De tijd waarin robots enkel voor repetitieve taken in de industrie ingezet werden, is voorbij. Robots en softbots (intelligente software) zullen steeds meer deel uitmaken van onze dagelijkse leefwereld.
Artificiële intelligentie (AI) en slimme software maakt technologie bovendien steeds autonomer. We zijn in evolutie van een wereld waarin de mens met technologie leert om te gaan – denk aan het volgen van rijlessen om een wagen te besturen – naar een wereld waarin technologie leert om te gaan met de mens, zoals het geval is bij zelfrijdende wagens. Intelligentie is niet langer een menselijke eigenschap, maar is ingebed in de dingen om ons heen: in smartphones, smartwatches, smart meters, smart cars, smart cities, …
Maar with great power, comes great responsibility zei o.a. Winston Churchill al. Als apparaten steeds zelfstandiger gaan functioneren, wie draagt dan de verantwoordelijkheid over hun acties, bijvoorbeeld wanneer het misgaat? Moeten we gaan nadenken over een juridisch statuut voor robots? Nee, dit is geen voorstel van een wereldvreemde fantast. Het toekennen van rechtspersoonlijkheid aan robots of ‘elektronische personen’ is een van de voorstellen waarover het Europees Parlement zich wil buigen in de zoektocht naar een ethische standaard en wettelijk kader voor robottechnologie.
Hoe meer autonomie voor technologie, hoe meer de verantwoordelijkheid verschuift van de gebruiker naar de ontwerper van technologie. Robots met rechten en plichten zijn dan niet zo’n gek idee. Rechtspersoonlijkheid betekent dat een abstracte entiteit, zoals een organisatie of overheid, als persoon kan optreden. Hierdoor krijgt de rechtspersoon bepaalde rechten en plichten, de mogelijkheid om contracten af te sluiten of aansprakelijk gesteld te worden. Door op termijn ver geavanceerde robots rechtspersoonlijkheid toe te kennen, zouden zij via hun vertegenwoordigers, zoals de eigenaars, aansprakelijk kunnen worden gesteld wanneer ze iemand schade toebrengen.
De denkoefening van het Europees Parlement illustreert hoe we meer dan ooit moeten leren vooruitdenken op de morele en maatschappelijke gevolgen van technologische ontwikkelingen. Dat is wat ik doe in mijn boek Robot aan het stuur. Over de ethiek van techniek (Lannoo Campus, 2017). In dit boek kijk ik door een morele bril naar enkele grote technologische trends: big data technologie, virtuele realiteit, artificiële intelligentie en slimme robotica.
Ik argumenteer er dat technologie niet neutraal is. Technologie beïnvloedt menselijk gedrag. Flitspalen sturen het gedrag van autobestuurders in het verkeer. Met de komst van prenataal onderzoek zoals echografieën kwamen ook nieuwe morele vraagstukken over wat een menswaardig leven is. Technologie en moraal zijn dus met elkaar verweven, leerde ik van o.a. prof. Peter-Paul Verbeek.
Met verregaand zelfstandige technologie wordt de morele relevantie van technologie nóg groter. Al in het innovatieproces zullen we de ethische bakens moeten bepalen waarbinnen autonome technologie mag handelen. Welke beslissingen willen we aan robots overlaten? Tot op welke hoogte laten we technologie ons sturen? Het is mijn overtuiging dat hoe meer we overlaten aan rekenkracht, hoe meer er nood zal zijn aan menselijke morele verbeeldingskracht. In Robot aan het stuur bied ik hier een bijdrage toe met onder meer een kader voor waardengedreven innovatie.
Jochanan Eynikel is filosoof en actief als expert mensgericht ondernemen en toekomstdenken in de denktank van het Belgische ondernemersforum ETION. Hij is de auteur van Robot aan het stuur.