Geschriften vanwege de Vereniging Corporate Litigation 2023-2024

Mr. M.H.C. Sinninghe Damsté
Een mooi jaar XXI

Deel I: Kronieken 1

Mr. M.C. Hoeba, mr. S.V. Stephenson en mr. drs. T.S. Jansen
Kroniek bestuurdersaansprakelijkheid 2023: bestendig, ook in bijzondere gevallen 3
1 Inleiding 3
2 Algemene ontwikkelingen 3
2.1 Corporate governance code 2022 4
2.2 NIS 2-richtlijn 4
2.3 Tijdelijke wet transparantie turboliquidatie 7
3 Interne aansprakelijkheid 7
3.1 Inleiding 7
3.2 Beoordeling ernstig verwijt 8
3.3 De maatman-bestuurder 10
3.4 Tegenstrijdig belang 11
3.5 Decharge 13
3.6 Disculpatie 14
3.7 De klachtplicht 15
3.8 Corporate opportunities 16
4 Externe aansprakelijkheid 16
4.1 Inleiding 16
4.2 Beklamel-norm 17
4.3 Verhaalsfrustratie 20
4.4 Turboliquidatie 23
4.5 Selectieve betaling 24
4.6 Peeters/Gatzen-vordering 26
4.7 Onrechtmatige daad in groepsverband 27
4.8 Feitelijk bestuurder of beleidsbepaler 30
4.9 Varia 32
5 Aansprakelijkheid in faillissement 33
5.1 Aansprakelijkheid van de feitelijk bestuurder of beleidsbepaler 33
5.2 De administratieplicht 34
5.3 Matiging 38
5.4 Aansprakelijkstelling door de Ontvanger 39
6 Afsluiting 42

Mr. J.F. Hackeng, mr. C.L. Kruse en mr. S.C.M. van Thiel
Kroniek enquêterecht 2023 43
1 Inleiding 43
2 Kwantitatief overzicht 44
2.1 Hoge Raad 44
2.2 Ondernemingskamer 44
2.2.1 Eerstefaseverzoeken 44
2.2.2 Tweedefaseverzoeken 45
2.2.3 Voorzieningen 45
3 Formeel enquêterecht 46
3.1 Type rechtspersonen 46
3.2 Kenbaar maken bezwaren 49
3.3 Geschillen van louter vermogensrechtelijke aard 50
3.4 Enquêtebevoegdheid 51
3.4.1 Concernenquête 51
3.4.2 Ontvankelijkheid: overig 52
3.5 Misbruik van enquêtebevoegdheid en verhoogde kostenveroordeling 55
3.6 Belanghebbenden 57
3.7 Raadsheer-commissaris 57
3.8 Onmiddellijke voorzieningen 58
3.8.1 Verregaande onmiddellijke voorzieningen 58
3.8.2 Vereist in verband met de toestand van de rechtspersoon of in het belang van het onderzoek 61
3.8.3 Onmiddellijke voorzieningen vooruitlopend op de enquête 62
3.9 OK-functionarissen 64
3.9.1 Taakuitoefening door OK-functionarissen 64
3.9.2 Beloning 65
3.9.3 Ontheffing 66
3.9.4 Kosten van verweer 67
3.10 Mondelinge behandeling 68
3.11 Onderzoek 68
3.11.1 Reikwijdte onderzoek 68
3.11.2 Machtiging om mededelingen uit het verslag te mogen doen (art. 2:353 lid 3 BW) 73
3.11.3 Onderzoekskosten 74
3.12 Voorzieningen bij wanbeleid 76
4 Materieel enquêterecht 78
4.1 Tegenstrijdige belangen en belangenverstrengeling 78
4.2 Informatievoorziening 81
4.3 Medezeggenschap 84
4.4 Vennootschapsbelang en art. 2:8 lid 1 BW 85
4.5 Strijd met andere wettelijke en statutaire plichten 89
4.6 Belangenafweging 91
5 Wanbeleidsbeschikkingen 93

