HBO-studenten leren wat (het belang van) strategisch beleid is uit breed opgezette inleidingen als het bekende Grondslagen van het management van Doede Keuning en de basisboeken van Noordhoff Uitgevers. Dat geldt evenzeer voor studenten in het wetenschappelijk onderwijs en zo is het ook bedoeld. Verdieping is meer iets voor vervolgopleidingen: MBA’s en andere opleidingen op masterniveau, voor mensen die inmiddels wel weten hoe het in het bedrijfsleven gaat en voor de volgende stap in hun carrière een adequate verrijking van hun referentiekader zoeken.
De auteurs van Strategie en management hebben dat verschil echter niet gemaakt. ‘Dit boek is geschreven voor gebruik in economische en bedrijfskundige opleidingen in het HBO en WO. Daarnaast kan het ook goed gebruikt worden voor opleidingen voor het midden- en hoger management, zowel voor de publieke als private sector.’ Graduates én executives dus. Je kunt je afvragen of de professionaliseringsbehoeften van beide doelgroepen zich werkelijk tot een zinvol geheel laten combineren.
In het HBO komt strategisch management in de diverse competentiedomeinen steeds op nagenoeg dezelfde manier aan de orde. Studenten leren wat strategisch management is, het belang ervan en hoe het proces van strategievorming is opgebouwd: strategisch venster, in- en externe analyse, SWOT, vaststellen van de strategische kloof en het formuleren van de belangrijkste uitdagingen. Soms wordt daar nog een paragraaf over organisatiecultuur en het omgaan met weerstanden aan toegevoegd. Kennismaking is het belangrijkste doel, want strategisch denken vindt dan wel op verschillende organisatieniveaus plaats, zoals de auteurs van ‘Strategie en management’ terecht opmerken, maar strategisch beleid maken is toch echt voorbehouden aan de hoogste echelons en daar kom je als kersverse schoolverlater met een HBO- of universitair diploma voorlopig niet binnen.
Dat lijken de auteurs, medewerkers van het Strategy Center van de Business Universiteit Nyenrode, zich onvoldoende gerealiseerd te hebben. ‘Strategie en management’ is voor de gemiddelde graduate namelijk ronduit zware kost. Het vertelt niet alleen wat strategie is en hoe strategisch beleid ondernemingen succesvol kan maken maar beschrijft ook acht sleutelconcepten van strategie en tien gedachtescholen van strategisch management; het wil duidelijk maken dat finance de motor van iedere strategische keus moet zijn, hoe waardecreatie en strategie zich tot elkaar verhouden en wat strategic business intelligence inhoudt. En dat alles volgens een benadering waarin de theorie het glansrijk van de praktische vertaling wint.
‘Strategie en management’ is in zijn huidige opzet nauwelijks geschikt voor studenten in het HBO en evenmin voor universitaire studenten. Voor executives ligt dat anders. Ik kan me voorstellen dat het boek een uitstekende leidraad vormt voor een master course over strategisch management en als zodanig een prima opstap naar een echte MBA. De manier waarop de auteurs het lastige begrip ‘businessmodel’ uitleggen, is ronduit geslaagd en dat geldt evenzeer voor hoe zij het fenomeen scenarioplanning bespreken, en in nauwelijks meer dan tien bladzijden uitleggen hoe je voor je bedrijf strategische waarde creëert. Eigenlijk ontbreekt alleen nog een hoofdstuk over HRM, anders zou dit boek voor een MBA in zakformaat kunnen doorgaan.
Voor deze doelgroep is het ook niet zo erg dat de theorie nadrukkelijk overheerst, de praktijk komt immers als vanzelf het klaslokaal binnen. Je hebt dan alleen nog een docent nodig die in staat is een proces van kenniscreatie op gang te brengen. Die zijn overigens, maar dit terzijde, niet dik gezaaid.
Over Bert Peene
Bert Peene werkte jarenlang als kerndocent bij IMAGO Groep, Via Vinci Academy en C-Lion, opleiders voor het onderwijs. Daarnaast voerde hij als zelfstandige opdrachten op het gebied van organisatieontwikkeling uit in profit en non-proft. Tegenwoordig werkt hij als free lance docent en schrijft hij voor diverse bladen over managementliteratuur.