Daniël Janssen studeerde Nederlandse Taal- en Letterkunde. Hij is hoofddocent Taal en communicatie en onderzoeker aan de Universiteit Utrecht en schrijft intussen 35 jaar vrijwel elke dag voor de wetenschap.
Meer over de auteursHet werk van wetenschappers mondt altijd uit in teksten. In boeken, in artikelen, in stukjes in de krant. Wie zich wil handhaven in de wetenschap, zal dus moeten kunnen schrijven. Maar ook voor studenten die geen wetenschappelijke loopbaan voor ogen hebben, is het belangrijk schrijfvaardig te zijn. Want ook zij worden beoordeeld op hun papers, werkstukken en scripties.
Hoe leer je een gestructureerde, aansprekende, onderbouwde wetenschappelijke tekst te schrijven?
Schrijven voor de wetenschap is een compacte handleiding voor (beginnende) schrijvers van academische teksten. Het boek geeft inzicht in de manier waarop wetenschappers redeneren en structuur aanbrengen in hun teksten. Ook is er veel aandacht voor alinea-opbouw, formuleren en veel voorkomende stijlfouten. Schrijven voor de wetenschap behandelt conventies achter academische teksten en leert studenten hoe zij op basis van die conventies teksten kunnen evalueren en becommentariëren. In deze herziene editie is onder andere een hoofdstuk over populariseren toegevoegd, dat je leert wetenschappelijke teksten toegankelijker te maken voor een breder publiek.
Aan de hand van tekstcasts (podcasts bij een voorbeeldtekst) laten de auteurs zien hoe je kennis uit het boek kunt toepassen om bestaande teksten te verbeteren. Bij het boek hoort een uitgebreide e-learning, waarmee je zelfstandig kunt werken aan je (academische) schrijfvaardigheid. De oefeningen beslaan een breed scala aan thema’s: van spelling en interpunctie tot en met richtlijnen voor citeren en verwijzen.
Dit boek is geschreven voor studenten uit het wetenschappelijk en hoger onderwijs.
