoor toepasbaar voor iedereen die in de praktijk met deze verplichting te maken heeft én vormt een naslagwerk voor vraagstukken rondom arbitrale onafhankelijkheid en onpartijdigheid.
Ook is er oog voor nieuwe vragen rondom dit thema. Zo wordt ingegaan op hoe wordt omgegaan met issue conflicts en wordt besproken in hoeverre factoren als gender, geloofsovertuiging en politieke overtuiging een rol kunnen spelen in het kader van de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van arbiters. In het onderzoek is bovendien recente arbitrale wet- en regelgeving opgenomen. Er is geen andere uitgave op de markt die zo’n actueel, diepgravend en compleet beeld geeft van dit intrigerende vraagstuk.
De bevoor(oor)deelde arbiter is daarmee dé uitgave voor iedereen die zich bezighoudt met of geïnteresseerd is in arbitrage(recht) en op zoek is naar (meer) inzicht in de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van arbiters.
Specificaties
Lezersrecensies
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1. Inleiding / 1
1.1 Inleiding / 1
1. Introductie / 1
1.2 Onderzoeksvraag en doel van het onderzoek / 2
2. Onderzoeksvraag / 2
3. Doel van het onderzoek / 3
1.3 Methodologie / 4
4. Wijze van onderzoek / 4
5. Opbouw van het onderzoek en toelichting / 6
6. Afbakening / 7
7. Bronnen / 9
8. Kanttekening brongebruik / 11
9. Terminologie / 12
10. Ander (promotie)onderzoek / 14
1.4 Jurisdicties en arbitrage-instituten van onderzoek / 19
11. Opbouw / 19
1.4.1 Jurisdicties van onderzoek / 19
12. Engeland / 19
13. Frankrijk / 22
14. Nederland / 25
15. Zwitserland / 27
1.4.2 Arbitrage-instituten van onderzoek / 30
16. LCIA / 30
17. ICC / 31
18. NAI / 31
19. SAC / 32
Hoofdstuk 2. De arbiter en het scheidsgerecht / 33
2.1 Inleiding / 33
20. ‘Arbitration is only as good as its arbitrators’ / 33
21. Opbouw / 34
2.2 De juridische status van de arbiter: drie theorieën / 35
2.2.1 De status-theorie / 35
22. Arbiters en hun adjudicatieve functie / 35
23. Arbitrale immuniteit / 36
24. De Greenworld-maatstaf en het Qnow-arrest / 37
25. Kanttekeningen bij de zuivere status-theorie / 38
2.2.2 De contract-theorie / 39
26. De contractuele relatie tussen arbiters en partijen / 39
27. Duiding van het arbiter-contract / 40
28. Het arbiter-contract en andere kwalifi caties / 42
2.2.3 De derde theorie / 43
29. Een gulden middenweg / 43
2.3 Het scheidsgerecht: omvang en benoeming / 44
30. Algemeen / 44
31. Een (on)even aantal arbiters / 44
32. De benoeming van arbiters / 46
33. Een bevoorrechte positie bij de benoeming / 47
2.4 Het arbitrale besluitvormingsproces / 49
34. Algemeen / 49
35. Onbewuste beïnvloeding tijdens het besluitvormingsproces / 51
36. Vijf verschijningsvormen van onbewuste beïnvloeding / 52
2.4.1 Een voorlopig oordeel / 53
37. De vraag naar de (on)toelaatbaarheid van een voorlopig oordeel / 53
38. Een voorlopig oordeel tijdens het beproeven van een schikking / 55
2.4.2 Het geheim van arbitrale raadkamer / 56
39. Algemeen / 56
40. De reikwijdte van het geheim van arbitrale raadkamer / 57
41. Open (vraag)punten / 60
2.4.3 De dissenting opinion / 61
42. Algemeen / 61
43. De (on)verenigbaarheid van een dissenting opinion met de verplichting tot arbitrale onafhankelijkheid en onpartijdigheid / 62