Mr. E.W.M. Rinnooy Kan en mr. L. Gasseling
Kroniek uitkoop en geschillenregeling 2023 97
1 Inleiding 97
2 Uitkoop 98
2.1 Algemeen 98
2.2 (Door) wie moet worden gedagvaard en hoe? 99
2.3 Peildatum 100
2.3.1 NIBC 101
2.3.2 Peildata in de overige uitkooparresten 103
2.4 Prijsbepaling 104
2.4.1 Prijsbepaling met deskundigenbericht 104
2.4.2 Prijsbepaling zonder deskundigenbericht 105
2.5 Verklaring notaris/registeraccountant 107
2.6 Overig 108
2.6.1 Afwijzingsgronden 108
2.6.2 Alternatieven voor de uitkoopprocedure 110
2.6.3 Kostenverdeling 110
3 Geschillenregeling 111
3.1 Algemeen 111
3.2 (Internationale) bevoegdheid; samenhangende vorderingen; arbitrage 115
3.2.1 Rechtsmacht (in kort geding) 115
3.2.2 Bevoegdheid van de rechtbank in eerste aanleg; forumkeuze/arbitrage 117
3.2.3 Bevoegdheid van de Ondernemingskamer in hoger beroep; samenhangende vorderingen 119
3.3 De eigen regeling van art. 2:337 lid 1 BW 120
3.4 Voorlopige voorzieningen en de geschillenregeling 121
3.5 Uitstoting (in kort geding) 122
3.5.1 Uitstoting als bodemvordering 122
3.5.2 Uitstoting in kort geding 124
3.6 Uittreding 130
3.6.1 Uittreedvordering toegewezen 130
3.6.2 Uittreedvordering afgewezen 133
3.7 Prijsbepaling; billijke verhoging 136
3.7.1 Prijsbepaling na deskundigenbericht 136
3.7.2 Billijke verhoging 138
3.7.3 Peildatum 138
3.7.4 Overige waarderingskwesties 138

Mr. L. Sprengers
Kroniek medezeggenschapsrecht 2023 141
1 Inleiding 141
2 Wetgeving en beleid 141
2.1 Wetgeving 141
2.2 Nalevingsonderzoek Wet op de ondernemingsraden 142
2.3 Europese ondernemingsraad 142
3 Vennootschapsrechtelijke medezeggenschap 143
3.1 Rechtspraak enquêterecht 143
3.2 Raad van Commissarissen 148
4 WOR-medezeggenschap 150
4.1 Adviesrecht 150
4.1.1 Aantal procedures 150
4.1.2 Hoge Raad: raamovereenkomsten met uitzendkrachten 151
4.1.3 Adviesplichtigheid besluit tot wijziging van de reorganisatie 152
4.1.4 Wijzigingen in de governance-structuur 156
4.1.5 Opgewekt vertrouwen/afspraken tijdens adviesprocedure 158
4.2 Instemmingsrecht 159
4.2.1 Instemmingsplichtig besluit? 159
4.2.2 Vervangende toestemming 163
4.3 Overige rechtspraak 166
4.3.1 Inleiding 166
4.3.2 Art. 28 WOR: basis voor ondernemingsraad om nalevingsprocedure te starten? 166
4.3.3 Reikwijdte algemeen informatierecht, art. 31 lid 1 WOR 168
4.3.4 Ontslagbescherming ondernemingsraadsleden 170
5 Insolventie en medezeggenschap 172
5.1 Inleiding 172
5.2 Wet homologatie onderhands akkoord 173
5.3 Slotbeschouwing 176

Mr. T.M. Alberga-Smits en mr. T.H.W. Korvinus
Kroniek collectieve acties en schikkingen 2023 177
1 Inleiding 177
2 Jurisprudentie Wamca en art. 3:305a BW oude stijl 178
2.1 Bevoegdheid 178
2.2 Temporele reikwijdte Wamca 181
2.3 Gelijksoortigheid van belangen 185
2.4 Waarborgvereiste 191
2.5 Representativiteit 192
2.6 Financiering en zeggenschap 197
2.6.1 Inzage financieringsdocumentatie 198
2.6.2 Zeggenschap en onafhankelijkheid belangenorganisatie ten opzichte van financier 201
2.6.3 Hoogte van de vergoeding voor een procesfinancier 205
2.7 Voldoende belang-vraag en vereiste concretisering vordering 206
2.8 Toepassing van het verlicht ontvankelijkheidsregime 207
2.9 Proceshoedanigheid en gestelde belangen 209
2.10 Overlegvereiste 210
2.11 Tussenkomst en voeging 211
2.12 Exclusieve belangenbehartiger en opt-out 213
2.13 Collectieve belangenbehartiging bij schending van de AVG 214
2.14 Varia 215
2.14.1 Beëindiging deelname 216
2.14.2 Publicatie jaarrekening 216
2.14.3 Toepassing titel 14a Rv bij algemeenbelangacties 216
2.14.4 Uitstel 216
2.14.5 Verjaring en stuiting individuele vorderingen na einde collectieve actie 217
3 Alternatieve vormen van collectief procederen 217
4 Internationale ontwikkelingen 219
5 Afsluitende opmerkingen 220

