tens zo intrigerend als het boek zelf, is het enorme succes ervan. Van 'Hoe word ik een rat?' - veelal kozend 'De Rat' genoemd - zijn in binnen een half jaar ruim 25000 exemplaren over de toonbank gegaan. En daarmee is het nog niet klaar; als je mensen vraagt of ze De Rat al gelezen hebben, zeggen ze vaak met een samenzweerderige glimlach: Nog niet. Kennelijk zijn rattenstreken ook geen typisch Nederlands cultuurverschijnsel; er zijn inmiddels verschillende vertalingen uitgebracht, waaronder een Japanse. Ik geef hieronder vijf mogelijke redenen voor het succes De Rat, die - ik zeg het bij voorbaat - geen van alle de echte reden zijn. Eén. Laten we eens beginnen met de titel. Die is waarschijnlijk op zich al voldoende voor een flinke oplage. Er staat niet zoiets als 'Macht en onmacht in organisaties' of - iets uitdagender - 'Grenzen aan de organiseerbaarheid' of 'Politiek gedrag in organisaties'. Joep Schrijvers zou dat braaftaal noemen. Want je hebt braaftaal (management speak, zeg maar, waarin medewerkers medemensen worden genoemd en natuurlijk het belangrijkste kapitaal van de onderneming zijn), je hebt neutrataal (doorgaans gebezigd door consultants die mensen steevast actoren noemen) en je hebt rattentaal. En in rattentaal heet de ander gewoon een klootzak. Nee, de titel is als het boek, recht op het doel af en nergens doekjes om windend. Mensen geven elkaar het boek cadeau op verjaardagen en bij bedrijfsjubilea, collega's geven het elkaar met een vette knipoog en intervisieclubjes besluiten tot gezamenlijke studie van de inhoud. Het is een gebaar van wij-begrijpen-elkaar, een ironische waarschuwing of beschuldiging, een geuzendaad wellicht. Een soort Parool, zestig jaar na dato. Twee, de vorm. Schrijvers schreef 'De Rat' precies halverwege zijn carrière en beklom ervoor de Obersalzberg, misschien wel de foutste plek van Europa. Daar, in een pension, vlak bij het adelaarsnest, schreef hij een lange brief, een brief ter lengte van een boek. Die formule zou een de tweede reden kunnen zijn voor de verkooprecords. Het hele boek door word je als lezer direct aangesproken. Of je kunt denken dat je stiekem zit mee te lezen in een brief die je eigenlijk niks aangaat. Ook spannend. Of je kunt menen dat het een lange ontboezeming is die aan niemand in het bijzonder is gericht. In dat geval wordt het lezen een voyeuristisch genoegen. De reacties op De Rat zijn navenant verschillend. De één raakt inderdaad geïntrigeerd en wil het naadje van de kous weten. Een ander zegt zich alleen te willen wapenen tegen de rattigheid in de wereld in het algemeen en die in zijn organisatie in het bijzonder. Een derde wordt boos en zegt met een stemverheffing die de onderliggende onzekerheid moet verbloemen, onder geen beding een rat te willen worden. Drie, het standpunt. Wie de arena betreedt, verlies zijn onschuld, stelt Schrijvers tegenover de naïviteit van de weigeraars. Dus, zo zou je moeten concluderen, heb je niet de keuze òf je meedoet met de rattigheid, maar hoe. Veel moraliserender dan dat wordt-ie niet overigens. Althans, als het om de kunst van het samenzweren en konkelen gaat. Want het alternatief voor de strijd met woorden, wat het domein is van de rat, is de strijd met geweld. En dat is alleen voor dwazen en gekken, aldus de auteur. Helemaal niet meedoen met het rattenspel, is in de ogen van Schrijvers zo mogelijk nog verwerpelijker. Waar braafheid toe leidt, maakt hij genadeloos duidelijk in de venijnige epiloog die twee luttele bladzijden beslaat. Een oude vrouw kijkt daarin de medewerker Eutanasische Zaken doordringend aan. 'Je was erbij,' zegt ze. 'Je was in Auschwitz, in Jeruzalem, in Belfast, in New York.' Ze stopt even om te slikken. 