In zijn boek Misleid door toeval ontmaskert beurshandelaar Nicholas Nassim Taleb de denkfouten van zijn collega’s. Zo beschrijft hij de survivorship bias, de neiging om vooral naar succesvolle bedrijven te kijken en de kerkhoven vol ondernemingen die het niet gehaald hebben te negeren. Het gevolg is dat starters vaak tijdens presentaties en in managementboeken lessen van de succesvollen krijgen voorgehouden, zonder dat duidelijk is of die les ook daadwerkelijk tot succes leidt – of dat het de kans niet verkleint dat een onderneming een stille dood sterft.
De denkfouten van Taleb zelf worden weer in andere boeken doorgeprikt. Zo beschrijft filosoof Rolf Dobelli in zijn boek De kunst van het heldere denken hoe de beurshandelaar zich in de luren liet leggen door de ‘zwemlichaam-illusie’. Gelokt door het vooruitzicht van een atletisch zwemlichaam ging de beurshandelaar tweewekelijks naar het zwembad. Een paar weken verder – en nog geen centimeter dichter bij een wasbord – realiseerde Taleb zich hoe hij was misleid; de afgetrainde lichamen van de zwemmers waren niet zozeer het resultaat van hun tijd in het zwembad, maar ze waren de reden dat ze in het water gingen liggen.
Het is niet alleen leuk om andermans denkfouten door te prikken (niets zo leuk om de dommigheden van anderen tentoon te stellen), maar de belofte is vaak ook dat we er iets van kunnen opsteken. De ondertitel van Dobelli’s boek is bijvoorbeeld: ‘52 denkfouten die je beter aan anderen over kunt laten’. En dat is volgens econoom Tyler Cowen ook precies de reden dat mensen boeken als Volkomen onlogisch van Dan Ariely kopen. Tijdens een even wervelende als bij vlagen onnavolgbare presentatie, zei Cowen: ‘Vaak kopen mensen [de boeken] als een soort talisman, zo van: "Ik heb dit boek gekocht. Nu ben ik niet meer volkomen onlogisch."’
Cowen vermoedde dat het wel eens anders zou kunnen zijn. Dat, hoewel je meer leert over sommige van je denkfouten, je andere denkfouten juist groter maakt. En daarmee maken de boeken zelf onderdeel uit van een cognitieve bias. ‘Om te denken dat het kopen van een boek je verder helpt, dat is misschien wel de grootste dwaling. Het is net als bij de bevindingen dat mensen die financiële lessen hebben gehad, de gevaarlijkste zijn. Zij zijn degenen die de grootste fouten maken. De mensen die zich realiseren "Ik weet helemaal niets", doen het juist redelijk goed.’
Een onderzoek naar de Moeder aller Biasen ondersteunt dit idee van Cowen tot op zekere hoogte. Uit experimenten van Emily Pronin en haar collega’s blijkt dat mensen informeren over denkfouten, dit niet meteen betekent dat dit aanzet tot zelfreflectie. Men neemt graag aan dat anderen zulke denkfouten maken, maar weinigen kunnen geloven dat ze zelf ook slachtoffer zijn van dit soort misleidingen.
In een experiment kregen proefpersonen bijvoorbeeld te horen dat uit psychologische onderzoeken blijkt dat mensen de neiging hebben om zich succes toe te eigenen, maar verantwoordelijk voor falen juist van zich afschuiven. ‘Ze zien hun successen als gevolg van persoonlijke kwaliteiten, zoals motivatie of vaardigheid, maar hun mislukkingen als het resultaat van externe factoren, zoals onredelijke werkeisen of inadequate instructies.’ In een ander experiment lazen proefpersonen dat onderzoek laat zien dat mensen zich over het algemeen ‘beter dan gemiddeld’ achten als ze zichzelf met andere leden van een groep vergelijken. ‘70-80 procent van de individuen schat zichzelf consistent "beter dan gemiddeld" in op kwaliteiten die zij als positief ervaren, maar ze evalueren zichzelf als "minder dan gemiddeld" op karakteristieken die zij negatief vinden.’
Wat leerden de proefpersonen van de informatie over denkfouten? Vooral dat anderen misleid worden door denkfouten, terwijl zij zichzelf redelijk bestand achten tegen deze neiging. In de vragenlijsten gaven ze aan dat ze minder gevoelig waren voor denkfouten dan de gemiddelde Amerikaan, klasgenoot in een seminar of reizigers op een vliegveld. Zelfs nadat proefpersonen die zich beter dan gemiddeld voelden een beschrijving hadden gelezen over hoe de ‘beter dan gemiddeld’ bias mogelijk hun antwoorden had gekleurd, bleven ze erbij dat hun zelfevaluaties accuraat en objectief waren.
Hoewel deze experimenten niet aantonen dat lezen over denkfouten ervoor zorgt dat iemand grotere denkfouten maakt, haalt het wel een belangrijk argument voor het lezen van teksten over misleidingen onderuit. Na het lezen van zo’n boek laten we namelijk niet de denkfouten over aan anderen, zoals Dobelli belooft, maar blijven we even ‘volkomen onlogisch’ in ons denken als ervoor.