De werkstartcyclus - ‘Concreet en relevant’

De werkstartcyclus heeft als ondertitel: Over een warm welkom in de organisatie. Over het algemeen worden mensen die in dienst treden nog wel ontvangen met een kopje koffie, worden ze kort voorgesteld aan de aanwezige collega’s en daarna naar hun werkplek met computer begeleid. Maar daarna worden ze aan hun lot overgelaten. Ik chargeer hier bewust even, want natuurlijk zijn er organisaties waar de ontvangstprocedure uitgebreider is en meer diepgang vertoont.

Dit boek gaat verder

Vaak zijn de procedures voor het in dienst treden meer gericht op het proces en de daarbij te gebruiken instrumenten en systemen. Je krijgt een handboek en een paar korte instructiebijeenkomsten, en daarmee vorm je je een beeld van de organisatie. Nuttig, maar wat nagenoeg altijd achterwege blijft is het culturele en menselijke aspect van het in dienst treden. Daar missen veel organisaties een gouden kans om de nieuwe medewerkers goed te laten landen, zich te verbinden met de organisatie en de mensen en voor een langere periode te behouden. Dat is waar De werkstartcyclus goed onderbouwd en duidelijk verder gaat dan andere boeken over dit onderwerp.

Modellen en theorieën

Het boek bestaat uit vier delen. In deel 1 tref je een beschrijving aan van de werkstart en in deel 4 een zestal bijlagen met modellen, vragenlijsten en overige relevante informatie ter ondersteuning van waar je in deel 3, de 7 fasen van de werkstartcyclus, mee aan de slag gaat. Hoewel ik in eerste instantie geneigd was deel 2 over te slaan, zag ik daar bij nader inzien vanaf. Omdat met name de beschreven werkmodellen en theoretische concepten in dit deel kort en bondig worden geintroduceerd. Ze vormen de basis voor het goed invullen van  cultuur-, mens- en teamonwikkeling. Met het lezen over de mens, zijn persoonlijke ontwikkeling en de dynamiek van teams werd me meer en meer duidelijk waarom mensen niet altijd tevreden zijn over de start, het zich goed ontwikkelen en thuisvoelen bij een nieuwe organisatie.

Zes fasen

In deel 3 worden de zes fasen van de werkstartcyclus uitgebreid beschreven. De auteurs hanteren vervolgens voor elk deel een zelfde heldere structuur, waarbij in de inleiding allereerst aandacht wordt geschonken aan de fase zelf. In de daaropvolgende onderdelen komt aan bod wat deze fase voor de medewerker, de manager en het team betekent, visueel helder gemaakt door in elk deel voor deze drie doelgroepen dezelfde kleur te gebruiken. Goed om te vermelden is verder dat de werkstartcyclus (en daarmee het boek) niet alleen van toepassing is bij het in dienst treden van nieuwe medewerkers, maar tevens bij het starten van nieuwe teams, nieuwe projecten of veranderingen binnen organisaties. De beschreven werkwijze gaat ook hier dus verder dan andere boeken die alleen maar gaan over in dienst treden.

Vergeet het woord onboarding

Bij het in dienst treden van medewerkers heeft men het de laatste jaren vaak over onboarding. Een woord dat men ook gebruikt bij het aan boord gaan van een vliegtuig. Met onboarding bij een organisatie bedoelt men het laten kennismaken met de organisatie, de mensen en de werkwijzen. In dit boek zou je de term onboarding dus eveneens mogen verwachten maar dat gebeurt dus niet. In het hoofdstuk ‘Tenslotte’ leggen auteurs Dennis Vrooland en Patrick Odendaal duidelijk uit waarom dat niet is gebeurd. De term ‘onboarding’ wordt volgens hen niet altijd eenduidig gebruikt, het is te instrumenteel en past minder bij de werkwijze van de werkstartcyclus zoals beschreven in hun boek.

Het boek gaf mij energie en het gevoel dat ik na grondige lezing geen ander boek over dit onderwerp meer hoef te lezen. De inhoud is concreet en in begrijpelijke taal beschreven, ondersteund door relevante theorieën, modellen en praktijkvoorbeelden.