2.5 Uitgelichte actoren / 63
44. Opbouw / 63
2.5.1 De voorzitter van een scheidsgerecht / 64
45. Algemeen / 64
46. De nationaliteit van de voorzitter / 64
47. Takenpakket / 65
48. Een doorslaggevende stem? / 66
49. ‘Gouverner, c’est prévoir’ / 67
2.5.2 De partij-arbiter / 68
50. Partij-arbitrage / 68
51. De partij-arbiter in de Verenigde Staten / 69
52. Een andere maatstaf ter beoordeling van de onafhankelijkheid en onpartijdigheid? / 71
53. Voor- en tegenstanders van partij-arbitrage / 72
54. Ter afsluiting / 73
2.5.3 De secretaris / 74
55. Algemeen / 74
56. UNCITRAL en arbitrage-instituten over de rol van de secretaris / 75
57. Overheidsrechters over de rol van de secretaris / 77
58. Slotsom / 82
2.6 Samenvatting / 83
59. Overzicht van bevindingen / 83
Hoofdstuk 3. Arbitrage en de verplichting tot onafhankelijkheid en onpartijdigheid / 87
3.1 Inleiding / 87
60. ‘Judges, like Caesar’s wife, should be above suspicion’ / 87
61. Arbitrage in opkomst / 88
62. Opbouw / 89
3.2 Verkenning en afbakening / 90
3.2.1 Horizontaal: een onafhankelijk en/of onpartijdig scheidsgerecht / 90
63. Algemeen / 90
64. Onderscheid? / 91
3.2.2 Verticaal: een onafhankelijk en/of onpartijdig (eind)oordeel / 93
65. De ICSID Convention 2006 en de verplichting ‘to exercise independent judgment’ / 93
66. Een ‘impartial judgment’ / 94
67. Onderscheid? / 94
3.3 Achtergrond van de verplichting tot onafhankelijkheid en onpartijdigheid voor arbiters / 96
68. Opbouw / 96
3.3.1 Ratio en twee uitgangspunten / 96
69. Algemeen / 96
70. De brede noemer ‘natural justice’ / 97
71. Twee uitgangspunten / 99
3.3.2 Het belang van een onafhankelijke en onpartijdige arbiter / 101
72. Pluraliteit van belangen / 101
3.2.3 Temporele reikwijdte van de verplichting tot arbitrale onafhankelijkheid en onpartijdigheid / 103
73. De verplichting tot arbitrale onafhankelijkheid en onpartijdigheid: een open einde? / 103
74. General Standard 1 van de IBA Guidelines on Confl icts of Interest 2014 / 104
75. Een ruime(re) opvatting / 105
3.4 Invulling van de verplichting tot onafhankelijkheid en onpartijdigheid voor arbiters / 107
76. Opbouw / 107
3.4.1 Invulling aan de hand van wet- en regelgeving voor overheidsrechters / 107
77. Algemeen / 107
78. Congruente maatstaven? / 108
3.4.2 Invulling aan de hand van het openbare orde-begrip / 109
79. Algemeen / 109
80. Arbitragewetgeving van de vier jurisdicties van onderzoek / 110
3.4.3 Invulling op basis van hetgeen partijen zijn overeengekomen / 111
81. Contractuele invulling van de verplichting tot arbitrale onafhankelijkheid en onpartijdigheid / 111
82. Reikwijdte van de contractuele partijautonomie / 113
3.4.4 Arbitrale zelfregulering / 113
83. Een intrinsieke overtuiging / 113
84. Het opleggen van ‘wenselijk’ gedrag / 114
3.5 Andere begrippen / 115
85. Opbouw / 115
3.5.1 Neutraliteit / 115
86. Etymologie / 115
87. Betekenis in het kader van (handels)arbitrage: een neutrale nationaliteit / 116
88. Neutraliteit en partij-arbitrage / 117
3.5.2 Objectiviteit / 118
89. Etymologie / 118
90. Betekenis in het kader van (handels)arbitrage / 118
3.5.3 Integriteit / 120
91. Etymologie / 120
