Het interview vindt plaats volgens de principes van ‘Het Nieuwe Interviewen’. Management & Literatuur toog dit keer eens niet naar Zeewolde, waar Dik Bijl waarschijnlijk op een zolderkamer zijn kantoorruimte heeft, maar zocht contact via Skype. Na wat instellingen te hebben veranderd en de storende webcam te hebben uitgezet, is Bijl prima te verstaan en kunnen we onze eerste vraag op hem afvuren.
Dik, om te beginnen, wat is voor jou, Het Nieuwe Werken?
Voor mij is dat een visie, een missie én een strategie om werk effectiever, efficiënter, duurzamer en plezieriger te maken. De visie is een samenleving met een duurzamer en menselijker gezicht door de menselijke waarde centraal te stellen. In een kenniseconomie is de mens de belangrijkste productiefactor. Je moet mensen daarom de ruimte geven om die dingen te doen waar ze goed in zijn, zoals creativiteit en samenwerking met andere mensen. De rest, bijvoorbeeld procesmatig werk of administratie, kun je prima automatiseren, maar creativiteit niet. Daar heb je mensen voor nodig, en dan vooral mensen die passie hebben voor hun werk. Je zou Het Nieuwe Werken daarom ook kunnen omschrijven als een manier om passie terug te brengen in het werk. Hoe? Door mensen meer ruimte te geven om te bepalen hoe ze werken, wanneer ze werken, waar ze werken en met wie. Je wilt naar een situatie toe dat mensen hun werk doen omdat ze het willen doen en niet alleen omdat het moet.
Dat klinkt mooi, maar Het Nieuwe Werken wordt tegenwoordig toch vooral geassocieerd met Microsoft en dus met technologie?
Dat klopt. Maar ik denk dat die associatie met Microsoft niet meer opgaat. Microsoft is een voorbeeld van een bedrijf dat Het Nieuwe Werken heel ver heeft doorgevoerd en zij hebben het begrip ook echt op de kaart gezet. Maar er zijn inmiddels veel meer voorbeelden van Het Nieuwe Werken: Rabobank, SNS, UVIT en ga zo maar door. Op LinkedIn bestaat een groep rond Het Nieuwe Werken van zo’n 4500 mensen groot. Het begint dus echt een maatschappelijke stroming te worden. Zo’n stroming heeft nu eenmaal een vlag nodig en dat is dan Het Nieuwe Werken. Waarom zou je zoeken naar een alternatieve term als zoveel mensen zich hierin herkennen?
Oké, maar hoe zit het dan met de technologie? In je vorige boek besteed je daar ook veel aandacht aan.
Ja, maar dat was dan ook een boek in een ict-serie. Het onderwerp was nieuw en er waren eigenlijk nog geen goede voorbeelden van Het Nieuwe Werken. Bovendien was ik toen nog in dienst van Microsoft en daar vindt men de technologie factor uitermate belangrijk. Begrijpelijk, het is tenslotte hun business. Na het verschijnen van dat boek heb ik misschien wel tweehonderd presentaties gegeven en heb ik met heel veel mensen over Het Nieuwe Werken gesproken. Dat heeft mijn beeld enorm verrijkt en veranderd. Ik ben bijvoorbeeld gaan inzien dat ict minder belangrijk is dan ik eerder dacht. Het is een enabler, een hygiënefactor zou je kunnen zeggen: het moet het doen, maar het is geen halszaak. Dan komt automatisch een keer het moment dat je moet kiezen voor je passie voor Het Nieuwe Werken of voor het bedrijf Microsoft. Ik heb toen gekozen voor het eerste en ben voor mezelf begonnen.
Zijn er nog andere nieuwe inzichten?
Ja, ik heb bijvoorbeeld veel meer waardering gekregen voor de fysieke omgeving. Ik weet niet of je wel eens bij Microsoft bent geweest, maar dat kantoor is echt fantastisch. Vooral de eerste verdieping, met die koffiecounter, dat is echt briljant. Niet alleen krijg je er goede koffie die met zorg voor jou door een barista wordt gemaakt, je voelt je als medewerker ook veel meer gewaardeerd. Bovendien is het kantoor daarmee een echte ontmoetingsplek geworden, waar je naartoe gaat om anderen te ontmoeten en om kennis uit te wisselen. Het kantoor wordt een verleidingsplaats: je hoeft er niet naartoe, maar je wilt er graag naartoe. Ik woon in Zeewolde en het is echt niet gemakkelijk om van hieruit op Schiphol te komen, maar toch ging ik heel vaak naar kantoor. Een derde inzicht is dat het hele verandertraject naar de nieuwe manier van werken moet passen bij de organisatie. Er is niet één manier, één aanpak, maar het hangt af van het soort organisatie en van de mensen. Dat proces wil ik graag mede vorm geven, maar uiteindelijk moeten de mensen het zelf doen.
Je hebt dit boek uitgeven volgens wat je noemt Het Nieuwe Uitgeven. Wat is dat en hoe is het bevallen?
Prima. Het heeft me ongelooflijk veel opgeleverd. Ik heb de keuze gemaakt om het boek zelf uit te geven, omdat als je via een klassieke uitgever werkt, heel veel dingen al vastliggen. Ik wilde het boek bijvoorbeeld heel graag zowel als gratis pdf op internet zetten als publiceren als hardcover. De meeste uitgevers willen dat niet, omdat ze bang zijn dat ze door de pdf minder boeken verkopen. Ik ben ervan overtuigd dat het andersom is, maar dat zal nog moeten blijken. Voor mij maakt dat ook niet zo heel veel uit, want ik verdien mijn geld grotendeels met lezingen en workshops. En tegelijkertijd krijg ik nu een groter deel van de opbrengsten van het boek. Maar belangrijker is dat ik delen van het boek al meteen op internet heb gezet. Mensen konden reageren en hebben dat ook massaal gedaan. Dat heeft me enorm geholpen om er een beter boek van te maken. Je kunt natuurlijk wel een aantal vrienden vragen om mee te lezen, maar ik denk dat het toch beter werkt als iemand geen directe band met je heeft. Dus dat is uitstekend bevallen.
Over Ben Kuiken
Ben Kuiken is filosoof, schrijver en ontregelaar. Als organisatiefilosoof helpt hij mensen om anders te denken, te kijken en te praten over organisaties en de problemen die daar ontstaan. Ben is auteur van een groot aantal boeken over organiseren, spelen, en filosofie, waaronder De laatste manager, De Organisatiefilosoof, en Het Zinnigste boek dat je ooit zult lezen.