Organisaties moeten zich steeds nadrukkelijker verantwoorden voor hun doen en laten. Publiekelijk wordt de vraag gesteld of bedrijven nog wel te vertrouwen zijn en - zo ja - of ze dat ook maar willen aantonen. Er is een ontwikkeling gaande, die te benoemen is als 'maatschappelijk verantwoord ondernemen' (MVO). Waarom ontstaat daar juist nu behoefte aan en wat zijn de mogelijke gevolgen voor organisaties? Bij die vragen wordt stilgestaan mede naar aanleiding van het verschijnen van de publicatie 'Visies op Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen'. Op het eerste gezicht hebben ze weinig met elkaar te maken: genetisch gemodificeerde borrelnootjes, de 'gekke koeienziekte' en voetballen voor een recent WK gemaakt door kinderhanden. Zonder al te veel nadenken laden we ons winkelwagentje vol, staan mogelijk wat vaker stil bij de vraag 'Vlees vanavond?' maar weten tenminste nog zeker dat we kwaliteit kopen als we een artikel aanschaffen van een gerenommeerd merk als Adidas of Nike. Of niet soms? Het is nog maar de vraag. Wat deze artikelen - en ontelbare anderen - met elkaar verbindt is dat ze allemaal zonder uitzondering gemaakt worden door organisaties. Organisaties die op basis van het credo 'The only Business of Businessess is doing Business' konden opereren. Er was zoiets als 'de maatschappij' met haar gevestigde instituten en instellingen. En alhoewel ondernemingen daar wel deel van uitmaakte, waren ze behalve aan hun aandeelhouders aan niemand anders verantwoording schuldig. Zo is het heel lang geweest. Maar de laatste jaren is sprake van een kentering. Het aantal 'organisatorische schandalen' met een regelrechte impact op ons bord groeit gestaag. Organisaties blijken niet meer te vertrouwen. Ze doen niet wat ze zeggen dat ze doen. Mogelijk is een belangrijkste katalysator voor dit groeiende wantrouwen de 'Brent Spar Affaire' geweest. Hoe het ook zij, gaandeweg groeit de gedachte dat organisaties verantwoordelijk gesteld moeten worden voor hun handelen. Daarover verantwoording moeten afleggen: publiekelijk, aantoonbaar, transparant. Niet alleen tegenover hun aandeelhouders (shareholders) maar ook tegenover groeperingen (stakeholders) die direct of indirect, nu of in de toekomst, beienvloed kunnen worden door het gedrag van die ondernemingen. Zo krijgen organisaties de verantwoordelijkheid voor taken die voorheen het exclusieve domein waren van staat, kerk of andere instanties. Organisaties worden hoeders van waarden, bewakers van duurzaamheid, verantwoordelijk voor het drastisch terugdringen van hun energiegebruik en nog een aantal zaken. In de kern van de zaak is dat de fundamentele verandering - nog maar amper begonnen - te benoemen als 'maatschappelijk verantwoord ondernemen'. Organisaties Het valt eenvoudig te constateren dat wij leven in een maatschappij waarbij het weefsel bestaat uit organisaties. Wat niet is georganiseerd, is niet in tel en telt daardoor niet mee. Van brood tot benzine, van luiers tot vakanties, van begraven tot trouwen: alles is in pakweg de afgelopen 150 jaar onderwerp van een of andere vorm van organisatie geworden. In de historisch van oudsher bestaande balans tussen kerk, staat en 'maatschappij' konden organisaties in een soort 'maatschappelijke schaduw' opereren. Dat is drastisch verandert. In een wereld waar tijd en afstand - laat staan grenzen - geen feitelijke rol meer spelen is alles een dorp geworden. Het is in dat 'dorp' dat organisaties de hoofdrol hebben gekregen. Niet langer de staat of de clerus zijn hoeders van de mores, maar zijn eerder (en vaak uiterst marginaal) voorwaardenscheppend. En zo komen organisaties in het centrum van de belangstelling te staan. Business is nog wel steeds business, maar meer en meer met een vraag naar aantoonbaar toegevoegde - of onderliggende - waarden. Daarmee verschuift ook de betekenis van kwaliteit van product via dienst (ruim 82% van het BNP van Nederland is gebaseerd op diensten) naar de vraag op welke uitgangspunten die producten en diensten zijn geproduceerd. Wat het kost om ze te maken; niet alleen in termen van prijs prestatie verhouding, maar ook in termen van bijvoorbeeld kinderarbeid of vervuiling. Tja, sperzieboontjes smaken toch anders als je weet dat ze geplukt zijn door kinderen die daarmee het dagloon van de prijs van een blikje cola verdienen. Waardevol ondernemen In de grond van de zaak is maatschappelijk verantwoord ondernemen de vraag aan organisaties om zich te verantwoorden voor hun doen en laten ten opzichte van belangengroeperingen met vaak uiteenlopende belangen. Een verantwoording die niet alleen plaats vindt in financiële-, maar ook in sociale- en ecologische