92. Betekenis in het kader van (handels)arbitrage / 121
3.6 Samenvatting / 123
93. Overzicht van bevindingen / 123
Hoofdstuk 4. De verplichting tot onafhankelijkheid en onpartijdigheid voor arbiters / 127
4.1 Inleiding / 127
94. Ariadne’s draad / 127
95. Opbouw / 128
4.2 Regelingen op mondiaal niveau / 128
96. Opbouw / 128
4.2.1 UNCITRAL: Arbitration Rules en Model Law / 129
97. Arbitration Rules: totstandkoming en herziening / 129
98. Arbitration Rules en de verplichting tot arbitrale onafhankelijkheid en onpartijdigheid / 131
99. Model Law: totstandkoming / 133
100. Model Law en de verplichting tot arbitrale onafhankelijkheid en onpartijdigheid / 135
4.2.2 Verdrag van New York 1958 / 137
101. De verplichting tot arbitrale onafhankelijkheid en onpartijdigheid / 137
4.2.3 IBA: Rules of Ethics for International Arbitrators en Guidelines / 138
102. IBA Rules of Ethics for International Arbitrators 1987 / 138
103. IBA Guidelines on Confl icts of Interest 2004 en 2014 / 139
104. Overheidsrechters en (het gewicht van) de IBA Guidelines / 141
105. Arbitrage-instituten en (het gewicht van) de IBA Guidelines / 143
106. Slotsom / 145
4.2.4 ICSID / 146
107. Artikel 14 lid 1 ICSID Convention 2006 / 146
108. Artikel 57 ICSID Convention 2006 / 147
109. Disclosure? / 149
110. Artikel 52 ICSID Convention 2006 / 149
4.2.5 Internationale regelingen gericht tot overheidsrechters / 150
111. Algemeen / 150
4.3 Regelingen op regionaal niveau / 153
112. Opbouw / 153
4.3.1 EVRM / 153
113. Algemeen / 153
114. Artikel 6 EVRM en arbitrage / 154
4.3.2 Handvest van de grondrechten van de Europese Unie / 156
115. Algemeen / 156
116. Artikel 47 EU-Handvest en arbitrage / 157
4.3.3 American Convention on Human Rights / 158
117. Algemeen / 158
118. Artikel 8 American Convention on Human Rights en arbitrage / 159
4.4 Wetgeving op nationaal niveau / 160
119. Opbouw / 160
4.4.1 Engeland / 160
120. Arbitration Act 1996, het begrip ‘impartiality’ en ‘removal’ van een arbiter / 160
121. Vernietiging van arbitrale uitspraken / 162
122. Maatstaf om te beoordelen of sprake is van arbitrale (on)partijdigheid: jurisprudentie / 162
123. Disclosure-verplichting? / 164
4.4.2 Frankrijk / 165
124. Een algemene verplichting tot arbitrale onafhankelijkheid en onpartijdigheid / 165
125. Disclosure-verplichting / 166
126. Wraking en de maatstaf om te beoordelen of sprake is van arbitrale (on)- afhankelijkheid en (on)partijdigheid / 168
127. Vernietiging van arbitrale uitspraken / 170
4.4.3 Nederland / 170
128. Een algemene verplichting tot arbitrale onafhankelijkheid en onpartijdigheid / 170
129. Wraking / 171
130. Maatstaf om te beoordelen of sprake is van arbitrale (on)afhankelijkheid en (on)partijdigheid / 173
131. Vernietiging van arbitrale uitspraken / 175
132. Disclosure-verplichting / 177
133. Partij-arbiters en andere arbiters / 177
4.4.4 Zwitserland / 178
134. Een constitutionele verplichting tot arbitrale onafhankelijkheid en onpartijdigheid / 178
135. Wraking / 179
136. Maatstaf om te beoordelen of sprake is van arbitrale (on)afhankelijkheid en (on)partijdigheid / 180
137. Vernietiging van arbitrale uitspraken / 181
138. Disclosure-verplichting / 182