Mr. E.C.A. Nass
Kroniek jaarrekeningenprocedure 2020-2023 223
1 Inleiding 223
2 Toegang tot de jaarrekeningprocedure 225
2.1 Bevoegdheid van de verzoeker: (opnieuw) het belanghebbendebegrip 225
2.2 Inhoud van het verzoek 231
2.3 Belanghebbendebegrip in relatie tot doel jaarrekeningprocedure 232
3 Omvang inhoudelijke toetsing door de OK 234
3.1 Toetsingskader 234
3.2 Toetsingskader: het grensgebied en de beoordelingsvrijheid van de ondernemingsleiding 235
3.3 Toetsingskader: wettelijke voorschriften en nietwettelijke voorschriften 236
4 Bevoegdheid OK 238
5 De economische werkelijkheid; ‘substance over form’ 239
6 Rol van de accountant 240
7 Samenstelling OK (raden) 242
8 Materieel jaarrekeningenrecht 243
8.1 Eneri/GGN I 244
8.2 Eneri/GGN II 245
8.3 Eneri/GGN III 246
8.4 Olympus I en Olympus II 248
8.5 Momentum 252
8.6 A/B 252
9 Ontwikkelingen 253
9.1 CSRD – onderdeel van de jaarrekeningprocedure? 253
9.2 Positie en wensen AFM 254

Deel II Bijdragen 257

Mr. B.A.M. Rouing
Om redenen van openbaar belang. Over de enquêtebevoegdheid van de Advocaat-Generaal en Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen 259
1 Inleiding 259
2 De enquêtebevoegdheid van het OM 260
2.1 De taken en bevoegdheden van het OM in het rechtspersonenrecht 260
2.2 De enquêtebevoegdheid van het OM 261
2.3 De uitwerking van de enquêtebevoegdheid van het OM in de praktijk 262
3 De invulling van redenen van openbaar belang in de totstandkomingsgeschiedenis 264
3.1 De Commissie-Verdam en de herziening van het enquêterecht rond 1970 264
3.2 De herziening van het enquêterecht rond 1994 266
4 De invulling van redenen van openbaar belang in de jurisprudentie 267
4.1 Continuïteit van de onderneming en dreigend verlies van werkgelegenheid 267
4.2 Verlies van specifieke kennis 269
4.3 Schaden van het vertrouwen in een bepaalde sector of gehele markt 270
4.4 Grote groep kwetsbare personen 271
4.5 Strafbare gedragingen 272
4.6 Rechtsvorming en preventieve werking 273
5 IMVO en redenen van openbaar belang 275
5.1 IMVO als onderdeel van de bestuurstaak en het vennootschappelijk belang 275
5.2 Maatschappelijke en publieke belangen in de jurisprudentie van de OK 276
5.3 De opstelling van het OM ten aanzien van IMVO 279
6 Concluderende opmerkingen 283

