Leest u dit stukje op een computer of telefoon? Dan is de kans groot dat u over veertig seconden alweer bezig bent met iets anders. Dat is althans hoe lang de meeste mensen zich volgens onderzoek nog op één activiteit kunnen concentreren voordat hun geest wordt afgeleid door emails, sociale media, of smartphone-apps. In Hyperfocus ontvouwt de Canadese schrijver en consultant Chris Bailey een aantal strategieën om deze dramatisch korte aandachtsspanne te verbeteren, zodat onze productiviteit niet langer afhangt van wat er op dat moment online toevallig plaatsvindt.
De eerste heeft betrekking op de fysieke stoorzenders in onze omgeving. Bailey adviseert zijn lezers niet alleen om hun smartphones op gezette tijden af te zetten of zelfs thuis te laten, maar om ook de ogen rust te geven, bijvoorbeeld door middel van een leeg bureau zonder rommel. Daarnaast is de de kwaliteit van onze concentratieboog minstens zo belangrijk als de lengte ervan. Afleiding is een vicieuze cirkel: omdat een verstoorde gedachte aanvoelt als ‘onaf’ hebben we de neiging om er later op terug te komen, zelfs op momenten waarin dat niet uitkomt. Een manier om de geest op te ruimen is door openstaande overpeinzingen op te schrijven, zodat we er even niet meer aan hoeven te denken.
Maar soms is het ook goed om je gedachten bewust te laten dwalen, aldus Bailey. Niet iedereen die zwerft is de weg kwijt, zoals auteur J.R.R. Tolkien ooit al opmerkte. Waar hyperfocus de productiviteit ten goede komt, verhoogt scatterfocus juist de creativiteit. Al vereist dit wel een element van spontaniteit: een wandeling door het park levert bijvoorbeeld betere ideeën op dan een geforceerde brainstormsessie.
Het ironische van onze moderne informatiemaatschappij is dat systemen sneller evolueren dan hun leiders. Terwijl het concurrentielandschap steeds complexer wordt, maken veel managers, al dan niet bewust, gebruik van psychologische vuistregels die voortreffelijk werken bij het overleven in de wilde natuur, maar die in de jungle van het bedrijfsleven desastreuze gevolgen kunnen hebben.
In Farsighted analyseert de Amerikaanse auteur Steven Johnson hoe we op een verstandige manier knopen kunnen doorhakken zonder in cognitieve valkuilen te vallen. Zijn eerste advies: wees niet te stellig. Intuïtie is prima voor eenvoudige kwesties, maar ingrijpende beslissingen zijn gebaat bij reflectie, zodat de potentiële gevolgen van alle kanten kunnen worden bekeken.
Veel managers zijn zich daarvan bewust en betrekken andersdenkenden zoveel mogelijk in het besluitvormingsproces. Het probleem daarbij is echter dat uiteenlopende perspectieven zich niet altijd manifesteren, omdat zelfs diverse groepen de neiging hebben om zich te clusteren rondom gedeelde informatie. In plaats van een vergadering te beleggen waarbij iedereen zijn of haar zegje kan doen, is het effectiever om individuele teamleden afzonderlijk en zonder groepsdruk om hun mening te vragen.
Johnson adviseert zijn lezers daarbaast om de wereld te zien als een romancier. Een beslissing is boven alles een scenario: vol karakterontwikkelingen, plotwisselingen en cliffhangers. Bedrijven die hun eigen verhaal schrijven hebben geen garantie dat de werkelijkheid zich aan het script houdt, maar laten zich in ieder geval niet overrompelen als de zaken anders lopen.
'Papa's vergissing.' Dat is hoe Eve Jobs haar oudere halfzus Lisa ooit op een verjaardagsfeestje aan een gast introduceerde. Lisa had alle reden om zich inferieur te voelen: de papa in kwestie, de legendarische Apple-oprichter Steve Jobs, was zo verbolgen over de 'vergissing' die hij bij zijn middelbare schoolliefje Chrisann Brennan had verwekt dat hij haar de eerste drie jaar van haar leven weigerde te erkennen.
Terwijl Jobs drie kinderen kreeg bij zijn kersverse echtgenote Laurene, leidde Lisa met haar alleenstaande moeder een zwervend bestaan: op haar zevende verjaardag was ze al dertien keer verhuisd, en haar leefomgeving was zo instabiel dat de lokale dierenbescherming haar zelfs ongeschikt achtte om een kat te adopteren. Omdat Chrisann depressief was en haar dochter verwaarloosde greep uiteindelijk ook de kinderbescherming in, waarna Steve haar opnam in zijn nieuwe gezin.
In het boek Small Fry beschrijft de inmiddels veertigjarige Lisa Brennan-Jobs het Assepoester-achtige leven waaraan ze vervolgens werd blootgesteld. Ze mocht een half jaar lang haar moeder niet zien, werd te pas en te onpas aangesteld om haar broertje te babysitten, moest vanwege een kapotte afwasmachine elke avond de vaat doen en sliep in een ijskoude kamer, omdat haar vader weigerde om de verwarming te repareren. Verontrustender nog zijn de herinneringen die Lisa heeft aan wat Jobs omschreef als een 'gezinsmoment', waarbij hij zijn dochter dwong om toe te kijken terwijl hij zijn hand onder de rok van Laurene plaatste en 'theatraal kreunend' haar benen opende.
Ondanks haar bizarre jeugd gaf Lisa de zoektocht naar de liefde van haar afstandelijke vader, die in 2011 overleed, nooit op. Op sommige momenten leek er sprake van een doorbraak, bijvoorbeeld toen ze haar vader en stiefmoeder zo ver kreeg om samen met haar een psychiater te bezoeken. Totdat Laurene een verklaring gaf voor hun opvoedkundige missers: 'We zijn nu eenmaal kille mensen.'
Laurene was zo mogelijk nog ijziger over Lisa's laatste momenten met Steve, waarin hij zijn spijt over zijn falende vaderschap betuigde: 'Ik geloof niet in sterfbed-openbaringen.'
Over Jeroen Ansink
Jeroen Ansink is journalist in New York. Hij schrijft en schreef onder meer voor HP/De Tijd, Elsevier Weekly Magazine en Fortune.com. Voor Managementboek schrijft hij interviews. Ansink voltooide een vrij doctoraal in de Letteren aan de Radboud Universiteit in Nijmegen en behaalde het certificaat Business Journalism aan de Wharton Business School aan de Universiteit van Pennsylvania.