139. Partij-arbiters en andere arbiters / 183
4.5 Regelgeving op institutioneel niveau / 184
140. Opbouw / 184
4.5.1 LCIA / 184
141. Een algemene verplichting tot arbitrale onafhankelijkheid en onpartijdigheid / 184
142. Disclosure-verplichting en wraking / 186
4.5.2 ICC / 186
143. Een algemene verplichting tot arbitrale onafhankelijkheid en onpartijdigheid / 186
144. Disclosure-verplichting en wraking / 188
4.5.3 NAI / 189
145. Een algemene verplichting tot arbitrale onafhankelijkheid en onpartijdigheid / 189
146. Disclosure-verplichting en wraking / 190
4.5.4 SAC / 191
147. Een algemene verplichting tot arbitrale onafhankelijkheid en onpartijdigheid, disclosure-verplichting en wraking / 191
4.6 Partijautonomie en de verplichting tot arbitrale onafhankelijkheid en onpartijdigheid / 192
148. Opbouw / 192
4.6.1 Partijautonomie en de vrijheid om de arbitrale procedure vorm te geven / 193
149. Algemeen / 193
150. De ‘gedingvoeringsvrijheid’ in arbitrale wet- en regelgeving: partijautonomie / 193
151. De ‘gedingvoeringsvrijheid’ in arbitrale wet- en regelgeving en het scheidsgerecht / 197
4.6.2 Toepasselijk recht en de verplichting tot onafhankelijkheid en onpartijdigheid / 199
152. Bepaling en reikwijdte van het toepasselijk recht / 199
4.6.3 Afstand van het recht op een onafhankelijke en/of onpartijdige arbiter / 201
153. Terminologie / 201
154. Een verbod op het doen van afstand? / 202
155. De reikwijdte van een verbod tot het doen van afstand / 204
156. Afstand (doen) in het kader van een schikkingsovereenkomst / 205
4.6.4 De advance waiver / 205
157. Algemeen / 205
158. Terughoudendheid ten aanzien van advance waivers bij arbitrage-instituten / 206
159. Slotsom / 208
4.7 Samenvatting / 209
160. Opbouw / 209
161. Regelingen op mondiaal niveau / 209
162. Regelingen op regionaal niveau / 210
163. Wetgeving en jurisprudentie op nationaal niveau / 211
164. Regelgeving op institutioneel niveau / 212
165. Partijautonomie en de verplichting tot arbitrale onafhankelijkheid en onpartijdigheid / 212
Hoofdstuk 5. Endogene factoren / 215
5.1 Inleiding / 215
166. Het eiland Aegina / 215
167. Opbouw / 216
5.2 Opbouw en methode / 216
168. Algemeen / 216
5.3 Gender / 218
5.3.1 Inleiding / 218
169. Aandacht voor diversiteit in de arbitragewereld / 218
170. Het belang van (meer) genderdiversiteit? / 220
171. Vier situaties / 221
172. Verband tussen de factor en de arbitrale onafhankelijkheid en/of onpartijdigheid / 222
5.3.2 Invulling: arbitrale wet- en regelgeving en (scheids)rechterlijke uitspraken / 223
173. Arbitrale wet- en regelgeving en (scheids)rechterlijke uitspraken: geen rechtstreeks verband / 223
174. De wijze van arbitrale besluitvorming / 224
175. Het verschijnsel gender bias / 227
176. Jurisprudentiële voorbeelden van een geslaagd beroep op gender bias / 229
177. Arbitrale gender bias en de disclosure-verplichting / 232
5.3.3 Deelconclusie / 233
178. Weinig aandacht voor gender bias / 233
5.4 Nationaliteit / 234
5.4.1 Inleiding / 234
179. Eén uitgangspunt / 234
180. Etymologie en de betekenis van het begrip ‘nationaliteit’ / 235
181. Verband tussen de factor en de arbitrale onafhankelijkheid en/of onpartijdigheid / 236