Mr. dr. J.M.W. Pool
Het civielrechtelijk bestuursverbod: van nuisance value voor de curator naar effectieve antimisbruikbepaling 287
1 Introductie 287
2 De wettelijke regeling 288
2.1 Doel en beoogde werking van het civielrechtelijk bestuursverbod 288
2.2 De reikwijdte van het civielrechtelijk bestuursverbod 290
2.3 De gronden voor oplegging van het civielrechtelijk bestuursverbod 290
2.3.1 De a-grond: aansprakelijkheid op grond van art. 2:138/248 BW 291
2.3.2 De b-grond: doelbewust paulianeus handelen 291
2.3.3 De c-grond: ernstig tekortschieten in de nakoming van informatie- of medewerkingsverplichting 292
2.3.4 De d-grond: verwijtbare betrokkenheid bij meerdere faillissementen 293
2.3.5 De e-grond: opgelegde boete wegens belastingvergrijp 293
2.3.6 Discretionaire bevoegdheid tot oplegging van een bestuursverbod 293
2.4 Aanvullende procedurele waarborgen 294
2.5 Gevolgen van het bestuursverbod 294
3 Het civielrechtelijk bestuursverbod in de rechtspraak 296
3.1 Een kwantitatief overzicht van de jurisprudentie 296
3.2 Gezichtspunten uit de rechtspraak 298
3.2.1 Ernstige tekortkoming van de inlichting- en medewerkingsverplichtingen: schending administratieplicht is geen schending c-grond 298
3.2.2 Temporele reikwijdte: gedragingen moeten hebben plaatsgevonden na inwerkingtreding 298
3.2.3 Uittreksel handelsregister en zienswijze overige rechtspersonen 299
3.2.4 Persoonlijke verwijtbaarheid en discretionaire bevoegdheid van de rechter 300
4 Het beperkte succes van het civielrechtelijk bestuursverbod in de praktijk 301
4.1 Ervaringen met het civielrechtelijk bestuursverbod in de praktijk 301
4.2 Gebrek aan financiering en belang voor de boedel 302
4.3 Persoonlijke verwijtbaarheid 305
4.4 Handhaving van het bestuursverbod 306
4.4.1 Betekenen van verstekvonnissen 306
4.4.2 Publicatie van bestuursverboden 306
4.4.3 Feitelijk leidinggeven en katvangers 307
4.4.4 Dwangsommen 308
5 Een blik op de toekomst: naar een eenvoudiger regime voor het civielrechtelijk bestuursverbod? 308
5.1 Introductie 308
5.2 Naar een eenvoudiger en effectiever systeem 308
5.2.1 Omkering bewijslast 308
5.2.2 Verbetering handhaving: aansprakelijkheid voor overtreding bestuursverbod en publicatie 310
5.3 Blik op de toekomst: integrale aanpak van insolventiefraude 311
6 Concluderend 312

Prof. mr. B. Snijder-Kuipers
Wwft en de advocatuur 315
1 Inleiding 315
2 Wwft-instellingen 316
2.1 Toepassingsbereik Wwft 316
2.2 Wwft-werkzaamheden 316
2.3 Wwft-verplichtingen 316
2.4 Wwft-bevoegdheden 317
3 Wwft en de advocatuur 318
3.1 Toepassingsbereik 318
3.2 Verkennend gesprek 320
3.3 Procesvrijstelling 321
3.4 Advieswerkzaamheden 322
3.5 Derdengeldenrekening 324
3.6 Cliëntenonderzoek 325
4 Definitie van de UBO 327
4.1 FATF 327
4.1.1 Internationaal UBO-begrip 327
4.1.2 Rechtspersonen 328
4.1.3 Overige juridische entiteiten 329
4.2 Europa 329
4.3 Nederland 332
5 Het UBO-register heeft geen derdenwerking 333
5.1 Kamer van Koophandel 333
5.2 Handelsregister 334
5.3 UBO-register voor rechtspersonen en ondernemingen 334
6 UBO-onderzoek 336
6.1 Uitgangspunt 336
6.2 Beursgenoteerde vennootschappen 338
7 Meewerkplicht bij cliëntenonderzoek 340
7.1 Cliëntprofiel 340
7.2 Verscherpt cliëntenonderzoek 341
7.2.1 Objectieve en subjectieve classificatie 341
7.2.2 PEP 342
7.2.3 Hoogrisicoland 345
7.2.4 Complexe transactie 346
7.3 Gerelateerd aan hoogrisicolanden 346
7.4 Situationele ongebruikelijke transacties 346
7.5 Meewerkplicht 347

Prof. mr. J.H.M. Willems
Een waarderingsperspectief vanuit de rechterlijke macht 359
1 Inleiding 359
2 Tegenwoordige, op voorhand overeengekomen of vastgelegde en gedwongen transacties 360
3 Het perspectief van de rechterlijke macht: de methode 363
4 Het perspectief van de rechterlijke macht: de iustum pretium-doctrine en de beginselen van een fair trial 368
5 Het perspectief van de rechterlijke macht: de peildatum 372
6 Afronding 376

