Had u voorzien dat uw boek zou verschijnen aan het begin van een economische recessie?
De kredietcrisis brak uit in de zomer van 2007. Toen waren Roger Peverelli en ik al met onze research bezig. Ingewijden wisten al langer dat er iets structureel verkeerd zat. Naarmate we vorderden, werd steeds duidelijker hoe ernstig het probleem was. Tot nu toe hebben alle banken bij elkaar nu zo’n 1000 miljard verloren. Ze hebben voor 400 miljard afgeschreven. Nog 600 te gaan, zou je zeggen. Maar in feite is dat tekort al lang aangezuiverd: door staatsbedrijven uit China, door beleggers uit Singapore, door oliebaronnen uit Rusland. Achteraf zal blijken dat de ware betekenis van de kredietcrisis niet zit in de geleden verliezen, maar in de verschuiving van de machtsverhoudingen die daar op is gevolgd.
Denkt u dat het een diepe en langdurige recessie wordt?
Eerdere recessie kwamen in overgangsperiodes op het gebied van de technologie en konden wel twintig tot dertig jaar duren. Met de lessen die we in de afgelopen 200 jaar hebben geleerd, kunnen we deze beperken tot twee jaar. Maar dat vergt gedurfd leiderschap. Als in 2010 de wereldeconomie weer aantrekt, zul je zien dat de olieprijs naar een recordhoogte gaat. Landen die de komende twee jaar niet gebruiken om zich minder afhankelijk te maken van olie, blijven dan langer in de recessie hangen. Het kabinet en het bedrijfsleven moeten echt werk gaan maken van de nieuwe energie-economie. Zoals nu, gaat het te traag. gaat nu te traag. Terwijl het gras groeit, sterft het paard.
In uw boek kijkt u niet alleen ver vooruit, maar ook ver terug in het verleden. Wat kunnen we leren van de oude Egyptenaren?
Money makes the world go ‘round. Wij denken dat de financiële instellingen terug moeten naar hun roots. De eerste banken waren graanpakhuizen in het Midden-Oosten, de wieg van de westerse beschaving. In een wereld waar alleen maar ruilhandel bestond, maakten die het voor het eerst mogelijk om op grotere schaal commercie te ontwikkelen. Het ging er niet om de eigen zakken te spekken maar om de economie te stimuleren zodat de samenleving als geheel zich verder kon ontwikkelen. De afgelopen decennia is er in de financiële wereld een cultuur gegroeid die uitlokt dat mensen op verantwoordelijke posities onverantwoorde risico’s nemen. Dat is volstrekt bezopen. Wij zeggen: laten we de schok die daaruit is ontstaan aangrijpen om onze doelen te herijken en om onze manier van werken te vernieuwen.
U wilt niet alleen de toekomst in kaart brengen, u heeft ook een opvatting over hoe die toekomst er uit zou moeten zien. In die zin is uw analyse niet bepaald waardenvrij.
Het fundament van ons verhaal ligt in empirisch onderzoek, gewoon in feiten en cijfers. Daarnaast hebben we heel veel mensen geïnterviewd, van binnen en van buiten de branche. En we hebben de scenario’s gebruikt die de specialisten van de Shell hebben ontwikkeld. Dat is allemaal redelijk objectief. Vervolgens zijn we creatief genoeg om daardoor op ideeën te komen, waar we onze lezers graag in mee laten delen. Maar we zijn niet zo dom om daarbij niet aan te geven wat wel en niet haalbaar lijkt. Dat het beloningssysteem op de helling gaat, is een ding dat zeker is. De vraag is alleen hoe lang dat nog gaat duren. Dat ieder mens één pincode zou moeten hebben die toegang geeft tot alle financiële diensten is wat ons betreft een logische gedachte, maar we hebben ons ervan laten overtuigen dat het al blij moeten zijn als dat over twintig jaar voor de Europese Unie is geregeld.
U kijkt niet alleen naar het heden maar ook naar het verleden, en u beperkt zich niet tot Nederland of tot Europa maar u bekijkt het wereldwijd. Hoe maken we de vergezichten die daaruit ontstaan weer concreet?
Alle trends die we signaleren kun je terugbrengen naar de praktijk van alledag. Een voorbeeld. Natuurlijk gaat internet nog een veel grotere rol spelen dan het nu al doet. Dat geeft toegang tot producten en diensten van aanbieders over de hele wereld. In die zin gaat de mondialisering heel ver. Maar aan de andere kant zie je ook dat er een herwaardering plaatsvindt van het lokale, van wat eigen is aan de streek. Mensen zoeken de geur en de warmte van het eigen nest. Daar liggen kansen voor lokale banken en bankjes. Maar om daar echt van te profiteren moeten die lokale banken zich wel veel meer pro-actief opstellen. Ondernemers bij elkaar brengen, hen wijzen op nieuwe mogelijkheden, hen helpen om kansen te verzilveren.
Die dubbele beweging van aan de ene kant mondialisering en aan de andere kant regionalisering, heeft dat ook gevolgen voor hoe je jezelf als financiële instelling in de markt zet?
Absoluut. Ken je top-10 van gelukkigste regio’s in Europa? Twee daarvan blijken in Nederland te liggen. Twente en Oost-Groningen. Dat heeft te maken te met het landschap - dat lege en weidse doet iets met de mensen - en met de saamhorigheid die daar nog bestaat. Dat maakt dat mensen zich verbonden voelen met hun streek en trots zijn op hun herkomst. Als je daar als grote financiële multinational een aantal vestigingen hebt, zou het best eens kunnen lonen om dat de Twentse Bank te noemen of de Winschoter Bank. En dan ga je kijken wat je vanuit jouw positie kunt doen om je klanten daar optimaal te bedienen en de economie van die regio een slinger te geven.
Bent u dan niet bang voor de reactie dat een bank zich ondertussen ook nog gewoon aan de regels moet houden en dat ze het wel allemaal moeten kunnen verantwoorden tegenover de toezichthouders?
Alle achting voor de toezichthouders! De presentatie van ons boek vond niet voor niets plaats bij De Nederlandse Bank. De regels waar banken zich aan moeten houden worden steeds strenger en de toezichthouders zijn scherper dan ooit. Maar banken hebben nog steeds volop ruimte voor ondernemerschap. Ze hoeven niet alles zelf te doen. Aegon rolt in Japan zijn pensioenen uit via Sony PlayStation, niet via een lokale verzekeraar. Heel creatief, en geen toezichthouder die er wat van zal zeggen. Het probleem is niet dat regeltjes of toezichthouders zulke projecten dwarsbomen, het probleem is dat er te weinig van zulke ideeën zijn. Creativiteit is een schaars goed, daar moet je in investeren. En natuurlijk ga je daarna kijken naar je grenzen: kan het werken, hebben we de middelen, kunnen we het organiseren, is het verantwoord?
Over Pierre Spaninks
Pierre Spaninks (Eindhoven, 1955) was tot zijn pensionering in 2021 zelfstandig professional in journalistiek en communicatie. Hij kreeg landelijk bekendheid als ZZP-expert. Voordien had hij gewerkt in het hoger onderwijs en de consultancy. Hij studeerde Tekstwetenschap aan de Universiteit van Amsterdam en volgde op Harvard het Senior Manager in Government Program. Tegenwoordig legt hij zich toe op de Egyptologie.