'Bezieling en kwaliteit in organisaties' bestaat uit drie delen (exclusief inhoudsopgave, ten geleide, voorwoord bij de zesde druk, voorwoord bij de nieuwe editie, introductie, reflectieverslag, nawoord, bijlagen en noten…).
Het eerste deel gaat over 'de creërende mens'. Hierin wordt het kernkwadrant besproken: van kernkwaliteit naar valkuil, via uitdaging naar allergie om weer terug te keren bij je kernkwaliteit. Wie kent deze trits niet? Minder bekend is dat Ofman in dit deel van het boek ook het proces om wensen te realiseren beschrijft.
Dit gebeurt in zes stappen, waarvan je er geen een kunt missen. Hij schenkt vervolgens aandacht aan het omgaan met tegenslagen bij het zetten van de zes stappen. Er is moed voor nodig om keuzes te maken, want wat je in de spiegel ziet, bevalt soms niet, terwijl je er dan juist goed voor moet blijven staan.
Het tweede deel van het boek gaat over 'de creërende organisatie', waarin de eigen toekomst gezien wordt als een keuze die men zelf moet maken en niet als een gegeven waarmee men moet leren leven. In een van de hoofdstukken gaat Ofman in op de ontwikkelingsstadia die organisaties (kunnen) doormaken. Hij legt uit hoe stilstand van een organisatie of afdeling omgezet kan worden in groei. Bewustwording en verbinding (met bijvoorbeeld collega's of een project) zijn hierbij kernwoorden.
Groei is mogelijk, niet 'door aan het gras te trekken', maar door te zorgen voor voldoende lucht en licht. Tot slot behandelt Ofman in essayvorm, vanuit het perspectief van de creërende organisatie, een aantal thema's die het derde deel van het boek vormen: projectmatig werken, kwaliteit en creativiteit. Zelf op zoek naar zingeving en verbinding in leven en werk, liep ik acht jaar geleden (toevallig?) tegen dit boek aan.
Ik heb het eerste deel van het boek ademloos gelezen, omdat ik gegrepen werd door het inspirerende en praktijkgerichte karakter. Ik las eindelijk een toegankelijk managementboek waarbij de praktijk niet ondergeschikt gemaakt wordt aan de theorie en aan ingewikkelde schema's.
Een boek met een ziel, omdat Ofman rake dingen schrijft over bezieling in mensen en organisaties. Hij schuwt daarbij niet om zich kwetsbaar op te stellen (zie ook het boek 'Kernachtig'). Het begrip 'liefde' in organisaties geeft hij inhoud zonder dat het klef of zweverig wordt; een prestatie. Onlangs heb ik het vernieuwde boek opnieuw gelezen, nu van achter naar voor. De grootste verandering is de 'ontdekking' van de klant in de schema's van Ofman.
De auteur laat zich niet dicteren door klanten, maar wil wel door hen gevoed worden; een realistische aanvulling. Eén van de bijlagen bestaat uit de Genetische Code van Kern Konsult. Dit is een intern document voor en door medewerkers, waarin de identiteit en de waarden van het bureau zijn vastgelegd. Ofman schrijft dat er voortdurend geschaafd en geslepen wordt aan de inhoud van de Code (bladzijde 222). Ik heb dit in de vergelijking tussen beide edities slechts op één plek kunnen ontdekken. Wellicht is het toch meer de Code van Ofman, dan de Code van Kern Konsult gebleken.
Het boek had wat mij betreft kunnen stoppen vóór het nawoord van Jaap Voigt, want daar wordt het zweverig. In plaats daarvan kan in een volgende druk het hoofdstuk 'Competentiemanagement Opnieuw Bekeken' worden opgenomen, waarin Ofman terecht de handschoen opneemt tegen het blind inzetten van het ontwikkelen van competenties.
Ik vind 'Bezieling en kwaliteit in organisaties' zeer toegankelijk en toepasbaar. Daarom raad ik iedereen aan het boek, althans de kern ervan, in zijn geheel te lezen.
Over Gérard Hendriks
Gérard Hendriks (1956) is mede-oprichter van Het Laar, centrum voor werk en persoonlijke ontwikkeling. Naast het verzorgen van intervisie en individuele coaching van (startende) leidinggevenden heeft hij zich de laatste jaren bezig gehouden met het ontwikkelen van competenties in alle lagen van de organisatie. Hendriks gaat in zijn werk altijd op zoek naar de intrinsieke motivatie en kansen voor ontwikkeling bij klanten.