De auteurs, Henk Volberda, Kevin Heij en Menno Bosma laten zien dat radicale en incrementele innovatie pas werkelijk effect heeft als bedrijven bereid en in staat zijn inspiratie en ontwikkelingsruimte te bieden aan de kenniswerkers in plaats van te tamboereren op resultaat, winst en aandeelhouderswaarde.
De kern van het goed leesbare en rijkelijk geïllustreerde boek gaat over de keuzes die bedrijven maken als het gaat om nieuwe manieren van werken met behulp van technologie. Hoe kan sociale innovatie winstgevend zijn en nieuwe producten en diensten opleveren en wat zijn de valkuilen? De vraag is ook hoe organisaties kunnen innoveren en overleven in een tijdperk waarin vrijwel alles met elkaar is verbonden en in vrijwel alle richtingen koppelingsmechanismen mogelijk zijn?
De auteurs laten zien dat de veelvoudige technologische ontwikkelingen op het gebied van kunstmatige intelligentie, robotica, erfelijkheidsleer, biotechnologie en nieuwe productieprocessen leiden tot disruptieve innovaties en een beroep doen op de creativiteit van kenniswerkers en de souplesse van en ontvankelijkheid in organisaties. Die technologische innovaties die schijnbaar ‘over ons heen komen' vragen dus op individueel niveau (Innovatie Jij.Nu) èn op collectief niveau (Innovatie Wij.Nu) een nieuwe manier van werken. Op individueel niveau wordt van kenniswerkers gevraagd om complexe vraagstukken op lossen, kritisch na te denken en met anderen samen te werken. Dit brengt de auteurs bij, wat zij noemen, de vijf hefbomen van sociale innovatie: technologie, zelforganisatie, dienend leiderschap, slimmer werken en co-creëren. In hun optiek is technologie geen bedreiging voor de mens mits de cultuur van de organisatie centraler komt te staan. Dat uit zich in meer intrapreneurschap, faciliteren vanuit nabijheid en betrokkenheid, flexibeler organiseren en delen c.q. gunnen.
Het boek is goed leesbaar, en dat komt door de flexibele opbouw van de hoofdstukken, die elke keer gaan over een van de vijf hefbomen van innovatie. De auteurs hebben interviews gevoerd met tien bedrijven die ‘bezig zijn' met innovatie. Steeds wordt een hefboom met hen besproken en gekeken waar zij op stuiten en hoe zij daar mee omgaan. Elk hoofdstuk wordt afgesloten met een aantal concrete handvatten voor innovatie.
Erg prikkelend zijn de beschrijvingen aan het begin van elk hoofdstuk waarin de veranderingen in het fictieve bedrijf Sunny Roofs worden toegelicht. De directeur van dit bedrijf heeft een vaag idee van transformatie van Business to Business (B2B) naar Business to Consumer (B2C) en van levering in grote batches naar custom made. Maar hij is aanvankelijk niet in staat om de weerstand van zijn personeel te duiden en - samenhangend hiermee - om het zelforganiserend vermogen van de medewerkers op juiste waarde te schatten. Dat leidt tot hilarische situaties, die heel herkenbaar zijn. Uiteindelijk transformeert de directeur omdat hij tot het inzicht komt dat innoveren niet alleen een persoonlijke kwestie is, maar ook een collectieve en dat hij dus afhankelijk is van zijn personeel en hun kwaliteiten daarop ook waardeert.
Naast de lessen die getrokken kunnen worden en per hoofdstuk kort worden benoemd, zijn er voor mij vijf inzichten die van belang zijn bij innoveren. Ten eerste dat innovatie niet gefragmenteerd en incompleet moet worden aangepakt, omdat dan de ‘complementaire effecten' verloren gaan. Ten tweede dat innovatie onmogelijk is als mensen op resultaten worden afgerekend. Ten derde dat innovatie energie vraagt, tijd neemt en geld kost. Kortom een langetermijnperspectief vereist. Ten vierde dat succesvolle innovatie, of die nu radicaal of incrementeel is, vooral effectief is wanneer sprake is van samenwerking met kennisinstellingen. Ten vijfde - en dat is een beetje een afgeleide van de voorgaande - wordt een lans gebroken voor meer Rijnlands organiseren, dat wil zeggen: organiseren vanuit een maatschappelijke verantwoordelijkheid en gedeelde waarden.
Dat laatste brengt mij bij een paar kritische noten. De samenhang tussen sociale innovatie en organiseren vanuit een maatschappelijke verantwoordelijkheid is nogal impliciet en vraagt om meer diepgang. Dit punt hangt samen met een ander punt, namelijk dat te gemakkelijk wordt gepleit voor het samengaan van aandeelhouderswaarde en stakeholderswaarde. Ook het optimisme over het feit dat technologie niet autonoom is, maar beïnvloedbaar vraagt om nadere toelichting. Iets meer aandacht voor een praktische, toepasbare ethiek ten aanzien van technologie en technologische innovatie zou een welkome aanvulling zijn op dit nuttige boek.
Maar, zoals gezegd, al met al is Innovatie.Jij.nu een relevant en goed leesbaar boek over sociale innovatie.
Over Paul Misdorp
Paul Misdorp is Directeur van VinNDT (Veranderen in Nieuw Denken Toepassen) en kennispartner van Zeelenberg, adviseurs voor Mens en Organisatie en van House of Coherence.