Op werkdagen voor 23:00 besteld, morgen in huis Gratis verzending vanaf €20

Nieuws

Harvest november

Wat leest Amerika en wat waait waarschijnlijk over naar Nederland? ‘Onze man in de VS’ Jeroen Ansink doet maandelijks een rondje boekwinkels in New York.

Jeroen Ansink | 27 november 2015 | 4-5 minuten leestijd

Sinds het begin van de Industriële Revolutie is het al talloze keren voorspeld: automatisering zal de mens overbodig maken. De doemscenario's zijn tot nu toe niet uitgekomen. De stoommachine maakte weliswaar een eind aan traditionele ambachten als weven en smeden, maar daar kwam een hele generatie aan fabrieksbanen voor terug. Ook de opkomst van de personal computer creëerde per saldo meer werkgelegenheid dan wat verloren ging.

Dit keer is het echter anders, stelt de Amerikaanse IT-ondernemer Martin Ford in Rise of the robots. Machines zijn inmiddels zo snel, flexibel en multi-functioneel dat een professionele massa-uitsterving dreigt. Volgens een onderzoek van Oxford University staat 47 procent van de witte boorden-banen op het punt om volledig door robots te worden overgenomen, of het nu gaat om beurshandelaars, juridisch medewerkers, of zelfs journalisten. Ford, die voor zijn boek de FT-McKinsey Business Book of the Year Award heeft gewonnen, projecteert zijn zorgen niet op de voorschrijdende technologie. Het echte probleem is een vorm van kapitalisme die winstmaximalisatie boven alles zet. Dit korte termijnsdenken vormt een gevaar voor het hele economische bestel, want wie heeft in een baanloze toekomst nog het inkomen om al die spullen en diensten te kopen? Automobielfabrikant Henry Ford begreep als geen ander dat een bedrijf pas kan floreren bij een welvarende consument. Hij gaf zijn werknemers een salaris waarmee ze allemaal een T-Ford konden kopen. Het is nog de vraag of toekomstige captains of industry die filosofie ook zullen onderschrijven.

Over de eurocrisis zijn bibliotheken volgeschreven. De analyses vallen grofweg in twee kampen uiteen. Eurosceptici menen dat de afzonderlijke lidstaten teveel soevereiniteit aan Brussel hebben ingeleverd. Eurofielen wijten de crisis juist aan te weinig Europa, en stellen dat een financiële unie zonder politieke eenwording gedoemd is te mislukken. Europe's orphan van Financial Times-commentator Martin Sandbu voegt een nieuw argument aan de discussie toe. Volgens Sandbu had de eurocrisis weinig te doen met weeffouten in de monetaire unie, en alles met slecht macro-economische beleid dat voorkomen had kunnen worden. Zo was de beslissing in 2010 om de Griekse schuldenlast niet te restructuren een kapitale blunder, en brachten jaren van fiscale soberheid het Europese experiment immense schade toe. Het goede nieuws is dat de lidstaten altijd al over voldoende middelen hebben beschikt om het eenwordingsproces in goede banen te leiden. Als dergelijke beleidsfouten in de toekomst vermeden kunnen worden, is er in de huidige unie wellicht sprake van niet te veel, niet te weinig, maar van precies genoeg Europa.

Leiderschap is als ouderschap, stelt Bob Chapman, CEO van Barry-Wehmiller, een Amerikaanse machinefabrikant met elfduizend werknemers en een omzet van twee miljard dollar. Net zoals je je kinderen niet ontslaat als het financieel even wat slechter gaat met het gezin, dien je als bestuurder in tijden van tegenspoed ook je werknemers te beschermen. In Everybody matters legt Chapman uit wat dat concreet betekent. Tijdens de kredietcrisis verloor zijn bedrijf van de een op de andere dag dertig procent van de order-portefeuille, waardoor het tien miljoen dollar tekort kwam. Chapman weigerde om ook maar één van zijn mensen te laten gaan, en kwam met een alternatieve oplossing. Hij kondigde een programma aan waarbij iedere werknemer, van topmanager tot kantinebediende, verplicht werd om vier weken onbetaald vrijaf te nemen. De beslissing, die eerder al een vermelding kreeg in Simon Sineks Een voor allen, allen voor een, leidde tot een enorme onderlinge solidariteit. Werknemers die het zich konden veroorloven namen meer onbetaalde dagen op dan verplicht, om zo hun minder bedeelde collega's een hart onder de riem te steken. In plaats van tien miljoen dollar bespaarde het bedrijf het dubbele.

Chronische oorlogen, falende staten, niet aflatende vluchtelingenstromen. Soms lijkt het of het steeds slechter gaat in ontwikkelingslanden. Toch is perceptie in dit geval geen realiteit, stelt Georgetown-hoogleraar Steven Radelet in The great surge. Hoewel sommige regio's zich inderdaad in een neerwaartse spiraal bevinden, zijn grote gebieden van wat ooit de derde wereld heette nog nooit zo goed afgeweest. De successen zijn indrukwekkend: sinds begin jaren negentig zijn meer dan zevenhonderd miljoen mensen ontsnapt aan extreme armoede, sterven jaarlijks zes miljoen minder kinderen aan ziektes, en hebben tientallen miljoenen meer meisjes toegang tot onderwijs. Zelfs politiek gaat het de mensheid voor de wind. Democratieën, hoe onvolmaakt ook, zijn tegenwoordig de norm, en niet de uitzondering. Het is niet alles optimisme wat de klok slaat, aldus Radelet. Economische ontwikkeling zal ook in de toekomst gepaard blijven gaan met chaos en lijden. Maar met het juiste leiderschap zal het extra menselijk potentieel een tegengif kunnen bieden tegen mondiale problemen, zoals klimaatverandering en bevolkingsgroei.

Over Jeroen Ansink

Jeroen Ansink is journalist in New York. Hij schrijft en schreef onder meer voor HP/De Tijd, Elsevier Weekly Magazine en Fortune.com. Voor Managementboek schrijft hij interviews. Ansink voltooide een vrij doctoraal in de Letteren aan de Radboud Universiteit in Nijmegen en behaalde het certificaat Business Journalism aan de Wharton Business School aan de Universiteit van Pennsylvania.

Deel dit artikel

Wat vond u van dit artikel?

0
0

Populaire producten

    Personen

      Trefwoorden