182. Nationaliteit: een ware endogene factor? / 238
5.4.2 Invulling: arbitrale wet- en regelgeving / 239
183. Algemeen / 239
184. LCIA / 240
185. ICC / 242
186. NAI / 244
187. UNCITRAL / 244
188. ICSID / 246
5.4.3 Invulling: (scheids)rechterlijke uitspraken / 248
189. Algemeen / 248
190. De objectieve nationaliteit / 249
191. De subjectieve nationaliteit: vier categorieën / 250
191a. Geografi sche verbondenheid / 251
191b. Culturele verbondenheid / 253
191c. Juridische verbondenheid / 253
191d. Vereenzelviging / 256
192. Een diagonale verhouding / 258
193. Het nationale scheidsgerecht / 259
5.4.4 Deelconclusie / 260
194. Pleidooi voor een ruimere uitleg van het begrip ‘nationaliteit’ / 260
5.5 De familiaire band / 261
5.5.1 Inleiding / 261
195. Etymologie en de betekenis van het begrip ‘familiaire’ / 261
196. Verband tussen de factor en de arbitrale onafhankelijkheid en/of onpartijdigheid / 263
197. De familiaire band op zichzelf beschouwd / 265
198. De factor en de omstandigheden van het geval: een optelsom? / 266
5.5.2 Invulling: arbitrale wet- en regelgeving / 268
199. Onderscheid / 268
200. De familiaire band in het kader van de benoemingsfase: de directe wijze / 269
201. De familiaire band in het kader van de benoemingsfase: de indirecte wijze / 270
202. De familiaire band tijdens de arbitrage / 272
5.5.3 Invulling: (scheids)rechterlijke uitspraken / 275
203. Opbouw / 275
204. De familiaire band en de disclosure-verplichting / 275
205. De familiaire band tijdens de arbitrage / 278
206. De familiaire band na afl oop van de arbitrage / 281
5.5.4 Deelconclusie / 284
207. Pleidooi voor een ruimere interpretatie van de factor / 284
208. De omstandigheden van het geval / 284
209. De factor en de verschillende fasen van een arbitrage / 285
5.6 De geloofsovertuiging / 286
5.6.1 Inleiding / 286
210. Algemeen / 286
5.6.2 Invulling: (scheids)rechterlijke uitspraken / 287
211. De factor op zichzelf genomen / 287
212. Een gebrek aan (scheids)rechterlijke uitspraken / 287
213. De geloofsovertuiging: een ware endogene factor? / 288
214. De invloed van een geloofsovertuiging / 290
5.6.3 Deelconclusie / 291
215. Meer oog voor de geloofsovertuiging van een arbiter? / 291
5.7 De politieke overtuiging / 292
216. Algemeen / 292
5.7.1 Invulling: arbitrale regelgeving en (scheids)rechterlijke uitspraken / 292
217. Arbitrale wet- en regelgeving / 292
218. Twee beslissingen van het ICC Court / 293
219. De politieke overtuiging van een overheidsrechter / 293
5.7.2 Deelconclusie / 296
220. Meer oog voor de politieke opvatting van een arbiter? / 296
5.8 Samenvatting / 297
221. Overzicht van bevindingen / 297
Hoofdstuk 6. Exogene factoren / 299
6.1 Inleiding / 299
222. De strijd om een gouden appel / 299
223. Opbouw / 300
6.2 Opbouw en methode / 301
224. Algemeen / 301
6.3 Het fi nancieel belang / 303
6.3.1 Inleiding / 303
225. Algemeen / 303
226. Verband tussen de factor en de arbitrale onafhankelijkheid en/of onpartijdigheid / 305
227. Is de factor absoluut van aard? / 307
228. Een potpourri van gezichtspunten / 308
229. Tussenconclusie / 310
6.3.2 De verticale band: een verrichte dienst / 310
230. Opbouw / 310
