Sinds de opkomst van managementliteratuur als genre zijn boeken over leidinggeven een belangrijk subgenre. Vanuit allerlei invalshoeken schreven auteurs over methoden, cultuur, effectiviteit en persoonlijkheid. De standpunten zijn divers: de ene aanpak ontkracht de vorige. Je kunt wel stellen dat we nooit helemaal zullen weten hoe het echt moet, dat leidinggeven. Maar er moet toch wel íets zijn dat verschil maakt? Want als je stilzit en niets doet, is de kans klein dat je een goede leidinggevende bent of wordt. Het is een paradox.
Psycholoog
Paradoxen roepen lastige gevoelens en gedachten op. Misschien is dat de reden dat Danny Mullenders ze centraal stelt in De kunst van niet kiezen. Als psycholoog en coach heeft hij gezien dat leidinggevenden die flexibel met paradoxen kunnen omgaan, het beter doen dan anderen. In dit boek onderzoekt hij hoe ze dat doen, en of het te leren is. De superkorte samenvatting van dit boek: ja, het is voor een deel te leren. Met kennis van vier persoonskenmerken kun je werken aan je navigatieskills voor paradoxale situaties – al moet je wel beseffen dat je lang niet overal controle over hebt.
Vijf paradoxen
Mullenders noemt vijf paradoxen, zoals individualiteit versus verbondenheid, sturen versus loslaten, en nederigheid versus heldhaftigheid. De paradoxen zouden zo uit een boek van antropoloog Danielle Braun kunnen komen, waarin zij vanuit haar vakgebied duiding en een cultuurgerichte aanpak presenteert. Mullenders is psycholoog, wat betekent dat hij de individuele mens als uitgangspunt neemt. Bij hem vormt het collectief vooral de context: iets waar je mee te maken hebt en dat je mede vormgeeft. De psycholoog wil de innerlijke wereld verklaren en advies geven vanuit psychologische principes.
Vier persoonskenmerken
Mullenders herkent vanuit zijn praktijk onderscheidende persoonskenmerken. De vier die hij toelicht zijn Zelfinzicht, Evenwicht, Ruimdenkendheid en Empathie. Het is een soort puzzel: koppel de vier persoonskenmerken aan de vijf paradoxen. Gelukkig geeft Mullenders geen kant-en-klaar stappenplan naar succes. Hoewel hij de puzzelstukken vooraf heeft bepaald, zoekt ook hij naar de beste manier om ze in elkaar te passen. Het blijkt zelfs dat we de vorm van de stukken kunnen aanpassen. Dat geeft een onzekere dimensie, die dichter bij de werkelijkheid komt.
Structuur
Wat goed werkt, is dat Mullenders – met hulp van Tjomme Reeringh – de persoonskenmerken op een gestructureerde manier behandelt. De hoofdstukken beginnen met de perspectieven op een kenmerk, gevolgd door de uitdagingen op dit gebied, en tot slot manieren waarop je het kunt ontwikkelen. Mullenders heeft een gidsende stijl. Hij schrijft over de verschillende manieren waarop zijn inspiratiebronnen naar bijvoorbeeld Zelfinzicht kijken, zodat ik zelf een compleet beeld kan vormen. Zijn inspiratiebronnen zijn breed: van grondleggers zoals Carl Gustav Jung tot eigentijdse grootheden zoals Daniel Kahneman.
Ook waar hij schrijft over het ontwikkelen van een persoonskenmerk, voel ik me eerder aangemoedigd om zijn tips te proberen dan dat ik druk voel om een bepaalde methode te volgen. Ik vind bovendien dat hij eerlijk is over de grenzen van persoonskenmerken: het is niet altijd te zeggen waar de een eindigt en de ander begint. Het gaat niet om de puzzelstukken, maar om de puzzel als geheel.
chronocentrisme
Dit boek is niet Mullenders’ debuut. De vorm is wel anders dan zijn twee eerdere boeken, die zijn opgebouwd uit korte, casusgebonden hoofdstukken. Dit is het eerste boek van hem dat je echt een managementboek kunt noemen. En prompt zet hij de meestgebruikte misvatting in.
Met het idee om de acceptatie van zijn boodschap te vergroten, maakt Mullenders gebruik van urgentie en relevantie. Hij doet dit met het meestgebruikte frame: chronocentrisme. Dit is de aanname dat onze tijd bijzonder is – met globalisering, digitalisering, informatiedichtheid en andere unieke uitdagingen. Die gedachte klinkt aannemelijk, maar is filosofisch en geschiedkundig niet te onderbouwen.
Het is jammer dat Mullenders sterk inzet op chronocentrisme. Het verzwakt zijn sterke, tijdloze ideeën. Al zal hij het daar zelf misschien niet mee eens zijn: tijdloze ideeën zijn namelijk juist nu nodig.
Conclusie
Mijn beleving bij dit boek is goed. Ik ervaar het als prettig en het doet recht aan de realiteit. Mullenders zoekt in zijn schrijven de nuance, maar blijft duidelijk. Nergens wordt het kleurloos. Als een goede coach lost hij niets voor mij op. In zijn schrijven neemt hij me mee in zijn manier van denken. En hoewel hij door zijn keuzes bepaalt welke kant ik op ga, vergroot hij toch mijn mogelijkheden om mijn eigen mogelijkheden en beperkingen te onderzoeken.
De ideeën die Mullenders geeft zijn handvatten die ik wel of niet kan gebruiken. Kennis zonder praktijk is waardeloos, maar andersom geldt hetzelfde. De balans tussen de twee is kenmerkend voor de stijl van Mullenders in De kunst van niet kiezen.
Over Hans de Witte-van Mierlé
Hans de Witte - van Mierlé is coach, projectmanager en trainer. Hij werkt in het sociaal domein, met als specialisaties participatie, gedragsverandering, brede samenwerking en transitietrajecten.