Het is hoogzomer, maar in Oxford giet het. De zandsteenkleurige gebouwen van de beroemde oude ‘colleges’ – Christ Church, Exeter, Magdalen – vertonen grote, donkere vlekken van de regen. De studenten zijn met vakantie, hier en daar lopen plukjes toeristen; er hangt een verlaten sfeer in de universiteitsstad. Maar in de bar van het statige Randolph hotel – de plek waar Inspector Morse altijd zijn zaken bespreekt – bruist het. Het barst er van de meest uiteenlopende types, zoals een kleine, zwarte man in een wit pak, met glimmend witte schoenen en een grote gouden ketting om zijn hals. ‘tv-regisseur’ staat er op zijn XXL-’size’ badge. Hij loopt gearmd met een hoogblonde vrouw – een kop groter dan hij – die een kokerrok van stretchmateriaal draagt. De barman kijkt haar discreet na.
Opeens dringt Daniel Pink zich door de mensenmassa heen. Natgeregend T-shirt, beslagen bril, maar vrolijke, enthousiaste blik. Ik vraag hem hoe de TED-conferentie (een jaarlijkse bijeenkomst zakelijke en politieke denkers, gemixt met creatieve en artistieke types) hem bevalt. ‘Geweldig! We hadden net Gordon Brown als verrassingsspreker, en ik stond vanochtend in de incheck rij naast Cameron Diaz. ‘It’s fun, here!’’
Een paar minuten later zitten we in de ‘tea room’ aan een groene thee en een ‘traditional English tea’ en vertelt Pink over zijn boek ‘Een compleet nieuw brein – Waarom de rechterhelft van ons brein ons succesvoller maakt’.
‘We staan aan het begin van een nieuw tijdperk’, zegt Pink. ‘We bevonden ons in het tijdperk van de lineaire denkers, van de computerprogrammeurs en de accountants, en we gaan naar wat ik het conceptuele tijdperk noem. Of, om een andere analogie te gebruiken: we gaan van het tijdperk waarin de linkerhersenhelft dominant was naar het tijdperk van de rechterhersenhelft. En de rechterhersenhelft, zoals je weet, stuurt alles aan wat creatief is, associatief en intuïtief. ‘Right brainers have got the future’.’
Toepasselijk, denk ik, om dit gesprek juist hier te hebben. De tijd van de linkerhersenhelft werd geboren met de Verlichting en werd belichaamd door universiteiten als die van Oxford. In die wereld draaide het om logisch en wetenschappelijk denken. Zaken moesten bewezen kunnen worden. Feiten, cijfers en statistieken waren cruciaal. ‘Maar die tijd,’ zegt Pink, ‘is voorbij. We moeten nu op zoek naar de grote concepten en ideeën waar het allemaal om gaat, naar de ‘Big Picture’.’
De wereld verandert… veranderen wij mee?
Pinks boodschap is vooral slecht nieuws voor succesvolle, veertig- tot vijftigjarige blanke mannen die werkzaam zijn in traditionele bedrijfstakken als IT of accounting. ‘Hun banen verdwijnen,’ zegt Pink, ‘en sneller dan je denkt. Dat begon al een paar jaar terug, maar de trend wordt versneld door de huidige economische crisis. In ‘Een heel nieuw brein’ noem ik drie factoren die ervoor zorgen dat heel veel routinematig en lineair werk in het Westen gaat verdwijnen. Outsourcing, automatisering en wat ik overvloed noem. En door de recessie wordt die ontwikkeling alleen maar versterkt.’
‘Ga maar na,’ gaat Pink verder, ‘bedrijven doen er alles aan om in hun kosten te snijden, dus alles wat uitbesteed kan worden naar India of elders, zal daarheen worden gebracht. En vergis je niet, het kennisniveau daar stijgt met de dag. Realiseer je je dat er miljoenen Amerikaanse belastingaangiftes worden verwerkt door Indiase accountants, voor een fractie van de prijs die een Amerikaanse accountant daarvoor vraagt? En wist je dat duizenden röntgenfoto’s en MRI-scans van Amerikaanse patiënten worden geanalyseerd door Indiase artsen?’
Zelfs dat laatste is dus routinewerk. Maar er is meer. Als tweede bedreiging voor routinematig werk noemt Pink de computer. ‘Alles wat geautomatiseerd kan worden, wordt geautomatiseerd’, zegt hij. ‘Het is goedkoper, sneller en betrouwbaarder. Maar de recessie heeft misschien nog wel de meeste invloed op de derde factor die ik zojuist al noemde, namelijk die van de overvloed. Alle producten zijn tegenwoordig kwalitatief hoogstaand, het prijspeil is compleet transparant. Dus als ik me als producent wil onderscheiden, zal ik iets bijzonders moeten maken, iets speciaals. Dat geldt des te meer in tijden van crisis, want de consument is nu nog kritischer, en denkt nog langer na over het doen van een aankoop. Alleen als een product echt de moeite waard is, wordt het verkocht. Neem het voorbeeld van platte televisies: of een tv nu 40 of 42 inch is, maakt echt niets uit. Maar als een tv echt iets nieuws kan, bijvoorbeeld als ‘ie een ingebouwde harddiskrecorder heeft, misschien dat consumenten dan wel bereid zijn hun creditcard te pakken.’