231. Invulling: enige arbitrale wet- en regelgeving / 311
232. Invulling aan de hand van (scheids)rechterlijke uitspraken: een verrichte dienst leidt tot arbitrale vooringenomenheid / 312
233. Invulling aan de hand van (scheids)rechterlijke uitspraken: de verrichte dienst leidt in casu niet tot arbitrale vooringenomenheid / 314
234. Een eerste observatie en het belang van het bekend zijn met het (dienst)-verband / 317
235. Een dubbelrol tijdens de arbitrage en een (dienstver)band na de arbitrage / 319
236. Deelconclusie / 321
6.3.3 De horizontale band: een gezamenlijk belang / 322
237. Opbouw / 322
238. Invulling: enige arbitrale regelgeving / 322
239. Situatie 1: een gezamenlijke investering / 324
240. Situatie 2: een duobaan / 326
241. Situatie 3: het bezit van aandelen door de arbiter / 327
242. Deelconclusie / 329
6.3.4 De diagonale band: de arbiter en een derde partij / 329
243. Opbouw / 329
244. Situatie 1: de arbiter heeft een band met een derde partij die tot hetzelfde concern behoort als één van de partijen in de arbitrage / 330
245. Situatie 2: de arbiter heeft een band met een derde partij die de concurrent is van één van de partijen in de arbitrage / 332
246. Situatie 3: de arbiter heeft een band met een partij die één van de partijen wil overnemen of dit tijdens de arbitrage heeft gedaan / 334
247. Situatie 4: de arbiter heeft een band met een partij die indirect optreedt als procesfi nancier / 336
248. Deelconclusie / 339
6.3.5 Het eigenbelang / 339
249. Opbouw / 339
250. Invulling: enige arbitrale regelgeving / 339
251. Invulling: arbitrale wet- en regelgeving met betrekking tot het honorarium van de arbiter / 340
252. Situatie 1: het honorarium van de arbiter / 343
253. Situatie 2: het verstrekken of ontvangen van een geldlening / 345
254. Situatie 3: de pensioen- of verzekeringsaanspraak / 346
255. Deelconclusie / 347
6.3.6 De afgeleide relatie / 347
256. Opbouw / 347
257. Invulling: een gebrek aan arbitrale wet- en regelgeving / 348
258. Invulling: er is sprake van vereenzelviging en daarmee van arbitrale vooringenomenheid / 350
259. Invulling: de enkele omstandigheid dat sprake is van vereenzelviging leidt niet tot het oordeel dat sprake is van arbitrale vooringenomenheid / 355
260. Vereenzelviging en de omstandigheden van het geval / 355
261. De zaak J&P Avax v. Tecnimont / 358
262. Vereenzelviging in het kader van een samenwerkingsverband tussen advocatenkantoren / 361
263. Deelconclusie / 362
6.3.7 Deelconclusie / 363
264. Overzicht van bevindingen / 363
6.4 De herbenoeming / 365
6.4.1 Inleiding / 365
265. Opbouw / 365
266. Terminologie / 366
267. Argumenten die pleiten voor de stelling dat sprake is van een verband tussen de factor en de arbitrale onafhankelijkheid en/of onpartijdigheid / 368
268. Andere geluiden / 370
269. De factor en partijautonomie / 371
6.4.2 Invulling: enige arbitrale wet- en regelgeving / 373
270. De IBA Guidelines 2014 en de IBA Rules of Ethics for International Arbitrators 1987 / 373
271. De ICC en de International Cotton Association / 375
6.4.3 Invulling: (scheids)rechterlijke uitspraken / 376
272. Opbouw / 376
273. Een algemene vraag / 376
274. Eén kwantitatieve benadering? / 377
