Wie is Hans Wopereis?
Ik ben mededirecteur van het ITIP. Daar ben ik verantwoordelijk voor de activiteiten op het gebied van organisatieontwikkeling en loopbaanontwikkeling. Daarnaast bieden we ook opleidingen aan voor mensen die zichzelf tegen het licht willen houden. Ik werk al ruim twintig jaar in en met allerlei organisaties, vaak samen met Bas Klinkhamer. Bas is niet alleen een hele goede vriend en collega maar we delen ook met onze beide gezinnen een grote boerderij in de buurt van Zutphen.
ITIP, die afkorting staat voor ….
… Instituut voor Toegepaste Integrale Psychologie. Zo heette het toen wij het overnamen van de oprichters. Zelf zeggen we liever dat we een school zijn voor leven en werk. Dat betekent dat we bezig zijn met zelfkennis, met psychologie – met als doel dat mensen leren om hun bezieling zo concreet mogelijk te maken.
En het is ‘integraal’ omdat ….
…. mensen niet alleen maar hersenen zijn maar ook gevoel en lichaam – en bijvoorbeeld ook: religieuze wezens. Het gaat ons er om dat al die aspecten met elkaar worden verbonden.
Op de site van het ITIP zegt u over uzelf dat u ervan houdt om zowel individuele mensen als organisaties in u op te nemen en in contact tot de kern van hun ontwikkeling door te dringen. En wat dan, als u eenmaal tot die kern bent doorgedrongen?
Dan wil je helpen om die kern beter tot uitdrukking te laten komen in het bestaan. We hebben allemaal de neiging om temidden van de tienduizend dingen die ons bezighouden, te vergeten waar het ons eigenlijk om begonnen was. Te vaak leven we over onze verlangens en problemen heen, op de automatische piloot. Ik heb een passie om snel door te dringen tot de kern: wie ben je, waar sta je voor, waar is het je om te doen?
Uw boek heet Het licht en de korenmaat. Dat is natuurlijk een hele bekende beeldspraak, misschien zelfs wel een beetje sleets ….
…. Dat dacht ik ook, maar ik merk toch dat het mensen onder de veertig vaak niet zoveel zegt. De titel verwijst natuurlijk naar de uitspraak van Jezus dat we ons licht niet onder de korenmaat moeten zetten. Het is een algemeen menselijke eigenschap om in het samenzijn met anderen datgene waar we goed in zijn niet te benadrukken en om te kiezen voor de veilige middelmaat. In plaats van te laten zien wie we zijn en wat we in huis hebben. Inderdaad met het risico dat we anders gevonden worden dan anderen, maar dus ook met de kans dat we iets unieks kunnen bijdragen.
De foto op de cover van uw boek, stelt die eigenlijk een korenmaat voor?
Nee, dat is een putdeksel.
Een putdeksel?
Ja, dat beeld gebruiken we vaak als symbool voor ons organisatie- en advieswerk. Het motief op deze deksel sluit aan bij ons beeld van de organisatie als een kring, met een leeg midden en met mensen er omheen die stralen.
De ondertitel van uw boek luidt: Je ziel als werkgever. U bent duidelijk niet bang voor grote woorden. Wat bedoelt u in dit verband met ‘ziel’?
Ik definieer het nergens in het boek. Dat hoort ook een beetje bij het begrip. Toch heeft iedereen er wel een gevoel bij: het is datgene wat ons inspireert, waarin we boven onze eigen belangen uitstijgt. Zo’n ziel heb je niet alleen als individu, maar ook als organisatie.
Wordt het misschien helderder als we het afzetten tegen wie of wat dan juist niet je werkgever is?
De andere kant is wat mij betreft je ego, je kortetermijnbelangen, je wil die dicteert: ‘Zo moet het en niet anders.’ De persoonlijkheid die je in de loop van je leven hebt gevormd en die erop uit is zichzelf in stand te houden zoals het is.
Als een rode draad loopt door uw boek het idee dat iedereen die dat wil het verschil kan maken. Hoe?
Dat is in elke situatie weer anders maar het heeft altijd te maken met jezelf onvoorwaardelijk geven, zonder van tevoren te bedenken wat het effect zal zijn. Althans: zonder daar strategisch mee om te gaan. Als je dat doet en je kijkt op een gegeven moment achterom – dan kom je ineens tot de ontdekking dat je een voortrekker bent geweest. Dan heb je het verschil gemaakt. Niet dat het dan allemaal halleluja is, maar het is wel de weg van zelfrespect, die vaker dan je denkt een inspirerende werking heeft op anderen.
Wat nou als iemand dit leest en denkt: ‘Daar moet ik nodig wat mee, maar ik zie er wel tegenop.’ Heeft u dan een goede tip wat de eerste stap kan zijn?
Het gesprek erover aangaan. In alle religieuze tradities is het eerste wat je doet: een leraar zoeken. Dat is ook weer zo’n groot woord, maar gewoon: iemand die je vertrouwt. In elk geval werkt het niet om er in je eentje over blijven zitten filosoferen. Verder is er gelukkig veel wat je kan helpen: mensen die op je pad komen, boeken die je leest, noem maar op. Wellicht ook mijn boek!
In uw boek gebruikt u veel mythen, sprookjes, bijbelverhalen – allemaal heel inspirerend maar ook: verzonnen. Hoe reëel is uw verhaal eigenlijk?
Daarom gebruik ik daarnaast ook heel veel praktijkvoorbeelden, casussen uit mijn eigen werk en van mensen om me heen waarin het concreet wordt, waarin je kunt zien hoe het uitwerkt. Die combinatie, dat vind ik zelf juist zo leuk en kenmerkend aan mijn boek.
Over Pierre Spaninks
Pierre Spaninks (Eindhoven, 1955) was tot zijn pensionering in 2021 zelfstandig professional in journalistiek en communicatie. Hij kreeg landelijk bekendheid als ZZP-expert. Voordien had hij gewerkt in het hoger onderwijs en de consultancy. Hij studeerde Tekstwetenschap aan de Universiteit van Amsterdam en volgde op Harvard het Senior Manager in Government Program. Tegenwoordig legt hij zich toe op de Egyptologie.