Mr. dr. R.M. Hermans
To settle or not to settle; that’s the question 377
1 Inleiding 377
2 Probleemstelling 380
3 Het gebruik van rechtseconomische modellen en de veronderstellingen waarop deze zijn gebaseerd 381
4 Schikking van een geschil tussen één eiser en één verweerder 384
4.1 Basismodel 384
4.2 Gevolgen voor het basismodel als partijen verschillende verwachtingen hebben over de proceskansen 387
5 Schikking van een massaschadegeschil 389
5.1 Basismodel 389
5.2 Gevolgen voor het basismodel als partijen verschillende verwachtingen hebben over de proceskansen 390
5.3 Onzekerheid over het aantal gedupeerden dat aanspraak maakt op vergoeding 390
5.4 Schadevaststelling in een massaschadegeschil bij een collectieve schikking en in een collectieve procedure 393
5.4.1 Inleiding 393
5.4.2 Schaalbaarheid van de vaststelling van de aanspraak van gedupeerden 394
5.4.3 De benchmark voor een collectieve schikking: de verwachte netto-opbrengst van een individuele procedure 396
6 De tijd die met de afwikkeling van het massaschadegeschil is gemoeid 397
7 Implicaties van de analyse voor de rechtspraktijk 400
7.1 Inleiding 400
7.2 Schaalbaarheid van de vaststelling van de aanspraak van gedupeerden in een collectieve schaderegeling 402
7.2.1 Inleiding 402
7.2.2 Oplossingsrichtingen om te komen tot beslissingen die beter schaalbaar zijn 404
7.3 Verschillende verwachtingen over de netto-uitkomst van de procedure 408
7.3.1 Inleiding 408
7.3.2 Mogelijke aanpassing van de Wamca 408
7.3.3 Mogelijkheden die de rechter heeft om de verwachtingen van partijen over de uitkomst van de procedure te laten convergeren 411
7.4 Versnelling van de afwikkeling van massaschade 414
7.4.1 Inleiding 414
7.4.2 Mogelijke wetswijziging 415
7.4.3 Mogelijkheden die de rechter heeft om de procedure te versnellen 417
8 Conclusie 417
9 Verantwoording 418

Deel III Verenigingsaangelegenheden 419

Verslag van de secretaris (Frans Overkleeft) 421

Deel IV Verenigingsbijeenkomsten 425

Voorjaarsbijeenkomst 21 juni 2023 427

Mr. D.C. Roessingh
Het verschoningsrecht in onderzoeken 429
1 Inleiding 429
2 Aard van het verschoningsrecht 429
2.1 De Notaris Maas-beschikking 429
2.2 De advocatuurlijke kernwaarden als basis voor het verschoningsrecht 431
3 Het verschoningsrecht van de advocaat-onderzoeker 433
3.1 Plaats en nut van onderzoek door advocaten 433
3.2 Interne en externe onderzoeken 434
3.3 Het verschoningsrecht ten aanzien van externe onderzoeken? 438
4 Inroepen van het verschoningsrecht jegens onderzoekers ten aanzien van informatie die wordt opgevraagd in het kader van een onderzoek 441
4.1 Het verschoningsrecht: niet absoluut, maar zeker niet relatief 441
4.2 Aanverwante waarborgen 442

Mr. drs. E.M. Snijders, LLM
Korte verkenning van het verschoningsrecht in de VS (en het VK) 445
1 Inleiding 445
2 Lijkt het op ons verschoningsrecht? 445
3 Uiteenlopende visies op de civiele procedure, maar niet op de ratio achter het verschoningsrecht 446
4 Er zijn meer overeenkomsten … 447
5 Er is ook een fundamenteel verschil … 448
6 Prijsgeven van het verschoningsrecht 452
7 Zwaard & schild 454
8 Zijn al die markeringen nu echt nodig? 455
9 Praktische regeling voor procedures met meerdere procespartijen 456
10 Is het leerstuk uitgekristalliseerd? 456
11 Hoe verhoudt dit zich tot het verschoningsrecht in het Verenigd Koninkrijk? 458
12 Conclusie 459

Najaarsbijeenkomst 15 november 2023 461

Mr. G.C. Makkink en mr. Ph.W. Schreurs
Bijdragen najaarsbijeenkomst Wagevoe 463

Mr. C.J.E. Brouwer
De Wagevoe uit de startblokken 465
1 Inleiding 465
2 Het doel van de Wagevoe 467
3 De procedurele aanpassing van de geschillenregeling 467
4 De materiele aanpassing van de geschillenregeling 468
5 Verruiming van het toepassingsbereik van de geschillenregeling 469
6 Slot 470