275. Een kwalitatieve benadering / 378
276. Gezichtspunt 1 - fi nanciële (on)afhankelijkheid / 382
277. Gezichtspunt 2 - beschikbare kennis / 386
278. Gezichtspunt 3 - tijd / 393
279. Gezichtspunt 4 - de arbitrale besluitvorming / 395
280. Uitbreiding van de disclosure-verplichting? / 398
281. De inhoud en reikwijdte van de disclosure-verplichting / 399
282. Een onderzoeksplicht voor arbiters? / 401
283. Een onderzoeksplicht voor partijen? / 402
6.4.4 Deelconclusie / 404
284. Overzicht van bevindingen / 404
6.5 Het issue conflict / 406
6.5.1 Inleiding / 406
285. Intellectuele vooringenomenheid / 406
286. Opbouw / 408
287. Begripsafbakening / 409
288. Verband tussen de factor en de arbitrale onafhankelijkheid en/of onpartijdigheid / 411
289. Absolute en relatieve vooringenomenheid / 413
290. De subjectieve aard van de factor / 417
291. Op zoek naar de grenzen van het (on)toelaatbare issue confl ict: vier gezichtspunten / 419
292. Enige arbitrale wet- en regelgeving / 424
6.5.2 Verschijningsvorm 1: arbiter ർ advocaat / 425
293. Algemeen / 425
294. Invulling: arbitrale regelgeving / 425
295. Invulling: (scheids)rechterlijke uitspraken / 426
296. De zaak Telekom Malaysia Berhad v. Ghana / 428
297. Nadruk op de hoedanigheid van de arbiter / 429
298. De zaak Blue Bank International & Trust (Barbados) Ltd. v. The Bolivarian Republic of Venezuela / 433
6.5.3 Verschijningsvorm 2: arbiter ർ arbiter / 434
299. Algemeen / 434
300. Invulling: arbitrale regelgeving en (scheids)rechterlijke uitspraken / 434
301. Situatie 1: de arbiter treedt gelijktijdig op in meerdere arbitrages tegen dezelfde partij / 436
302. Situatie 2: de arbiter treedt gelijktijdig op in meerdere arbitrages met eenzelfde rechtsvraag / 438
303. Situatie 3: de arbiter treedt gelijktijdig op in meerdere arbitrages rondom dezelfde feiten / 439
304. Situatie 4: de arbiter heeft reeds eerder (mede) arbitraal vonnis gewezen / 441
305. Situatie 5: de arbiter heeft reeds eerder opgetreden in een arbitrage met eenzelfde rechtsvraag / 443
306. Situatie 5 en de zaak Mutu v. Chelsea Football Club Limited / 447
307. Situatie 5 en het ICC Court / 448
6.5.4 Verschijningsvorm 3: arbiter ർ (partij)deskundige / 449
308. Algemeen / 449
309. Invulling: arbitrale regelgeving / 450
310. Invulling: (scheids)rechterlijke uitspraken / 450
6.5.5 Verschijningsvorm 4: arbiter ർ de publicatie / 453
311. Algemeen / 453
312. Invulling: arbitrale regelgeving / 454
313. Invulling: (scheids)rechterlijke uitspraken / 455
314. Verschijningsvorm 4 en uit(lat)ingen door een arbiter tijdens de arbitrageprocedure / 458
6.5.6 Deelconclusie / 460
315. Overzicht van bevindingen / 460
6.6 De nauwe persoonlijke band / 463
6.6.1 Inleiding / 463
316. Opbouw / 463
317. Begripsverkenning / 463
318. Verband tussen de factor en de arbitrale onafhankelijkheid en/of onpartijdigheid / 464
6.6.2 Invulling: enige arbitrale wet- en regelgeving / 466
319. Algemeen / 466
320. De factor in het kader van de disclosure-verplichting / 467
6.6.3 Invulling: (scheids)rechterlijke uitspraken / 469
321. Opbouw / 469
322. Een nauwe persoonlijke band is (g)een bewijs van arbitrale vooringenomenheid / 469
323. Drie observaties / 471
