Dat er veranderingen gewenst zijn in ons westerse onderwijsstelsel staat al jaren als een paal boven water. Het Nieuwe Leren dat een aantal jaren geleden in het middelbaar onderwijs is geïntroduceerd, staat al weer ter discussie. Het 'experiment' is meteen breed uitgerold en wordt aangeboden aan alle leerlingen. Dat was een groot en uiteindelijk onoverkomelijk risico.
De huidige staatssecretaris van Onderwijs, Sharon Dijksma, heeft de Canadese onderwijsadviseur Michael Fullan aangetrokken om het Nederlands basisonderwijs te adviseren. Een aantal schooldirecteuren reist af naar Canada (a raison van €2.250 meldt de Telegraaf) om de verander resultaten van Fullan in de praktijk met eigen ogen te zien. Kan dat nou niet anders? Jazeker, en wel met het volgende leespakket.
Op strategisch niveau leggen Russell Ackoff en Daniel Greenberg in Turning Learning Right Side up uit wat er fundamenteel scheelt aan het Amerikaanse onderwijsstelsel: het is als ondersteuning van het Industriële Tijdperk niet met zijn tijd meegegaan. Dit stelsel is klassikaal ingericht, met een duidelijke directieve hoofdrol voor de 'alwetende' leerkracht. Dit stelsel is in de 19de eeuw gestart om aan de kennisvraag van de fabriek te kunnen voldoen. In de 20ste eeuw is dit verfijnd om de opkomst van het kantoorpersoneel te ondersteunen. Er is een systeem van kennisoverdracht en toetsing geïnstitutionaliseerd dat zich richt op de 'gemiddelde' leerling. Zowel aan de boven- als onderkant van dit stelsel zijn veel uitvallers. In de Verenigde Staten valt 50% van de leerlingen uit in de tijd voor ze 18 jaar zijn.
Een duidelijk teken is de huidige trend in het Nederlandse VMBO is om meer en meer praktijk en individueel gericht te werken. De huidige kenniseconomie vraagt echter om een onderwijssysteem dat levenslang leren ondersteund. 'The school, in short, is a place where freedom is cherished, where mutual respect is the norm, where children and adults are comfortable with each other, and where learning is integrated into life at all times.'
Een tweede belangrijke kenmerk (dat overigens gedeeld wordt door de twee andere werken uit dit 'Onderwijs 2.0'-leespakket) is dat de mogelijkheden om te leren de laatste twintig jaar zijn veranderd. De jeugd van tegenwoordig maakt massaal gebruik van Internet en gaming om kennis op te doen, contacten te leggen en samen te leren.
Don Tapscott gaat in zijn nieuwe boek Grown Up Digital in het hoofdstuk 'The Net Generation as Learners' uitgebreid in op deze vernieuwing. 'The teachers are no longer the fountain of knowledge; the Internet is.' De Net-generatie (lees ook het artikel Growing Up Revisited) gebruikt inmiddels op brede schaal toepassing om te leren. Sociale netwerken (peer collaboration) ondersteunen dit, online role playing games kunnen alleen goed gespeeld worden door samen te werken.
De meest uitgesproken en onderbouwde mening is te vinden in Disrupting Class van Clayton Christensen, Michael Horn en Curtis Johnson. In het achtergrond artikel Het Innovatie Dilemma kunt u meer lezen over de kracht van ontwrichtende innovatieve technologieën en de achterliggende structuur. In dit boek gaat Christensen door de onderwijsgeschiedenis. Daarnaast biedt hij een intrigerend model om in het onderwijs gebruik te maken van de kracht van de moderne platformen. PC’s hebben nauwelijks innovatie gebracht. De combinatie met het Internet (goedkoop, breed beschikbaar) geeft Christensen hoop. Hij laat verder zien dat het type innovatie dat het onderwijs te wachten staat, naar studentgericht leren, een enorme impact zal hebben. Dit leent zich nauwelijks tot wijzigingen binnen de bestaande structuur. Het is een veranderproces dat zich op ‘business model’-niveau moet voltrekken en daar autonoom moet worden georganiseerd. Geslaagde experimenten de laatste jaren zijn alleen maar tot stand gekomen door deze buiten het bestaande onderwijs op te zetten. (Dit geeft tevens een verklaring waarom het Nieuwe Leren in Nederland moest mislukken.)
Innovatieve modellen zullen volgens Christensen verder komen van bedrijven die platformen durven op te zetten waar brede groepen gebruikers: leerlingen - leerkrachten, ouders en andere belangstellenden - content (informatie, vragen enzovoort) kunnen toevoegen, maar ook als begeleider kunnen dienen.
Zijn dit nu ontwikkelingen zijn die de wereld van het boek raken? Jazeker. En wel de opkomst van online platforms die mensen op een interactieve, betrokken manier helpen te leren. Daar hoeft geen boek aan te pas te komen. Tekst op scherm, beeld en geluid het zal voldoende blijken voor een levenslang leren.
Over Bertrand Weegenaar
Bertrand Weegenaar is als hogeschooldocent HBO-ICT werkzaam op Windesheim. Zijn voorliefde ligt bij de onderwerpen strategie, marketing, geschiedenis; biografieën en internet; e-business.