Alleen bedrijven en mensen die iets unieks kunnen toevoegen aan het product of de dienst die ze verkopen, kunnen in de toekomst overleven.
Oprah snapt het
Eén van de drijvende krachten achter Pinks doorbraak in de Verenigde Staten is Oprah Winfrey. Zij las ‘Een compleet nieuw brein’, was er laaiend enthousiast over, en interviewde Pink voor haar radioprogramma dat via satellietradio over heel Amerika wordt uitgezonden. Ze kocht 4.500 exemplaren van het boek, die ze weggaf aan studenten in de eindexamenklas van Stanford die zij toesprak.
In haar interview met Pink zei Oprah over zichzelf dat ze buitengewoon slecht is in linkerhersenhelft taken (‘ik ben een warhoofd, spring altijd van de hak op de tak, heb niks met cijfers of businessmodellen’), maar haar succes geeft aan dat je tegenwoordig kunt slagen zonder dat je over kwaliteiten uit de linkerhersenhelft beschikt. Oprah is niet voor niets een van de bestverdienende showbizzpersoonlijkheden ter wereld…
Eén van de kwaliteiten van Oprah is dat ze een verhaal kan vertellen. ‘Iedereen snapt hoe belangrijk dat is’, zegt Pink. ‘Een cijfer, een statistiek is veel moeilijker te onthouden dan een goed verteld verhaal of een mooie anekdote. Maar als bedrijven communiceren, of dat nou naar buiten toe is of naar hun eigen medewerkers, doen ze dat nooit in de vorm van een verhaal! Er is een reden dat dat kleine fabeltje van John Kotter (‘Onze ijsberg smelt!’ – RN) zo populair is. Het is immers veel makkelijker een veranderingsproces in werking te zetten door het vertellen van een verhaal dan door het opsommen van wat droge cijfers. Maar waarom doet bijna niemand dat dan?!’
Pink noemt nog vijf talenten die uit de rechterhersenhelft komen, en die je helpen om creatiever te leren denken. Het draait om de begrippen Design, Symfonie, Empathie, Spel, en Zingeving.
Design, omdat alleen producten die zo zijn ontworpen dat ze een unieke waarde hebben, bijvoorbeeld door een bepaalde emotie los te maken, het zullen redden op de overvolle consumentenmarkt. ‘Denk aan de iPhone,’ zegt Pink. ‘Maar ook een bedrijf als Procter & Gamble snapt het. Hun CEO zegt bijvoorbeeld: "Alles wat wij doen is design." Het draait allang niet meer alleen om het maken van zeep.’
Symfonie, omdat het niet meer gaat om dat ene stukje gespecialiseerde kennis, maar om het zien van het hele verhaal, het hele muziekstuk in plaats van die ene noot; de symfonie dus.
Empathie, omdat er bijna niets belangrijker is dan begrijpen waar het jouw klant echt om gaat, wat hem ten diepste beweegt.
Spel, omdat we af moeten van die bloedserieuze atmosfeer die de zakenwereld de afgelopen halve eeuw heeft gekenmerkt. Alle onderzoeken wijzen uit dat humor en lichtvoetigheid creativiteit bevorderen.
En Zingeving, omdat het niet meer draait om het voldoen aan onze materiële behoefte alleen. Als er één grote revolutie in het Westen plaatsvindt, zegt Pink, is het wel de ontembare zucht naar zingeving.
Barack Obama als voorbeeld
Pink schenkt zichzelf nog wat groene thee bij uit het porseleinen theepotje. ‘Die zingevingsrevolutie komt door de babyboomers, die nu met pensioen gaan. Er is nog nooit een generatie geweest die het zo goed had, die zoveel welvaart had. Maar nu dat ze aan het eind komen van hun werkzame leven, en ze zich realiseren dat ze sterfelijk zijn, gaan ze ineens nadenken over wat er nou echt belangrijk is in het leven! Niet geld, carrière, marktaandeel of strategisch plannen, maar geluk, de verhalen die ertoe doen, liefde voor de mensen in je naaste omgeving.’
‘Weet je,’ zegt Pink, ‘eigenlijk is het zo makkelijk. Kinderen en jongeren snappen deze dingen ook. Dus het zit in ons. Helaas is het zo dat ons hele onderwijssysteem er op is gericht om vooral linkerhersenhelft kwaliteiten te ontwikkelen. Maar die rechterhersenhelft mag dan misschien weinig aandacht hebben gekregen, hij is er nog wel. Natuurlijk pleit ik er ook niet voor dat we ineens al onze linkerhersenhelft kwaliteiten af moeten zweren, integendeel. Het gaat om het combineren van ‘links’ en ‘rechts’, van lineair en conceptueel.’
