‘Een boek beoordelen wij niet op wat het is, maar op wie wij zijn.’ Met die mooie variant op Anaïs Nin (kent u haar nog?) reageerde collega-jurylid Mirella Visser op mijn blog van twee weken geleden. Daarin had ik het over mijn gut feeling, het onbewuste deel van de waarden en normen die ik aanleg wanneer ik een managementboek lees en bespreek.
Voor mijzelf herleidde ik dat gevoel tot mijn allereerste kennismaking met het genre: Organisatiestructuren van Henry Mintzberg. Dat bezorgde mij destijds in een flits het gevoel dat ik de wereld om mij heen begreep en dat ik hem naar mijn hand kon zetten. Die ervaring was zo fantastisch, dat ik sindsdien altijd op zoek ben gebleven naar een herhaling van die eerste keer. Tevergeefs, natuurlijk - wat zoals bij iedere verslaving de craving alleen maar erger maakt.
Collega Mirella Visser onderschrijft de gedachte dat ook in de officiële criteria waar wij als jury over hebben gesproken een zekere mate van subjectiviteit zit. Alleen staat het Engelse woord gut feeling dat ik daarvoor gebruikte haar niet zo aan. Behalve dat zij het macho management speak vindt, doet het haar ook nog eens denken aan het Nederlandse onderbuikgevoel. Volgens mij is dat toch net even wat anders. Maar in elk geval was het niet de associatie die ik ermee bedoel, dus ik haast mij om voortaan met haar van intuïtie te spreken.
Voor Mirella is intuïtie iets weten zonder dat je het hebt beredeneerd, iets aanvoelen zonder dat je erover hebt nagedacht. Dat gevoel komt vanuit haar hart. Integriteit en waarden zijn erin met elkaar verbonden. Hoe werkt dat in de praktijk? ‘Stel dat ik een boek moet beoordelen over hoe je zoveel mogelijk geld verdient door vrouwen uit te buiten in de porno-industrie. Dan heb ik daar vanuit mijn achtergrond, sekse en expertise een negatief gevoel over. Mijn intuïtie zegt mij dat een boek dat gericht is op het optimaliseren van het business model in een industrie die een bevolkingsgroep uitbuit, niet oké is. Zelfs als dat boek op alle objectieve criteria prima zou scoren, zou ik het om die reden niet de shortlist willen.’
U ziet het: de leden van de jury voor het Managementboek van het Jaar zijn ook maar mensen. Begaafd met rede, begiftigd met intuïtie. Daarom is het zo'n goed idee geweest van de initiatiefnemers om ieder jaar de helft van de jury te vervangen. Zo blijft de ervaring behouden en komt er toch steeds een frisse blik bij.
Volgende week op deze plek: collega Mireille Schrijnemaekers, over haar onstilbare honger naar food for thought.
Reageer via Twitter naar @PierreSpaninks met hashtag #MB2015
Over Pierre Spaninks
Pierre Spaninks (Eindhoven, 1955) was tot zijn pensionering in 2021 zelfstandig professional in journalistiek en communicatie. Hij kreeg landelijk bekendheid als ZZP-expert. Voordien had hij gewerkt in het hoger onderwijs en de consultancy. Hij studeerde Tekstwetenschap aan de Universiteit van Amsterdam en volgde op Harvard het Senior Manager in Government Program. Tegenwoordig legt hij zich toe op de Egyptologie.