324. Omstandigheid 1: een werkrelatie / 473
325. Omstandigheid 1 en de zaak Universal Compression International Holdings, S.L.U. v. The Bolivarian Republic of Venezuela / 475
326. Omstandigheid 2: het gezamenlijk uitoefenen van één (of meer) activiteit(en) / 477
326a. Beoefening van het recht / 477
326b. Lidmaatschap / 478
327. Omstandigheid 3: een gedeeld studieverleden / 480
328. Omstandigheid 4: de omgangsvorm / 481
328a. Tutoyeren / 482
328b. De privésfeer / 483
329. Omstandigheid 5: een digitale band / 486
330. Een zijpad: een nauwe persoonlijke band tussen de arbiters onderling / 489
6.6.4 Deelconclusie / 490
331. Overzicht van bevindingen / 490
6.7 De institutionele band / 493
6.7.1 Inleiding / 493
332. Opbouw / 493
333. Institutionele (on)afhankelijkheid / 494
334. Een verplichting tot onafhankelijkheid en onpartijdigheid voor arbitrage-instituten? / 496
6.7.2 Invulling: enige arbitrale regelgeving / 497
335. Nadruk op ex ante-regulering / 497
336. Belangenverstrengeling tussen een arbiter en een lid van het Arbitration Court / 498
6.7.3 Invulling: (scheids)rechterlijke uitspraken / 501
337. Algemeen en opbouw / 501
338. Situatie 1: een dubbelfunctie van de arbiter / 502
339. Een zijpad: de dubbelfunctie van een advocaat en het (ver)nietig(bar)e arbitragebeding / 504
340. Situatie 2: een fi nanciële band tussen de arbiter en het arbitrage-instituut / 506
341. Situatie 3: het vraagstuk van de institutionele (on)afhankelijkheid / 508
6.7.4 Deelconclusie / 510
342. Overzicht van bevindingen / 510
6.8 Samenvatting / 511
343. Opbouw / 511
344. De factor van het fi nancieel belang / 511
345. De factor van de herbenoeming / 513
346. De factor van het issue confl ict / 514
347. De factor van de nauwe persoonlijke band / 516
348. De factor van de institutionele band / 517
Hoofdstuk 7. Conclusie / 519
7.1 De onderzoeksvraag / 519
349. Facetten / 519
350. Bronnen van verscheidenheid / 520
7.2 De invulling van de verplichting tot arbitrale onafhankelijkheid en onpartijdigheid / 523
351. Opbouw / 523
7.2.1 Observaties vooraf / 523
352. Observatie 1: de omstandigheden van het geval en de (af)weging / 523
353. Observatie 2: de bijzondere context van de arbitrage en andere arbitrage-karakteristieken / 525
7.2.2 Bevindingen / 527
354. Categorie 1: factoren die nauw verweven zijn met de omstandigheden van het geval / 527
355. Categorie 2: factoren die niet (langer) de lading dekken / 529
356. Categorie 3: nieuwe factoren die hun intrede (kunnen) doen in handelsarbitrages / 530
7.3 Ter afsluiting / 532
357. Een pleidooi voor (meer) duidelijkheid / 532
Summary / 537
Literatuur / 545
Jurisprudentieregister / 595
Trefwoordenregister / 617
Curriculum vitae / 625
Rubrieken
- advisering
- algemeen management
- coaching en trainen
- communicatie en media
- economie
- financieel management
- inkoop en logistiek
- internet en social media
- it-management / ict
- juridisch
- leiderschap
- marketing
- mens en maatschappij
- non-profit
- ondernemen
- organisatiekunde
- personal finance
- personeelsmanagement
- persoonlijke effectiviteit
- projectmanagement
- psychologie
- reclame en verkoop
- strategisch management
- verandermanagement
- werk en loopbaan