Misschien wel het meest geslaagde voorbeeld van een succesvolle integratie van linker- en rechterhersenhelften, is Barack Obama, opper ik. Pink knikt enthousiast. Ik trek de vergelijking met de politiek omdat Pink een aantal jaar speechschrijver was voor toenmalig vice-president Al Gore. Als ik hem daaraan herinner moet hij diep zuchten. ‘Was Gore niet een extreme ‘left brainer’?’ vraag ik. Pink beaamt dat volmondig. ‘God, ja! Bill Clinton, Gores baas, was al veel meer een ‘right brainer’, maar de huidige president verenigt zo’n beetje alle kwaliteiten in zich die een succesvolle leider moet hebben’, zegt Pink.
‘Ga maar na: Obama ziet de Big Picture, is buitengewoon empathisch, kan een goed verhaal vertellen, houdt van spel – in de zin dat ‘ie ruimte laat voor grapjes en humor – en heeft oog voor stijl en design. Hij is cooler en stijlvoller dan welke Hollywoodster ook, zelfs in zijn zwembroek! – en hij praat niet alleen over beleidsinitiatieven en wetten, maar ook over wat het allemaal betekent. Maar tegelijkertijd is hij analytisch ijzersterk, en kan hij logisch denken en zaken goed beargumenteren. Hij combineert zijn rechter- en linkerhersenhelft tot een naadloze eenheid.’
Lessen voor leiders
Alles wat Pink zegt heeft ook verregaande consequenties voor leidinggevenden. Als ik de titel van het Managementboek van het Jaar 2008 (Mathieu Weggemans ‘Leidinggeven aan professionals? Niet doen!’) noem, knikt Pink enthousiast en instemmend. ‘Zo is het! Zo is het precies! En dat is ook exact waarmee ik me nu bezighoud. Mijn nieuwe boek, dat in januari volgend jaar uitkomt in de VS, gaat over het motiveren van mensen. ‘Drive’ gaat het heten.’ Pink wordt nu zo enthousiast dat hij met zijn brede armgebaren bijna het dienblad uit de handen slaat van de serveerster die achter hem langs loopt.
‘Eén van de meest opmerkelijke dingen die ik tot nu toe in mijn research tegen ben gekomen, is dat het financieel motiveren van mensen contraproductief werkt! Denk daar eens over na: de Westerse zakenwereld is eigenlijk al sinds de industriële revolutie op het verkeerde pad, als het gaat om het motiveren van mensen. Wat we doen werkt niet.’
Pink probeert voorover te buigen om zijn woorden kracht bij te zetten, maar dat lukt maar half in de diepe, comfortabele fauteuil waarin hij zit. Leunend op één elleboog gaat hij onverstoorbaar verder met zijn betoog. ‘Wat er gebeurt is dit: als je mensen financieel beloont, zullen zij alles doen wat ze moeten doen om die financiële beloning – dat salaris of die bonus – in de wacht te slepen. Maar daardoor besteden ze geen tijd en energie aan zaken die het bedrijf misschien wel veel succesvoller hadden kunnen maken. Ze zien die mogelijkheden wellicht wel, maar ze worden niet beloond om die paden te betreden, dus waarom zouden ze de moeite nemen? Het leidt alleen maar af van het halen van je ‘target’.’
De enige motivatie die echt werkt, zegt Pink, is intrinsieke motivatie, motivatie die in jezelf zit. Je moet mensen brede, ruime, conceptuele doelen geven, en ze alle ruimte geven om die doelen te bereiken op de manier die zij het beste achten. ‘En daar hebben ze weer al die rechterhersenhelft capaciteiten voor nodig.’
Gewoon doorploeteren
Voor lezers die zo langzamerhand misschien beginnen te wanhopen omdat ze zich juist al die jaren hebben bekwaamd in kwaliteiten van de linkerhersenhelft, is er toch nog hoop. ‘Boven alle andere talenten of eigenschappen waardoor je succesvol kunt worden,’ zegt Pink, ‘steekt één eigenschap uit… volharding, of doorzettingsvermogen. Uiteindelijk trekken de hardste werkers aan het langste eind.’
Het doet me denken aan één van mijn favoriete levenslessen. Gevraagd naar het geheim van zijn succes zei Winston Churchill: ‘J.K.B.O. ‘Just keep buggering on’.’ Gewoon door blijven ploeteren, adviseerde een van de grootste leiders van de twintigste eeuw, dan komt het uiteindelijk allemaal goed.
Over Rick Nieman
Rick Nieman (1965) vertrok op 17-jarige leeftijd naar de Verenigde Staten om journalistiek te studeren. Later deed hij aan de University of Southern California in Los Angeles een studie Internationale Betrekkingen. Hij begon zijn carrière in Londen bij CNN als financieel verslaggever. Sinds 1996 presenteert hij het RTL Nieuws.