In de jaren 20 werken de broers Adolf en Rudolf Dassler samen in het bedrijf Adidas (gebaseerd op de naam van Adolf Dassler). Het merk werd in de jaren '30 bekend als de leverancier van de schoenen die Jesse Owens in Berlijn (Olympische Spelen 1936) had gebruikt en waarmee diverse gouden medailles werden gewonnen. Rudolf ging in zijn collaboratie met het Duitse leger veel verder dan zijn broer. De vrijstelling die Adolf aan het begin van de oorlog kreeg zat Rudolf dwars, en hij ging zo ver dat hij zijn broer Adolf bij de autoriteiten als politiek onbetrouwbaar liet aanmerken. Ondanks de grote tekorten aan grondstoffen bleven de broers sportschoenen produceren in de jaren na de Tweede Wereldoorlog.
Het bedrijf werd geholpen door toestemming van de Amerikanen om een voetbalcompetitie toe te staan in Duitsland, waardoor er een plotselinge vraag ontstond naar schoeisel. Maar na enkele jaren werd duidelijk dat de broers niet samen verder konden (of beter: wilden). Rudolf richt daarom in 1948 Puma op en de scheiding tussen de broers, families en dorpsgenoten voltrekt zich. Horst Dassler, de zoon van Adolf speelt een belangrijke rol in de geschiedenis van Adidas en de sportsponsoring. Hij is een intrigerend persoon, hij heeft bijvoorbeeld Adidas Frankrijk opgericht en werd daarmee een concurrent van zijn vader die vanuit Duitsland opereerde. Daarnaast is een van de uitvinders van sportsponsoring. Waar zijn vader spelers af en toe een paar schoenen cadeau deed, begon Horst met het betalen van spelers en sportbestuurders om Adidas te dragen. Hij ontwikkelde een hechte band met de toenmalig FIFA voorzitter Joao Havelange, de later IOC voorzitter. In het verdere verloop van de geschiedenis van Adidas speelt Bernard Tapie, gevierd zakenman en Frans minister, ook een belangrijke rol. Hij verhuisde een groot deel van de productie naar Azië en wist daarmee de benodigde kostenbesparingen door te voeren. Toch was hij niet in staat om de schulden af te lossen die hij moest maken om Adidas te kopen. Adidas is zich blijven richten op sportschoenen en –kleding, terwijl Puma inmiddels ook succesvol is in het segment van vrijetijdsschoeisel. Uit het bovenstaande blijkt dat het basismateriaal voor een boek over de rivaliteit tussen Puma en Adidas prima is. Barbara Smit heeft vijf jaar onderzoek uitgevoerd en op basis van dat materiaal het boek 'Kwaad bloed' geschreven. Het is opvallend dat veel meer geschreven wordt over Adidas dan over Puma, wellicht is over de laatste onderneming minder bekend. Deze disbalans wordt in het boek niet toegelicht. Het boek geeft een gedetailleerd inzicht hoe de sport en de sportindustrie zich vanaf 1945 heeft ontwikkeld. De inhoud is prima, maar de manier waarop het boek geschreven is werkt verstorend. Het springt van de hak op de tak, zowel chronologisch als geografisch. Zo wordt een probleem in Frankrijk gevolgd door financiële perikelen in Zwitserland of een reclamecampagne in de Verenigde Staten. Het lijkt erop dat Smit te veel materiaal tot haar beschikking had en daardoor moeite kreeg de rode draad van het boek te vatten. Jammer, maar voor een liefhebber van sportmarketing en sport is het een leuk en leerzaam boek.