Jensen zet bijvoorbeeld op een rijtje voor welke banen ze niet werd aangenomen, welke artikelen en boeken werden afgewezen, haar slechte recensies en afwijzingen in tv-land. Op het cv van Stutterheim prijken de scholen die hij niet afmaakte, feesten waar dingen misgingen, clubs en bars die failliet gingen en bedrijven die verlies leden.
Hoe moeilijk het delen van fouten is in Nederland – of vertellen datje failliet bent gegaan – blijkt uit het onlangs verschenen boek Instituut voor Briljante Mislukkingen – maak ruimte om te experimenteren, innoveren en leren van Paul Louis Iske. Uit onderzoek was bijvoorbeeld gebleken dat mensen die failliet waren gegaan op een ‘briljante’ manier (‘dus niet al te dom en zeker niet crimineel’) bij een tweede poging een grotere kans van slagen hebben dan mensen die voor het eerst gaan ondernemen. ‘Dat is eigenlijk wel logisch: je hebt immers ervaring opgedaan en je geeft blijk van doorzettingsvermogen. Maar de omgeving kijkt vaak anders naar mensen die mislukt zijn: men vertrouwt hen niet meer of ze wekken medelijden op.’ Zo bleek het voor ondernemers die al een keer failliet waren gegaan moeilijker een lening te krijgen bij een bank dan ondernemers die het voor het eerst probeerden.
In het boek beschrijft Iske hoe we kunnen leren van onze mislukkingen en hoe je in een organisatie de angst wegneemt voor het toegeven en leren van mislukte pogingen. Daarbij geeft hij aan hoe je ervoor zorgt dat mislukte activiteiten makkelijker te herkennen en communiceren zijn. Zo worden in het boek zestien patronen in Briljante Mislukkingen beschreven, zogeheten archetypen.
Een ervan is De Brug van Honduras (problemen verplaatsen zich). ‘Soms proberen we een probleem op te lossen, maar zodra dat gebeurd is, blijkt het probleem zich verplaatst te hebben of duikt een nieuw probleem op,’ schrijft Iske. ‘Een interessant geval van een probleem dat zich onverwacht verplaatste is een brug in Honduras. (...) Jammer genoeg bleek na de overstroming van de delta bij het terugtrekken van het water dat de loop van de rivier een paar honderd meter was verplaatst, waardoor de brug niet meer over de rivier lag, maar ernaast...’
Een voorbeeld van dit archetype is de Fuel Cell-rondvaartboot, een boot op waterstof zonder schadelijke uitstoot, stank lawaai of gebruik van fossiele brandstoffen. Een consortium van bedrijven zou deze boot van 22 meter gaan ontwikkelen en in 2011 werd het genomineerd voor Schip van het Jaar. Het vinden van een geschikte locatie voor een tankstation bleek ‘een enorme uitdaging’ en procedures duurden te lang. ‘De boot van ruim twee miljoen euro bleef aan de kant.’
Toch ging de boot in 2011 dienst doen als rondvaartboot. Toen doemden andere problemen op: ‘de boot is (te) duur in gebruik, de prijs van fossiele brandstoffen is erg laag en de boot is met zijn 22 meter te lang voor de nieuwe norm die de gemeente Amsterdam heeft gesteld: rondvaartboten mogen eigenlijk niet langer zijn dan 20 meter.’
Het is een van de talloze mislukkingen in het boek. Iske wil met het boek begrip kweken voor de complexiteit van innoveren en ondernemen. ‘Mijn doel is het gevoel van angst en schaamte dat aan mislukken kleeft weg te nemen,’ schrijft hij in de inleiding. ‘In plaats daarvan komen gevoelens van trots voor de poging en de verrijking op vanwege de lessen die geleerd, gedeeld en toegepast kunnen worden.’