zin. Deze drievoudige verantwoordingsplicht (de 'triple bottom-line' - people, planet, profit) vraagt om een ander soort ondernemen. Niet langer is de aandeelhouder dominant (ook al mag er nog steeds gewoon winst gemaakt worden) maar is de vraag tegen welke prijs die winst gemaakt mag worden. Daarmee verschuift het accent van aandeelhouders naar een veel breder palet stakeholders. Bij nader inzien blijken dat meerdere partijen in en buiten de organisatie te zijn die direct of indirect beïnvloed worden door het ondernemingsgedrag. Wie die partijen zijn en op welke wijze daaraan verantwoording afgelegd dient te worden, is geen vanzelfsprekende vraag. Bovendien: waarover moet verantwoording afgelegd worden. Ook is niet zondermeer helder hoe een onderneming dat proces van verantwoording naar haar stakeholders toe opstart. Laat staan hoe bewust gekozen waarden en normen doorwerken in het beleid en de strategie. Moeten omwonenden een plaats krijgen in een nieuw te creëren college van toezicht? Dienen de belangrijkste klanten een soort 'stemrecht' te krijgen? Hoe om te gaan met de zogenaamde 'zwijgende' stakeholders. Vragen, heel veel vragen. Visies Wie de mogelijke consequenties van MVO voor een onderneming even op zich laat inwerken, komt al snel tot de conclusie dat deze buitengewoon ingrijpend kunnen zijn. Desinvesteren, herinrichten, nieuwe productiemethoden, minder winst maar wel te verantwoorden. Wel of geen kinderarbeid. Wat betekent een bepaalde strategie op de langere termijn voor de ecologische impact. Sluit het HRM-beleid aan bij wat naar buiten toe gecommuniceerd wordt. Wie zijn dan de echte stakeholders en hoe er mee om te gaan? Vragen waar niet een standaard antwoord op te geven is. Dat is lastig, maar geeft precies aan waarom MVO geen hype is, maar een fundamentele ontwikkeling. Om een begin te maken met een verkenning van die vragen verscheen in het najaar van 2000 het boekje 'Visies op Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen' waarin ruim twintig auteurs afkomstig uit de (internationale) politiek, de wetenschap en het bedrijfsleven uiterst compact hun visie op dit fenomeen geven. Aan de publicatie is meegewerkt door mensen als Kofi A Annan, Gro Harlem Brundtland, Mary Robison, Hans Smits, Paul Rosenmüller en Gerlach Cerfontaine. De ambitie van het boek reikt niet verder dan een overzicht te geven van verschillende opvattingen en organisatiepraktijken. Hoe nieuw en toch hoe gewoon, hoe ingrijpend maar ook hoe alledaags met de betekenis van MVO voor een organisatie of instelling omgegaan kan worden. Nog net voor de jaarwisseling verscheen ook het rapport 'De Winst van Waarden' van de SER, geschreven op verzoek van de staatsecretaris van Economische Zaken Ybema. Het rapport heeft eerst en vooral een attenderende functie: aandacht vragen voor MVO. Welbeschouwd komt het niet verder dan een gedegen actueel overzicht van verschillende invalshoeken en uitgangspunten. Jammer genoeg laat de SER (en daarmee impliciet de overheid) na echte keuzes te maken om zo een gevoel van urgentie te creëren. Dat is jammer; gemiste kansen. In de ons omringende landen (vooral in Engeland) kan geconstateerd worden dat steeds meer initiatieven én instellingen ontstaan die zich exclusief richten op MVO, niet in de laatste plaats gestimuleerd door overheden. Ook verschijnt internationaal een eerste generatie standaarden zoals onder andere het Global Reporting Initiative (GRI), de SA 8000 standaard en de AA 1000. Deze laatste is binnenkort ook in een Nederlandse vertaling beschikbaar. Epiloog Is MVO nieuw? Het antwoord is feitelijk: nee. Wat nieuw is, is het besef dat de strategie van vooruitgang - zo vertrouwd voor ons (economisch) doen en laten - uiteindelijk (en ook nog relatief binnenkort) leidt tot de ondergang van ons eigen leefmilieu. Een strategie gebaseerd op een zodanig gebruik van natuurlijke hulpbronnen dat er uiteindelijk alleen een 'dode lente' overblijft. Vooruitgang krijgt daarmee een hele wrange betekenis. De vraag om maatschappelijk verantwoording is daarmee uiteindelijk de vraag naar de wijze waarop we de samenleving opnieuw willen en moeten vormgeven gelet op de plaats en positie die organisaties daarin gekregen hebben. Dat juist bedrijven die ontwikkeling (moeten) oppakken heeft alles te maken met veranderde verhoudingen. Welbeschouwd is MVO een 'stille' revolutie. Een waar we de contouren en impact voor het economische en sociale verkeer nog nauwelijks van verkend hebben. Maar het besef dat het moet, is gelukkig getuige het SER rapport en andere publicaties, langzaam wel aan het doordringen. Want, om te behouden wat we hebben, moet alles veranderen: er is geen keuze.