'Je was er toen ook bij.' Vier, de inhoud. Die zin alleen al - hij bezorgde mij de koude rillingen - maakt het noodzakelijk dit boek te lezen. Rattigheid, konkelen en samenzweren, het zit ons in de genen. De mens is een politiek dier. Er zit niet veel anders op dan bijdragen aan het biologisch evenwicht, om mee te helpen ervoor te zorgen dat de genen van de goorste rat der gore ratten niet ons aller toekomst bepalen. Om je kortom te bekwamen in de rattigheid. Want rattigheid is van alle tijden. Schrijvers plaatst de oorspong ervan in de tijd van het ontstaan van de eerste steden, waar de strijd om de macht het gebruik van manipulatietechnieken noodzakelijk maakte. In het laatste hoofdstuk surft hij door de wereldgeschiedenis op zoek naar rattengedrag en die is natuurlijk in overvloed te vinden. Een van de interessante observaties is dat een belangrijke eigenschap van macht is het vermogen de variatie bij de ander te reduceren. En precies dat doen de huidige machthebbers in onze organisaties op nauwelijks verholen wijze, met hun obligate jaarlijkse neuzen-één-kant-uit sessies en het doen realiseren van één doel, één missie, één visie. Wiens belang wordt hier gediend?, moet je je van Schrijvers afvragen. Vijf. Dat brengt mij op de laatste mogelijke reden voor het succes van het boek. De tot nu toe bespoken zaken - de titel, de vorm, het uitgangspunt en de inhoud - zijn eigenschappen van het boek zelf. Maar misschien komt de buitengewone belangstelling wel voort uit zaken buiten het boek. Misschien is het zo dat we in een tijd leven waarin er gewoon heel veel rattigheid heerst in organisaties. Een tijd waarin CEO's krampachtig twee werelden met elkaar proberen te verbinden, die van de wereld van de gebakken lucht op de beursvloer en de wereld van de waarbarstigheid van alledag op de werkvloer. Een tijd waarin de roep om transparantie (lees: voorspelbaarheid) door de aandeelhouders onontkoombaar leidt tot vertroebeling van de interne verhoudingen en meer stank in het riool. Een tijd waarin de galeislaven nog harder moeten roeien, om de eenvoudige reden dat de kapitein wil waterskiën. En dan de keuze hebben tussen zich dood roeien en onderduiken in het riool. Vijf bis. Of misschien is het wel zo dat het alleen maar allemaal veel zichtbaarder is. Dat we leven in de tijd van de anarchie van het internet, in een tijd van de democratisering van de informatie. Dat we getuigen zijn van het demasqué van de macht. In dat geval speelt Joep Schrijvers daar perfect op in en draagt hij bij tot dat demasqué met vier hoofdstukken over het ambachtelijke en praktische werk van de rat. Ze herbergen een perfect herkenbare beschrijving van de arena en behandelen alle mogelijke bronnen van de macht waaruit eenieder kan putten om - het hoogst bereikbare - een gore rat te worden. En natuurlijk ontbreekt een uitgebreid repertoire aan streken en zetten niet, die voorbereiden op het grote spel. Maar goed, dat zijn allemaal maar bespiegelingen. En ze doen ook geen recht aan het boek. Die ene echte goede reden om het boek te kopen, weg te geven of te lezen, die weet alleen maar u. Dat u een geweldig goede reden heeft om het boek te lezen, dat staat wel vast. En als u er inderdaad aan begint, wacht u hilarisch, euforisch, satanisch of, nou ja, in elk geval een genoegen. Hoe word ik een rat? is verplichte kost voor iedereen die wil overleven in het riool dat wij organisatie noemen. Maar is bovendien buitengewoon amusant.
Over Harold Janssen
Harold Janssen is organisatieactivist en helpt organisaties de toekomst toe te laten. Hij is auteur en als adviseur werkzaam bij DeLimes, Nieuw Rijnlands Organiseren.