Gratis boekenweekgeschenk bij een bestelling boven de €15,- (geldt alleen voor Nederlandstalige boeken)

Recensie

Het nieuwe schrijven

Op de achterflap van 'Het nieuwe schrijven, creatief, crossmediaal, zakelijk' zegt Dolf Weverink: 'Ben je communicatieprofessional, tekstschrijver, schrijftrainer, student of docent en wil je dat jouw teksten werken? Stap dan vandaag nog over op het nieuwe schrijven'. Misschien een goed advies, maar dan niet aan de hand van dit boek.

Bert Thiel | 21 augustus 2013 | 3-4 minuten leestijd

In 'Het nieuwe schrijven, creatief, crossmediaal, zakelijk' van Dolf Weverink passeert het hele schrijfproces de revue. Hoe kom je aan de inhoud van een tekst en hoe geef je er vorm aan? Aan welke grammaticale eisen moet een tekst voldoen? Hoe schrijf je correct Nederlands? Welke zakelijke tekstsoorten zijn er? Hoe werk je je tekst af? Daarbij gebruikt de auteur vijf begrippen die volgens hem de kern vormen van het nieuwe schrijven: aantrekkelijk, overtuigend, duidelijk, correct en crossmediaal.

Het enthousiasme van de auteur werkt aanstekelijk en zijn inzichten zijn soms de moeite waard, maar het boek bevat veel onduidelijkheden en slordigheden en het hinkt op twee gedachten. Op de achterflap stelt de auteur, dat het nieuwe schrijven beide hersenhelften aan het werk zet, zowel bij de ontvanger als bij de schrijver. Het was vooral deze uitspraak die me triggerde om het zoveelste boek over schrijven te gaan lezen.

Helaas, moet ik na lezing en herlezing constateren, wordt nergens in het boek met een beroep op de recente stroom publicaties over de hersenen echt uitgelegd hoe het nieuwe schrijven beide hersenhelften stimuleert. Of waarom dat zo goed zou zijn. Of wat daar bij te winnen valt. Sterker nog: de term – zo centraal voor de auteur – wordt niet structureel behandeld in het boek en komt ook niet voor in de inhoudsopgave, de afsluitende woordenlijst, of het trefwoordenregister. Zo verwordt een goede vondst, een mogelijk klompje goud, tot een vlag zonder lading.

Ook elders wekt de auteur de indruk niet goed te hebben nagedacht over wat een instructieboek behoeft. Neem nu het stuk over grammatica dat erin staat (weliswaar niet van de auteur zelf, maar omdat zijn naam op de kaft prijkt, is en blijft hij verantwoordelijk voor het eindresultaat). Zelden las ik een aantrekkelijker stuk tekst over woordsoorten en zinsdelen en hun onderlinge samenhang.

Maar waarom is dit stuk opgenomen? Voor studenten en andere grammaticaal hulpbehoevenden biedt het te weinig structurele hulp en voor ervaren tekstschrijvers is het overbodig en voor taalkundig geïnteresseerden blijft het te veel aan de oppervlakte. Waarschijnlijk had Weverink er beter aan gedaan – het is een instructieboek - een aantal uit de grammatica af te leiden schrijftips te geven. En dat zijn er niet zo heel veel, vrees ik. Althans: niet op het niveau waar het boek , denk ik, op mikt.

Een soortgelijke denkfout maakt de auteur als hij over spelling schrijft of juister geformuleerd: als hij over spelling laat schrijven. Het hoofdstuk 'Verschillen tussen de 'nieuwe' spelling (Groene Boekje 2005) en witte spelling (Witte Boekje 2006)' is bijzonder vlot geschreven. Maar het schept helaas geen duidelijkheid. Noch geeft het uitleg over heikele spellingskwesties die het leven van een onervaren schrijver zo zwaar kunnen maken. Het is voornamelijk een betoog geworden over de onmogelijkheid van een consequente spelling.

En dan de slordigheden. Het aantal spelfouten doet vermoeden, dat de auteur zijn tekst niet door een goede redacteur onder handen heeft laten nemen. Met grote regelmaat zondigt de auteur tegen zijn eigen schrijfadviezen. Hij gebruikt het minteken als opsommingsteken en als tegenovergestelde van het plusteken, ook binnen een hoofdstuk en dat werkt behoorlijk verwarrend. Zijn afsluitende woordenlijst biedt niet altijd voldoende uitleg bij de behandelde term en is sowieso een merkwaardig amalgaam van termen en begrippen – al is het altijd leuk om te weten wat een oxymoron ook al weer is of dat Spam onsterfelijk is geworden door Monty Python.

Wie het boek koopt, heeft recht op een gratis consult van 20 minuten en kan een tekst van maximaal 250 woorden laten controleren op allerlei stijlfouten. Ook dat is weer een van die leuke, enthousiasmerende dingen van de schrijver. Maar ik wilde er maar geen gebruik van maken. Ik ben namelijk niet zo onder de indruk van het boek of van de docerende vaardigheden van de auteur. En, helaas, voor wie wil leren schrijven zijn er interessantere en betere boeken op de markt.

Over Bert Thiel

Bert Thiel (1961) studeerde Nederlandse taal- en letterkunde in Leiden. Hij gaf ruim dertig jaar les in het voortgezet onderwijs. Nu leest, dicht en schrijft hij.

Deel dit artikel

Wat vond u van dit artikel?

0
0

Boek bij dit artikel

Populaire producten

    Personen

      Trefwoorden