Prof. dr. H. De Wulf
De Wagevoe door Belgische ogen 471
1 Enquête en geschillenregeling: oneerlijke concurrentie? 471
2 Wat ontbreekt er potentieel in de Wagevoe? 474
2.1 De substantiële gronden voor toegang tot de procedure 474
2.2 Waarom geen tweesporenbeleid met mogelijkheid om in enquêteprocedures uitstoting als eindvoorziening op te leggen, naast behoud van de zelfstandige uitstootprocedure? 475
3 Samenhangende vorderingen laten behandelen is positief, behalve als het over bestuurdersaansprakelijkheid gaat 477
4 Conclusie 480

Prof. dr. B. Tilleman en drs. W. Van de Putte
Conflictbeslechting binnen vennootschappen in België 483
1 Inleiding 483
2 (Buiten)gerechtelijke bemiddeling 483
3 Swing man in de onderneming 486
4 Swing shares: geschillenregeling binnen de onderneming 487
4.1 Vordering tot uitsluiting 488
4.2 Vordering tot uittreding 491
5 Wederzijdse vorderingen tot uitsluiting en (of) uittreding 494
5.1 Wederzijdse vorderingen tot uitsluiting 494
5.2 Wederzijdse vordering tot uittreding 501
5.3 Vordering tot uitsluiting wordt beantwoord door een vordering tot uittreding 502
6 Swing assets: ontbinding van de onderneming 503

Mr. A.J.P. Schild
Art. 1 Protocol 1 EVRM, het vrije verkeer van kapitaal en de nieuwe geschillenregeling 507
1 Inleiding 507
2 Art. 1 Protocol 1 EVRM 507
3 Art. 63 VWEU 508
4 Is de geschillenregeling een vorm van onteigening? 509

Mr. W. Heemskerk
Van dagvaardings- naar verzoekschriftprocedure 511
1 De geschillenregeling: van dagvaardings- naar verzoekschriftprocedure 511
2 Maar waarom eigenlijk en welke voordelen heeft dat? 511

Mr. B.J. Blok
Het procedureel combineren van de geschillenregelingsprocedure en de enquêteprocedure 515

Mr. F. Eikelboom
Ticket to the tropics; over onmiddellijke voorzieningen en de geschillenregeling 521

Mr. B.M.A. van Hussen
De rol van de OK-functionaris in het licht van de Wet aanpassing geschillenregeling 527
1 Wat betekent de Wet aanpassing geschillenregeling voor de rol van de OK-functionaris? 527
2 Wat is nu de impact van de aanpassingen in de geschillenregeling voor de rol van de OK-functionaris? 528
3 Tussenconclusie 529
4 Een nieuwe rol voor de OK-functionaris op basis van de Wet aanpassing geschillenregeling 530

Mr. A.W.H. Vink
Samenhangende vorderingen: de Ondernemingskamer als onestopshop!? 531
1 Inleiding 531
2 Efficiënte integrale rechtspleging 531
3 Wat zijn samenhangende vorderingen? 532
4 Wanneer zal de Ondernemingskamer een samenhangende vordering verwijzen? 533
5 Slotsom 535

Prof. mr. H.J. de Kluiver
Samenhangende vorderingen, schadevergoeding en de geschillenregeling 537
1 Geschillenregeling en ‘samenhangende vorderingen’; een samenhangend en cruciaal thema juist ook voor de vraag naar concentratie van rechtspraak bij de OK 537
2 ‘Samenhangende vorderingen’ en concentratie van rechtspraak. Het bestaande kader en art. 220 Rv 538
3 Het begrip ‘samenhangende vorderingen’ wordt inmiddels zeer ruim uitgelegd 540
4 Wetsvoorstel 36469 gaat veel verder dan concentratie van rechtspraak in eerste aanleg en hoger beroep en doet het hoger beroep geheel vervallen. De regeling leidt tot willekeur 542
5 Het wetsvoorstel moet worden aangepast en moet voor ‘samenhangende vorderingen’ in hoger beroep voorzien 545
6 Ten slotte: een after thought. Is een keuze voor de OK als eerste en enige instantie nu echt het beste idee? 546
7 Samenvatting en afronding 549

Mr. R.A. Dudok van Heel
De geschillenregeling in kort geding 551
1 Inleiding 551
2 De uitspraken in kort geding 552
3 Afsluitende gedachten 555

Prof. mr. C.D.J. Bulten
De Wagevoe en de certificaathouder 557
1 Inleiding 557
2 Wat is nieuw? 558
3 Wat is niet nieuw? 559
4 Afsluiting 562

F. Van den Abeele
Billijke prijszetting in het kader van de geschillenregeling – een Belgisch perspectief inzake leaver-bepalingen 563
1 Partijbepaling van aandelenprijs: gebruik van optiebedingen 563
2 Betwisting van prijszetting 565
3 Bepaling van de aandelenprijs door de rechter in het kader van de geschillenregeling 566
4 Conclusie 567

Dr. mr. M.J.R. Broekema RV
Waarderingskwesties binnen de geschillenregelingsprocedure: een perspectief op noodzakelijke verbetering 569
1 Introductie 569
2 Oorzaken van waarderingsdiscussies 570
3 Conclusie 574

Mr. dr. A.M.L. Broekhuijsen-Molenaar
Wetsvoorstel wijziging geschillenregeling en mediation 575
1 Aandeelhoudersgeschillen in mediation 575
2 Uitkoop in mediation 575
3 Vaststellen van de prijs 576
4 De voorgestelde regelingen in relatie tot mediation 576
5 Wat betekent het wetsvoorstel voor de mediationpraktijk? 578

Young Litigators Event 27 maart 2024 579

Mr. P.M.J.H. ten Broecke
De leer uit het Wennex-arrest is niet achterhaald 581
1 Inleiding 581
2 De historische context van het Wennex-arrest 582
3 De vrijheid om het eigen belang na te streven is begrensd 584
4 De Wennex-leer en art. 2:8 BW 585
5 De contractuele gebondenheid van een aandeelhouder laat het stemrecht onaangetast 587
6 Afronding 589

Mr. L. Tolatzis
De overweging uit het Wennex-arrest (NJ 1944/465) “dat toch den aandeelhouder eener NV in het hem verleende stemrecht niet een recht in het belang van anderen is toevertrouwd, doch een eigen recht is gegeven om zijn belang in de vennootschap te dienen” is achterhaald 591
1 Inleiding 591
2 Het Wennex-arrest in historisch perspectief: contract maakt plaats voor het instituut 592
3 Ontwikkelingen zetten zich voort: handelen aandeelhouders wordt begrensd 595
3.1 Belang aandeelhouder maakt plaats voor belang onderneming 595
3.2 Hoge Raad en Ondernemingskamer begrenzen handelen aandeelhouder 596
4 Vasthouden aan Wennex-regel zorgt voor paradox 598
5 Afsluiting 600

Mr. drs. M.A. Wielinga Carvajal
Het onderzoek als centraal en verplicht onderdeel van de enquêteprocedure 601
1 Inleiding 601
2 De enquêteprocedure als speciale procedure 604
2.1 De reguliere civiele procedure 604
2.2 De Gucci-beschikking: het onderzoek is de kern van de enquêteprocedure 605
2.3 Gucci: een afgescheiden empirisch onderzoek als waarborg voor de speciale procedure in één feitelijke instantie 606
2.4 Verhouding tot de scheiding in ‘fases’ en nuance 610
3 Aard van de enquêteprocedure 611
3.1 Voorlopig oordeel en beperkt partijdebat vereist nader onderzoek 611
3.2 Een verzoekschriftprocedure met een specifiek perspectief 615
4 Aard van de onmiddellijke voorzieningen 617
4.1 Onmiddellijke voorzieningen dienen terughoudend te zijn 618
4.2 De Ondernemingskamer gaat steeds verder 620
5 Alternatieven voor voorzieningen in de enquêteprocedure 623
5.1 De voorzieningenrechter 623
5.2 De Ondernemingskamer als centrale rechter in het ondernemingsrecht? 626
6 Afronding 628

Mr. S.J. Altena
De enquêteprocedure zonder onderzoek: een pleidooi voor de eerste fase light 629
1 Inleiding 629
2 De enquêteprocedure zonder onderzoek: waarom, wanneer en hoe? 631
2.1 Het gaat niet meer om het onderzoek 631
2.2 In welke gevallen? 636
2.3 Eerste fase light 639
3 Bezwaren 642
3.1 Inleiding 642
3.2 Het onderzoek als de kern van het enquêterecht is achterhaald 642
3.2.1 Het onderzoek als de kern van het enquêterecht 642
3.2.2 Moet Gucci ten ruste worden gebracht? 644
3.3 De permanente werking van voorzieningen 646
3.4 Procesrechtelijke aspecten 647
3.4.1 Inleiding 647
3.4.2 De enquêteprocedure is met voldoende waarborgen omkleed 647
3.4.3 Alternatief: de kortgedingrechter 650
4 Conclusie 653